28/08/2020, 15:33
(Dit bericht is het laatst bewerkt op 28/08/2020, 15:35 door CartoonJessie.)
Voorgaande one-shots behoorden tot een soortement langer verhaal wat ik altijd de "Vriendschapsplot" noemde. Nu volgen weer enkele die daar niet toe behoren.
De komende twee maken deel uit van "Een les van respect"
Gepest
Hij was professor geworden tegen zijn zin. Op zijn 21e nog wel, wat hem een plekje opleverde in de geschiedenisboeken van Zweinstein als jongste professor ooit.
Waar andere professoren het als een hele uitdaging zagen om alle jonge en leergierige breinen te vullen met alle kennis die ze zelf bezaten, zag hij het als een vervelende en noodgedwongen verplichting. Als hij het zelf voor het zeggen had gehad, was hij de Duistere Kunsten gaan bestuderen - mogelijk met een uitdieping in Toverdranken erbij. Maar zulke vrijheid had hij niet genoten. Dat was de prijs die je moest betalen om dubbelspion te zijn.
Hij koesterde nog steeds de hoop om ooit professor Verweer tegen de Zwarte Kunsten te worden. Die hoop was enkel sterker geworden nu Omber die lessen had overgenomen. Hij kon zich er mateloos aan irriteren dat ze de leerlingen niet eens leerden hoe ze zich moesten verdedigen. Verweer tegen de Zwarte Kunsten leerde je niet uit boeken, maar door te oefenen. Zelfs de eerstejaars zagen dat in - maar Omber kennelijk niet.
Degene die volgend jaar Verweer zou geven, zou zijn handen vol hebben om de leerlingen terug op niveau te krijgen. Persoonlijk hoopte hij dat hij van Perkamentus die kans zou krijgen. Hij zou niet teleurstellen - dat probeerde hij al veertien jaar duidelijk te maken aan het schoolhoofd, maar zonder succes.
Maar tot die tijd zat hij vast aan Toverdranken. Gelukkig had hij nog maar één les te geven voor het weekend begon. De vierdejaars van Ravenklauw en Huffelpuf zouden spoedig arriveren en daarna kon hij zich het hele weekend verdiepen in het nieuwe boek over de Duistere Kunsten dat gisterenavond via uil was aangekomen. Dat vooruitzicht stond hem wel aan.
De Huffelpuffers kwamen onder licht geroezemoes binnen, maar zwegen toen ze hun plaatsen namen vooraan in het lokaal. Niet een van hen durfde hem te groeten en hij keek hen ijskoud aan, wachtend op de Ravenklauwers.
Toen deze drie minuten later het lokaal binnenliepen, viel het op dat ze drukker waren dan normaal. Enkelen van hen gniffelden en een stel meisjes moest moeite doen om het niet uit te proesten van het lachen. Hun wangen zagen rood en Severus zag hoe ze blikken met elkaar uitwisselden waarmee ze elkaar enkel meer aanzetten tot lachen.
Toen de deur sloot, nam Severus aan dat iedereen er was en begon hij zijn les. Met een zwaai van zijn toverstaf richting het schoolbord, verschenen enkele instructies op het bord.
"Vandaag behandelen we de basis van de Antigiffen. Ik verwacht van jullie dat jullie aan het einde van deze les een perfecte Mandeldrank kunnen brouwen. Wie van jullie kan me vertellen welk gif de Mandeldrank bestrijdt?"
Vijf handen - uitsluitend van Ravenklauwers - schoten de lucht in.
"Meneer Schutter?"
"De Mandeldrank bestrijdt het gif van de bessen van de Truffelstruik - een magische struik die uiterlijk identiek is aan een doodgewone veenbessenstruik."
Sneep weigerde het om voor dit antwoord punten te geven aan Ravenklauw. Meneer Schutter had het letterlijk vanbuiten geleerd uit het toverdrankenboek van de vierdejaars en opgedreund als een enorme betweter.
"Ik veronderstel dat hier nog meer mensen zijn die hun volledige toverdrankenboek vanbuiten kennen en me kunnen vertellen wat de eigenschappen van de Truffelstruik zijn?"
Ditmaal was er een lichte aarzeling te zien voordat dezelfde vijf handen de lucht in schoten. [/font][/font][/font][/color]
"Juffrouw Merels?"
"De Truffelstruik bevat bessen die met volle maan van kleur veranderen en op dat moment eetbaar zijn door een groot aantal fabeldieren, waaronder eenhoorns. De bessen dragen bij aan de gezonde vacht van de fabeldieren en zijn verkwikkend in aard. Tovenaars die de bessen eten met volle maan zouden tijdelijk een boost van hun krachten ervaren. Als er geen volle maan is, zijn de bessen echter dodelijk."
Nogmaals een antwoord dat zo voorspelbaar was dat Severus ervan zuchtte uit irritatie.
Hij wilde net een sarcastische opmerking naar juffrouw Merels maken, toen iemand op de deur klopte.
Severus merkte meteen dat er iets aan de hand was, want enkele Ravenklauwers begonnen weer te fluisteren tegen elkaar.
"Binnen," zei Sneep kort en met een luide stem.
Toen Sneep zag wie er had ontbroken in zijn les, vroeg hij zich af waarom hij niet eerder had gemerkt dat ze er niet was. Het was immers moeilijk om haar over het hoofd te zien. Geen enkele andere leerling had zo een warrige bos vuilblonde haren of liep rond met zo een permanent dromerige blik.
