28/08/2020, 14:03
(Dit bericht is het laatst bewerkt op 28/08/2020, 14:08 door CartoonJessie.)
Teamgenoten
Hij was naar Zweinsveld gegaan. Loena zat op de trappen voor Zweinstein, wachtend op zijn terugkeer. Nog steeds juichten leerlingen als ze haar zagen, en ditmaal grijnsde ze sluw en stak ze haar hand in dank op als ze haar bemoedigend aanspraken. Haar blik was echter streng gericht op het pad dat vanuit het Verboden Bos naar de ingang van het kasteel leidde.
Leerlingen zaten op het grasveld. Lezend, spelend, pratend... Ze genoten van de zon die boven hen scheen en Loena keek op toen iemand zich opeens naast haar zette.
“Hemeltje, Loena!” Ginny grijnsde breed. “De hele afdeling van Griffoendor is jaloers op je moed. Ik heb gehoord wat is gebeurd. Fantastisch!”
“Ja,” zei Loena in een alwetende toon. “Iemand moest die schurftige hond een lesje leren. Hij verdiende het!”
Ginny trok haar wenkbrauw op. Schurftige hond?
“Ja, hij is een echte eikel,” was Ginny het maar met haar eens. “Hoe heb je het gedaan?”
“Veel oefenen en zijn zwakke punten tegen hem uitspelen,” zei Loena wijs. “Maar ik ben nog niet klaar met hem. Ik zal hem nooit vergeven!”
Ginny trok weeral haar wenkbrauw op. Het was al verbazingwekkend genoeg geweest dat het Loena van alle mensen was geweest die Sneep een lesje had geleerd – maar dat ze er nu zo vreemd over sprak, was wel heel ongewoon.
“Daar komt hij al aan!” zei Loena enthousiast en ze sprong op en nam haar toverstaf. “Blijf uit de buurt, Ginny Wemel, ik zou niet wensen dat je gewond raakte!”
“Ginny Wemel?” herhaalde Ginny haar eigen naam – zo had Loena haar nog nooit genoemd. Ginny had het gevoel dat ze helemaal niet eens met Loena sprak en