"Mijn excuses, professor," zei Loena in een zachte stem. Severus zag de blik van juffrouw Merel - puur genot om de benarde situatie waarin juffrouw Leeflang zich bevond - en vond het verdacht. Hij keek de laatkomer afwachtend aan.
"Ik was mijn schoenen kwijt en kon ze nergens vinden."
Juffrouw Merel en haar buurvrouw proestten het bijna uit, maar hielden zich in toen hun professor een dodelijke blik naar hen schoot.
Severus keek Loena onderzoekend aan. Kennelijk was ze haar schoenen nog steeds kwijt. Ze had enkel haar panties om haar voeten aan. Dat moest wel koud zijn, maar ze rilde niet.
"Heeft de reuzeninktvis ze weer gestolen?" vroeg Severus ironisch en alle leerlingen gniffelden. Drie weken eerder was exact hetzelfde gebeurd - na haar les Fabeldieren was ze haar schoenen kwijtgeraakt. Loena had toen aan Severus verkondigd dat het vast de reuzeninktvis was geweest die haar schoenen van de oever had geplukt.
"Nee, professor," zei Loena stil. Ze had ditmaal haar schoenen zo ver van de oever gezet dat het onmogelijk de reuzeninktvis zijn schuld was. Ze maakte nooit tweemaal dezelfde fout.
Voor een moment overwoog Severus om haar terug weg te sturen, maar het aanhoudende gegniffel om hem heen leek een zesde zintuig te activeren - een zintuig dat hem waarschuwde: als je haar nu wegstuurt, ga je nooit weten waar dit gegniffel precies om draait.
Na enkele secondes stilte, knikte hij. "Ga zitten. We gaan verder met de les."
"Dank u, professor."
Ze liep op haar blote voeten tot aan haar tafeltje, achteraan in de hoek van het lokaal. Ze zette haar boekentas tegen de lege stoel naast de hare en nam snel haar toverdrankenboek erbij.
Severus zag hoe enkele Ravenklauwers nieuwsgierig achter zich keken om te zien wat ze deed. Severus vond de interesse van de andere Ravenklauwers in het doen en laten van juffrouw Leeflang vandaag niet gezond.
"Aangezien jullie over de leerstof van vandaag niets anders te vertellen hebben dan hetgeen er in jullie boek staat, krijgen jullie tien minuten om hoofstuk 9 nog eens na te lezen. Vanaf nu."
Enkele Ravenklauwers sloegen overijverig hun boek open en begonnen verwoed te lezen en Sneep leunde tegen zijn bureau terwijl hij hen nauwlettend in de gaten hield.
Al leek het alsof juffrouw Merels druk notities nam uit haar boek, in feite was niets minder waar. Severus zag de minuscule briefjes waarop ze even minuscule teksten schreef en deze aan haar buurvrouw passeerde. Hij zag ook hoe ze beiden elkaar even aankeken voordat ze achterom keken - naar juffrouw Leeflang.
Severus volgde hun blik en keek op zijn beurt naar de vreemdste Ravenklauwer van hen allen. Ze leunde met haar kin op haar handen terwijl haar ogen over de tekst van hoofdstuk 9 gleden. Haar lippen krulden zich tot een glimlach terwijl ze las en Severus vroeg zich af hoe het kon dat ze zo een tevreden uitdrukking op haar gezicht droeg. Ze werd bespot door haar eigen klasgenoten, maar liet geen enkele emotie blijken - verstopte ze haar emoties achter haar eeuwig dromerige masker?
Juffrouw Merels en haar buurvrouw bleven briefjes uitwisselen en Severus bleef doen alsof hij het niet zag. Maar hij had het allemaal goed in het oog. Heel goed zelfs.
Hij wandelde door de kerkers en stapte het voorraadlokaal binnen. Even maakte hij wat lawaai in een kast, al was het maar om de illusie bij zijn leerlingen te wekken dat hij met iets anders bezig was dan hen te controleren. Vervolgens liep hij naar een schilderijtje en schoof hij het opzij. Hier had hij een kijkgaatje wat hem een blik gunde op het volledige klaslokaal en hij keek toe hoe langzaamaan de hele klas tot het besef kwam dat ze onbewaakt waren - of dachten dat ze dat waren.
Enkele leerlingen durfden het aan om tegen elkaar te fluisteren, maar het meest opvallend was juffrouw Merels. Ze nam haar tas van de grond en opende deze zodat haar buurvrouw erin kon kijken. Deze gniffelde bij het zien van de inhoud en juffrouw Merels sloot grijnzend weer de tas.
Severus zijn lip krulde in walging omhoog. Hoe meer hij naar juffrouw Merels keek, hoe achterbakser hij haar vond. Het was haar superieure air, haar hele doen dat hem vulde met walging.
Net toen hij zijn blik wilde losscheuren en terug het lokaal wilde binnengaan, zag hij hoe meneer Hinkens, een bijzonder kleine Ravenklauwer, achter zich keek, mikte en een kleine bal – Severus wist niet wat het precies was – in een sierlijke boog op Loena’s bureau wierp.
Bij de impact klonk er zo een luide knal dat Sneep zich onmiddellijk losrukte van het kijkgat en met grote passen terug zijn klaslokaal in stapte. Enkele leerlingen waren verschrokken, maar veel anderen konden met moeite hun lach inhouden. Juffrouw Leeflang was door de slag met haar kruk en alles achterover gevallen en kwam moeizaam recht. Voor een seconde kruisten hun blikken en dacht Severus dat hij angst zag in haar ogen – angst dat zij de schuld zou krijgen. Maar die blik was zo snel weer weg dat Severus zich afvroeg of hij het had ingebeeld.
“Wie vertelt me wat er zonet is gebeurd?” Uit zijn toon was het duidelijk dat hij niet in de stemming was voor grapjes, maar kennelijk had juffrouw Merels dat niet door.
“Lijpo is op haar gat gevallen,” reageerde ze droog en een seconde later proestte ze het met een half dozijn anderen uit.
Dreigend en met enorme stappen snelde Severus zich naar haar tafel en met zijn platte hand sloeg hij zo hard op haar gesloten boek toverdranken dat ze zichtbaar omhoog sprong.
“Ik. Lach. Niet.” Hij boog zich zo dicht naar juffrouw Merels dat ze automatisch achteruit deinsde en slikte. Pas toen hij de zweetdruppels langs haar slapen naar beneden zag stromen, had hij genoeg voldoening om haar weer gerust te laten en hij stapte langzaam achteruit, zijn blik zo hatelijk dat juffrouw Merels nog wekenlang nachtmerries zou hebben.
“Vijftig punten van Ravenklauw.”
De verontwaardigde happen lucht die de Ravenklauwers op dat moment namen, waren voor Severus het bewijs dat ze heel goed wisten dat zij de schuldigen waren. Anders hadden ze hem vast wel eraan herinnerd dat ook de Huffelpuffers gestraft moesten worden – of op zijn minst geprotesteerd.
Loena was in de tussentijd ook weer rechtgekomen en ging terug op haar kruk zitten. Ze wreef even over haar ellenboog, maar dook toen terug het boek in. Ditmaal glimlachte ze echter niet en haar ogen gingen schuil achter enkele blonde lokken die door de impact van de val niet meer op hun gebruikelijke plaats hingen, maar haar ogen als een gordijn bedekten.
Severus keek haar slechts een fractie van een seconde aan – zo kort, dat niemand het kon merken. Maar die seconde was lang genoeg om Severus te herinneren aan de ridiculiseringen die hij zelf had meegemaakt in zijn eerste jaren op Zweinstein. Het gevoel dat met die herinneringen naar boven kwam, vulde hem nu met een strijdlust die enkel geëvenaard kon worden in een tovenaarsduel.
Hij stapte zelfzeker naar zijn bureau en draaide zich om om de leerlingen aan te kijken. De blik van meneer Hinkens was uitdagend, juffrouw Merels leek uitermate gefrustreerd en meneer Schutter leek zich bewust te zijn van het gevaar dat ze hadden opgewekt toen ze een knalbom hadden laten afgaan in de kerkers. Hij wist immers heel goed dat Professor Sneep nooit vergevend was.
“We gaan verder met de les. Mandeldrank. Er valt veel te vertellen over de tientallen ingredienten die gebruikt worden om Mandeldrank te brouwen. Maar aangezien jullie ook niet veel te vertellen hebben over het incident van zonet, bespaar ik jullie de uitleg. Aan het einde van hoofdstuk 9 staat uitgebreid beschreven hoe jullie te werk moeten gaan. De nodige ingredienten liggen klaar in het voorraadlokaal. Begin.”
Enkele leerlingen wisselden duistere blikken met elkaar uit. Ze wisten dat als het om toverdranken ging, ze Sneeps advies en inzicht in het voorbereiden van de ingredienten maar al te goed konden gebruiken. Iedere Ravenklauwer wist dat de informatie die hij kon meedelen over de ingredienten in geen ander toverdrankenboek stond beschreven en vaak vitaal was voor de goede afloop van het brouwen van een toverdrank.
Tegen hun zin stonden enkele leerlingen op om in het Voorraadlokaal de benodigde ingredienten bijeen te nemen en Sneep keek toe hoe de groepjes van twee afspraken maakten over wie wat zou doen. Juffrouw Leeflang zat alleen aan haar tafeltje. Altijd. Al sinds haar eerste jaar Toverdranken. Ze was een matig-goede student. Voor het eerst in die vier jaar dat hij haar les gaf, vroeg Severus zich af of het haar benadeelde dat ze alle opdrachten in haar eentje moest uitvoeren. Hij schudde snel die gedachte van zich af. Zoveel andere leerlingen stonden er alleen voor in de lessen Toverdrank. Dat benadeelde hen toch ook niet? Of wel? Severus leek zich langzaamaan bewust te worden van het feit dat hij nooit eerder erop gelet had of dit de punten al dan niet beinvloedde.
Severus merkte amper dat hij naar de zonderlinge juffrouw Leeflang was aan het staren – anders had hij het wat minder opvallend gedaan. In tegenstelling tot de anderen van haar klas, had ze zich nog niet naar het Voorraadlokaal gehaast om de beste ingredienten als eerste te verzamelen – sterker nog – ze leek heel bewust te wachten tot iedereen zijn zaken in het voorraadlokaal had afgehandeld en ze de kans had om alleen – en in alle rust – haar ingrediënten bijeen te zoeken.
Severus stond op en liep rond in zijn klas. De Vuurerwten die juffrouw Merels had uitgekozen waren veel te groot. De bladeren van de Truffelstruik die meneer Schutter had gekozen, waren te vers en blakend van gezondheid. Niet enkel meneer Schutter leek die fout te maken, haast iedereen was voor de mooiste bladeren gegaan die in de voorraadkast hadden gelegen. Leerden ze dan nooit dat de schoonheid van een ingredient geen succes voor het slagen van een toverdrank garandeerde?
Toen hij het voorraadlokaal passeerde, keek hij even binnen. Loena stond met haar rug naar hem toe en leek niet door te hebben dat hij zorgvuldig keek welke ingredienten ze selecteerde. Hij keek even naar de andere leerlingen, maar zij waren te druk bezig met hun toverdrank om op te letten waar hij was. Overtuigd dat ze hem geen seconde zouden missen, stapte hij vastberaden het voorraadlokaal binnen en liep hij naar een van de kasten, zoekend naar wat Vergruispoeder. Hij vond een klein flesje en stak het in zijn mouw en keek vervolgens naar juffrouw Leeflang.
Ze keek hem voor een moment aan, geinteresseerd in wat hij precies kwam doen en hij keek in haar bakje met ingredienten.
“Ik zou voor oudere bladeren van de Truffelstruik gaan. Je zal ondervinden dat het effect beter is.”
Loena keek hem met grote ogen aan. Zijn stem was nog steeds streng, maar zo stil dat Loena ervan overtuigd was dat zij de enige was die het mocht weten.
Hij draaide zich om en liep weer met zijn gebruikelijke grote passen weg en Loena staarde hem na. Even twijfelde ze. Was hij ook echt te vertrouwen of had hij – net als haar klasgenoten – enkel een wens om haar belachelijk te maken? Wie weet zou het effect van de oudere Truffelstruikbladeren vreselijk zijn... Maar anderzijds was hij zonet niet op haar uitgevlogen toen de bom op haar bureau was ontploft. Hij had ook zout in haar wonde kunnen strooien – maar voor eens had hij dat niet gedaan. Loena besefte zich hoe zeldzaam dat was en legde langzaam haar Truffelstruikbladeren terug om ze te vervangen door de oudste en lelijkste bladeren die ze in de voorraadkast kon vinden.
Ze wandelde met haar bakje aan ingredienten terug naar haar plaats en zette zich neer. Vervolgens stalde ze de ingredienten netjes uit rond haar ketel en dook ze weer met haar neus in haar toverdrankenboek om te onderzoeken hoe ze moest beginnen.
Severus bekeek de andere studenten, die al verder gevorderd waren en velen waren immers bezig met het drakenbloed te koken.
Meneer Hinkens leek gefrustreerd dat zijn toverdrank niet wilde lukken zoals stond aangegeven in het boek. Severus zag vanop afstand dat hij zijn Vuurerwten verkeerd plette. Het was de bedoeling dat hij ze lichtjes kraakte, niet dat hij ze tot stof verbrijzelde. Zijn lip krulde omhoog in een sneer - hij was tevreden dat hij minstes 1 T zou mogen uitdelen vandaag. Hoe meer hij om zich heen keek, hoe meer hij zich realiseerde dat de leerlingen verloren waren zonder zijn uitleg over hoe ze te werk moesten gaan.
Hij keek naar zijn zwoegende leerlingen en zag de ene reusachtige fout na de andere. Dat beloofden veel T’s te worden... Juffrouw Leeflang was echter nog steeds niet begonnen en stak opeens haar hand in de lucht. Professor Sneep keek even naar de andere leerlingen, maar deze waren zo druk bezig met hun eigen falende toverdranken dat ze geen tijd hadden om achter zich te kijken en te zien dat juffrouw Leeflang met een vraag zat. Hij knikte even kort en ze liet haar hand zakken terwijl hij langzaam dichterbij stapte.
Loena hield haar stem gedempt toen haar professor naast haar stond en wees een alinea uit haar boek aan. “Professor, ik weet niet goed wat ik met het vlierbessensap moet aanvangen. Hier staat: Roer goed voordat je het vlierbessensap toevoegt aan de drank – maar er wordt ook gezegd dat we continue en op een redelijk vast tempo moeten roeren in de toverdrank... Bedoelen ze dat er ook in het vlierbessensap geroerd moet worden voordat het aan de rest van de toverdrank wordt toegevoegd?”
Loena had zo stil gesproken dat geen enkele andere leerling er iets van gemerkt had en Severus wilde dat graag zo houden. “Wat denk je zelf?” vroeg hij in een even stille, maar strenge stem terug.
Loena dacht na. Ze voelde zich helemaal niet aangevallen door zijn korte antwoord, daarvoor was ze te hard geconcentreerd op haar toverdrank. “Ik denk dat ik het vlierbessensap zelf ook moet roeren voordat ik het toevoeg. “ Ze keek op van haar toverdrankenboek en zag hoe haar professor kort knikte. Ze glimlachte, dankbaar dat ze deze bevestiging kreeg en knikte even naar hem terug voordat ze snel nog enkele laatste notities nam.
]Voor een moment leek het alsof juffrouw Leeflang’s dankbaarheid zijn alertheid verzwakte en hij betrapte zichzelf erop dat hij langer naar haar keek dan hij kon veroorloven. Zodra hij zich hiervan bewust was, rukte hij zijn blik van haar los en stapte hij weer richting zijn bureau, enkel om te realiseren dat hij een van zijn belangrijkste leefregels net had verbroken: hij vond een leerling aardig.
De komende twee maken deel uit van "Een les van respect"
Gepest
Hij was professor geworden tegen zijn zin. Op zijn 21e nog wel, wat hem een plekje opleverde in de geschiedenisboeken van Zweinstein als jongste professor ooit.
Waar andere professoren het als een hele uitdaging zagen om alle jonge en leergierige breinen te vullen met alle kennis die ze zelf bezaten, zag hij het als een vervelende en noodgedwongen verplichting. Als hij het zelf voor het zeggen had gehad, was hij de Duistere Kunsten gaan bestuderen - mogelijk met een uitdieping in Toverdranken erbij. Maar zulke vrijheid had hij niet genoten. Dat was de prijs die je moest betalen om dubbelspion te zijn.
Hij koesterde nog steeds de hoop om ooit professor Verweer tegen de Zwarte Kunsten te worden. Die hoop was enkel sterker geworden nu Omber die lessen had overgenomen. Hij kon zich er mateloos aan irriteren dat ze de leerlingen niet eens leerden hoe ze zich moesten verdedigen. Verweer tegen de Zwarte Kunsten leerde je niet uit boeken, maar door te oefenen. Zelfs de eerstejaars zagen dat in - maar Omber kennelijk niet.
Degene die volgend jaar Verweer zou geven, zou zijn handen vol hebben om de leerlingen terug op niveau te krijgen. Persoonlijk hoopte hij dat hij van Perkamentus die kans zou krijgen. Hij zou niet teleurstellen - dat probeerde hij al veertien jaar duidelijk te maken aan het schoolhoofd, maar zonder succes.
Maar tot die tijd zat hij vast aan Toverdranken. Gelukkig had hij nog maar één les te geven voor het weekend begon. De vierdejaars van Ravenklauw en Huffelpuf zouden spoedig arriveren en daarna kon hij zich het hele weekend verdiepen in het nieuwe boek over de Duistere Kunsten dat gisterenavond via uil was aangekomen. Dat vooruitzicht stond hem wel aan.
De Huffelpuffers kwamen onder licht geroezemoes binnen, maar zwegen toen ze hun plaatsen namen vooraan in het lokaal. Niet een van hen durfde hem te groeten en hij keek hen ijskoud aan, wachtend op de Ravenklauwers.
Toen deze drie minuten later het lokaal binnenliepen, viel het op dat ze drukker waren dan normaal. Enkelen van hen gniffelden en een stel meisjes moest moeite doen om het niet uit te proesten van het lachen. Hun wangen zagen rood en Severus zag hoe ze blikken met elkaar uitwisselden waarmee ze elkaar enkel meer aanzetten tot lachen.
Toen de deur sloot, nam Severus aan dat iedereen er was en begon hij zijn les. Met een zwaai van zijn toverstaf richting het schoolbord, verschenen enkele instructies op het bord.
"Vandaag behandelen we de basis van de Antigiffen. Ik verwacht van jullie dat jullie aan het einde van deze les een perfecte Mandeldrank kunnen brouwen. Wie van jullie kan me vertellen welk gif de Mandeldrank bestrijdt?"
Vijf handen - uitsluitend van Ravenklauwers - schoten de lucht in.
"Meneer Schutter?"
"De Mandeldrank bestrijdt het gif van de bessen van de Truffelstruik - een magische struik die uiterlijk identiek is aan een doodgewone veenbessenstruik."
Sneep weigerde het om voor dit antwoord punten te geven aan Ravenklauw. Meneer Schutter had het letterlijk vanbuiten geleerd uit het toverdrankenboek van de vierdejaars en opgedreund als een enorme betweter.
"Ik veronderstel dat hier nog meer mensen zijn die hun volledige toverdrankenboek vanbuiten kennen en me kunnen vertellen wat de eigenschappen van de Truffelstruik zijn?"
Ditmaal was er een lichte aarzeling te zien voordat dezelfde vijf handen de lucht in schoten. [/font][/font][/font][/color]
"Juffrouw Merels?"
"De Truffelstruik bevat bessen die met volle maan van kleur veranderen en op dat moment eetbaar zijn door een groot aantal fabeldieren, waaronder eenhoorns. De bessen dragen bij aan de gezonde vacht van de fabeldieren en zijn verkwikkend in aard. Tovenaars die de bessen eten met volle maan zouden tijdelijk een boost van hun krachten ervaren. Als er geen volle maan is, zijn de bessen echter dodelijk."
Nogmaals een antwoord dat zo voorspelbaar was dat Severus ervan zuchtte uit irritatie.
Hij wilde net een sarcastische opmerking naar juffrouw Merels maken, toen iemand op de deur klopte.
Severus merkte meteen dat er iets aan de hand was, want enkele Ravenklauwers begonnen weer te fluisteren tegen elkaar.
"Binnen," zei Sneep kort en met een luide stem.
Toen Sneep zag wie er had ontbroken in zijn les, vroeg hij zich af waarom hij niet eerder had gemerkt dat ze er niet was. Het was immers moeilijk om haar over het hoofd te zien. Geen enkele andere leerling had zo een warrige bos vuilblonde haren of liep rond met zo een permanent dromerige blik.
"Mijn excuses, professor," zei Loena in een zachte stem. Severus zag de blik van juffrouw Merel - puur genot om de benarde situatie waarin juffrouw Leeflang zich bevond - en vond het verdacht. Hij keek de laatkomer afwachtend aan.
"Ik was mijn schoenen kwijt en kon ze nergens vinden."
Juffrouw Merel en haar buurvrouw proestten het bijna uit, maar hielden zich in toen hun professor een dodelijke blik naar hen schoot.
Severus keek Loena onderzoekend aan. Kennelijk was ze haar schoenen nog steeds kwijt. Ze had enkel haar panties om haar voeten aan. Dat moest wel koud zijn, maar ze rilde niet.
"Heeft de reuzeninktvis ze weer gestolen?" vroeg Severus ironisch en alle leerlingen gniffelden. Drie weken eerder was exact hetzelfde gebeurd - na haar les Fabeldieren was ze haar schoenen kwijtgeraakt. Loena had toen aan Severus verkondigd dat het vast de reuzeninktvis was geweest die haar schoenen van de oever had geplukt.
"Nee, professor," zei Loena stil. Ze had ditmaal haar schoenen zo ver van de oever gezet dat het onmogelijk de reuzeninktvis zijn schuld was. Ze maakte nooit tweemaal dezelfde fout.
Voor een moment overwoog Severus om haar terug weg te sturen, maar het aanhoudende gegniffel om hem heen leek een zesde zintuig te activeren - een zintuig dat hem waarschuwde: als je haar nu wegstuurt, ga je nooit weten waar dit gegniffel precies om draait.
Na enkele secondes stilte, knikte hij. "Ga zitten. We gaan verder met de les."
"Dank u, professor."
Ze liep op haar blote voeten tot aan haar tafeltje, achteraan in de hoek van het lokaal. Ze zette haar boekentas tegen de lege stoel naast de hare en nam snel haar toverdrankenboek erbij.
Severus zag hoe enkele Ravenklauwers nieuwsgierig achter zich keken om te zien wat ze deed. Severus vond de interesse van de andere Ravenklauwers in het doen en laten van juffrouw Leeflang vandaag niet gezond.
"Aangezien jullie over de leerstof van vandaag niets anders te vertellen hebben dan hetgeen er in jullie boek staat, krijgen jullie tien minuten om hoofstuk 9 nog eens na te lezen. Vanaf nu."
Enkele Ravenklauwers sloegen overijverig hun boek open en begonnen verwoed te lezen en Sneep leunde tegen zijn bureau terwijl hij hen nauwlettend in de gaten hield.
Al leek het alsof juffrouw Merels druk notities nam uit haar boek, in feite was niets minder waar. Severus zag de minuscule briefjes waarop ze even minuscule teksten schreef en deze aan haar buurvrouw passeerde. Hij zag ook hoe ze beiden elkaar even aankeken voordat ze achterom keken - naar juffrouw Leeflang.
Severus volgde hun blik en keek op zijn beurt naar de vreemdste Ravenklauwer van hen allen. Ze leunde met haar kin op haar handen terwijl haar ogen over de tekst van hoofdstuk 9 gleden. Haar lippen krulden zich tot een glimlach terwijl ze las en Severus vroeg zich af hoe het kon dat ze zo een tevreden uitdrukking op haar gezicht droeg. Ze werd bespot door haar eigen klasgenoten, maar liet geen enkele emotie blijken - verstopte ze haar emoties achter haar eeuwig dromerige masker?
Juffrouw Merels en haar buurvrouw bleven briefjes uitwisselen en Severus bleef doen alsof hij het niet zag. Maar hij had het allemaal goed in het oog. Heel goed zelfs.
Hij wandelde door de kerkers en stapte het voorraadlokaal binnen. Even maakte hij wat lawaai in een kast, al was het maar om de illusie bij zijn leerlingen te wekken dat hij met iets anders bezig was dan hen te controleren. Vervolgens liep hij naar een schilderijtje en schoof hij het opzij. Hier had hij een kijkgaatje wat hem een blik gunde op het volledige klaslokaal en hij keek toe hoe langzaamaan de hele klas tot het besef kwam dat ze onbewaakt waren - of dachten dat ze dat waren.
Enkele leerlingen durfden het aan om tegen elkaar te fluisteren, maar het meest opvallend was juffrouw Merels. Ze nam haar tas van de grond en opende deze zodat haar buurvrouw erin kon kijken. Deze gniffelde bij het zien van de inhoud en juffrouw Merels sloot grijnzend weer de tas.
Severus zijn lip krulde in walging omhoog. Hoe meer hij naar juffrouw Merels keek, hoe achterbakser hij haar vond. Het was haar superieure air, haar hele doen dat hem vulde met walging.
Net toen hij zijn blik wilde losscheuren en terug het lokaal wilde binnengaan, zag hij hoe meneer Hinkens, een bijzonder kleine Ravenklauwer, achter zich keek, mikte en een kleine bal – Severus wist niet wat het precies was – in een sierlijke boog op Loena’s bureau wierp.
Bij de impact klonk er zo een luide knal dat Sneep zich onmiddellijk losrukte van het kijkgat en met grote passen terug zijn klaslokaal in stapte. Enkele leerlingen waren verschrokken, maar veel anderen konden met moeite hun lach inhouden. Juffrouw Leeflang was door de slag met haar kruk en alles achterover gevallen en kwam moeizaam recht. Voor een seconde kruisten hun blikken en dacht Severus dat hij angst zag in haar ogen – angst dat zij de schuld zou krijgen. Maar die blik was zo snel weer weg dat Severus zich afvroeg of hij het had ingebeeld.
“Wie vertelt me wat er zonet is gebeurd?” Uit zijn toon was het duidelijk dat hij niet in de stemming was voor grapjes, maar kennelijk had juffrouw Merels dat niet door.
“Lijpo is op haar gat gevallen,” reageerde ze droog en een seconde later proestte ze het met een half dozijn anderen uit.
Dreigend en met enorme stappen snelde Severus zich naar haar tafel en met zijn platte hand sloeg hij zo hard op haar gesloten boek toverdranken dat ze zichtbaar omhoog sprong.
“Ik. Lach. Niet.” Hij boog zich zo dicht naar juffrouw Merels dat ze automatisch achteruit deinsde en slikte. Pas toen hij de zweetdruppels langs haar slapen naar beneden zag stromen, had hij genoeg voldoening om haar weer gerust te laten en hij stapte langzaam achteruit, zijn blik zo hatelijk dat juffrouw Merels nog wekenlang nachtmerries zou hebben.
“Vijftig punten van Ravenklauw.”
De verontwaardigde happen lucht die de Ravenklauwers op dat moment namen, waren voor Severus het bewijs dat ze heel goed wisten dat zij de schuldigen waren. Anders hadden ze hem vast wel eraan herinnerd dat ook de Huffelpuffers gestraft moesten worden – of op zijn minst geprotesteerd.
Loena was in de tussentijd ook weer rechtgekomen en ging terug op haar kruk zitten. Ze wreef even over haar ellenboog, maar dook toen terug het boek in. Ditmaal glimlachte ze echter niet en haar ogen gingen schuil achter enkele blonde lokken die door de impact van de val niet meer op hun gebruikelijke plaats hingen, maar haar ogen als een gordijn bedekten.
Severus keek haar slechts een fractie van een seconde aan – zo kort, dat niemand het kon merken. Maar die seconde was lang genoeg om Severus te herinneren aan de ridiculiseringen die hij zelf had meegemaakt in zijn eerste jaren op Zweinstein. Het gevoel dat met die herinneringen naar boven kwam, vulde hem nu met een strijdlust die enkel geëvenaard kon worden in een tovenaarsduel.
Hij stapte zelfzeker naar zijn bureau en draaide zich om om de leerlingen aan te kijken. De blik van meneer Hinkens was uitdagend, juffrouw Merels leek uitermate gefrustreerd en meneer Schutter leek zich bewust te zijn van het gevaar dat ze hadden opgewekt toen ze een knalbom hadden laten afgaan in de kerkers. Hij wist immers heel goed dat Professor Sneep nooit vergevend was.
“We gaan verder met de les. Mandeldrank. Er valt veel te vertellen over de tientallen ingredienten die gebruikt worden om Mandeldrank te brouwen. Maar aangezien jullie ook niet veel te vertellen hebben over het incident van zonet, bespaar ik jullie de uitleg. Aan het einde van hoofdstuk 9 staat uitgebreid beschreven hoe jullie te werk moeten gaan. De nodige ingredienten liggen klaar in het voorraadlokaal. Begin.”
Enkele leerlingen wisselden duistere blikken met elkaar uit. Ze wisten dat als het om toverdranken ging, ze Sneeps advies en inzicht in het voorbereiden van de ingredienten maar al te goed konden gebruiken. Iedere Ravenklauwer wist dat de informatie die hij kon meedelen over de ingredienten in geen ander toverdrankenboek stond beschreven en vaak vitaal was voor de goede afloop van het brouwen van een toverdrank.
Tegen hun zin stonden enkele leerlingen op om in het Voorraadlokaal de benodigde ingredienten bijeen te nemen en Sneep keek toe hoe de groepjes van twee afspraken maakten over wie wat zou doen. Juffrouw Leeflang zat alleen aan haar tafeltje. Altijd. Al sinds haar eerste jaar Toverdranken. Ze was een matig-goede student. Voor het eerst in die vier jaar dat hij haar les gaf, vroeg Severus zich af of het haar benadeelde dat ze alle opdrachten in haar eentje moest uitvoeren. Hij schudde snel die gedachte van zich af. Zoveel andere leerlingen stonden er alleen voor in de lessen Toverdrank. Dat benadeelde hen toch ook niet? Of wel? Severus leek zich langzaamaan bewust te worden van het feit dat hij nooit eerder erop gelet had of dit de punten al dan niet beinvloedde.
Severus merkte amper dat hij naar de zonderlinge juffrouw Leeflang was aan het staren – anders had hij het wat minder opvallend gedaan. In tegenstelling tot de anderen van haar klas, had ze zich nog niet naar het Voorraadlokaal gehaast om de beste ingredienten als eerste te verzamelen – sterker nog – ze leek heel bewust te wachten tot iedereen zijn zaken in het voorraadlokaal had afgehandeld en ze de kans had om alleen – en in alle rust – haar ingrediënten bijeen te zoeken.
Severus stond op en liep rond in zijn klas. De Vuurerwten die juffrouw Merels had uitgekozen waren veel te groot. De bladeren van de Truffelstruik die meneer Schutter had gekozen, waren te vers en blakend van gezondheid. Niet enkel meneer Schutter leek die fout te maken, haast iedereen was voor de mooiste bladeren gegaan die in de voorraadkast hadden gelegen. Leerden ze dan nooit dat de schoonheid van een ingredient geen succes voor het slagen van een toverdrank garandeerde?
Toen hij het voorraadlokaal passeerde, keek hij even binnen. Loena stond met haar rug naar hem toe en leek niet door te hebben dat hij zorgvuldig keek welke ingredienten ze selecteerde. Hij keek even naar de andere leerlingen, maar zij waren te druk bezig met hun toverdrank om op te letten waar hij was. Overtuigd dat ze hem geen seconde zouden missen, stapte hij vastberaden het voorraadlokaal binnen en liep hij naar een van de kasten, zoekend naar wat Vergruispoeder. Hij vond een klein flesje en stak het in zijn mouw en keek vervolgens naar juffrouw Leeflang.
Ze keek hem voor een moment aan, geinteresseerd in wat hij precies kwam doen en hij keek in haar bakje met ingredienten.
“Ik zou voor oudere bladeren van de Truffelstruik gaan. Je zal ondervinden dat het effect beter is.”
Loena keek hem met grote ogen aan. Zijn stem was nog steeds streng, maar zo stil dat Loena ervan overtuigd was dat zij de enige was die het mocht weten.
Hij draaide zich om en liep weer met zijn gebruikelijke grote passen weg en Loena staarde hem na. Even twijfelde ze. Was hij ook echt te vertrouwen of had hij – net als haar klasgenoten – enkel een wens om haar belachelijk te maken? Wie weet zou het effect van de oudere Truffelstruikbladeren vreselijk zijn... Maar anderzijds was hij zonet niet op haar uitgevlogen toen de bom op haar bureau was ontploft. Hij had ook zout in haar wonde kunnen strooien – maar voor eens had hij dat niet gedaan. Loena besefte zich hoe zeldzaam dat was en legde langzaam haar Truffelstruikbladeren terug om ze te vervangen door de oudste en lelijkste bladeren die ze in de voorraadkast kon vinden.
Ze wandelde met haar bakje aan ingredienten terug naar haar plaats en zette zich neer. Vervolgens stalde ze de ingredienten netjes uit rond haar ketel en dook ze weer met haar neus in haar toverdrankenboek om te onderzoeken hoe ze moest beginnen.
Severus bekeek de andere studenten, die al verder gevorderd waren en velen waren immers bezig met het drakenbloed te koken.
Meneer Hinkens leek gefrustreerd dat zijn toverdrank niet wilde lukken zoals stond aangegeven in het boek. Severus zag vanop afstand dat hij zijn Vuurerwten verkeerd plette. Het was de bedoeling dat hij ze lichtjes kraakte, niet dat hij ze tot stof verbrijzelde. Zijn lip krulde omhoog in een sneer - hij was tevreden dat hij minstes 1 T zou mogen uitdelen vandaag. Hoe meer hij om zich heen keek, hoe meer hij zich realiseerde dat de leerlingen verloren waren zonder zijn uitleg over hoe ze te werk moesten gaan.
Hij keek naar zijn zwoegende leerlingen en zag de ene reusachtige fout na de andere. Dat beloofden veel T’s te worden... Juffrouw Leeflang was echter nog steeds niet begonnen en stak opeens haar hand in de lucht. Professor Sneep keek even naar de andere leerlingen, maar deze waren zo druk bezig met hun eigen falende toverdranken dat ze geen tijd hadden om achter zich te kijken en te zien dat juffrouw Leeflang met een vraag zat. Hij knikte even kort en ze liet haar hand zakken terwijl hij langzaam dichterbij stapte.
Loena hield haar stem gedempt toen haar professor naast haar stond en wees een alinea uit haar boek aan. “Professor, ik weet niet goed wat ik met het vlierbessensap moet aanvangen. Hier staat: Roer goed voordat je het vlierbessensap toevoegt aan de drank – maar er wordt ook gezegd dat we continue en op een redelijk vast tempo moeten roeren in de toverdrank... Bedoelen ze dat er ook in het vlierbessensap geroerd moet worden voordat het aan de rest van de toverdrank wordt toegevoegd?”
Loena had zo stil gesproken dat geen enkele andere leerling er iets van gemerkt had en Severus wilde dat graag zo houden. “Wat denk je zelf?” vroeg hij in een even stille, maar strenge stem terug.
Loena dacht na. Ze voelde zich helemaal niet aangevallen door zijn korte antwoord, daarvoor was ze te hard geconcentreerd op haar toverdrank. “Ik denk dat ik het vlierbessensap zelf ook moet roeren voordat ik het toevoeg. “ Ze keek op van haar toverdrankenboek en zag hoe haar professor kort knikte. Ze glimlachte, dankbaar dat ze deze bevestiging kreeg en knikte even naar hem terug voordat ze snel nog enkele laatste notities nam.
]Voor een moment leek het alsof juffrouw Leeflang’s dankbaarheid zijn alertheid verzwakte en hij betrapte zichzelf erop dat hij langer naar haar keek dan hij kon veroorloven. Zodra hij zich hiervan bewust was, rukte hij zijn blik van haar los en stapte hij weer richting zijn bureau, enkel om te realiseren dat hij een van zijn belangrijkste leefregels net had verbroken: hij vond een leerling aardig.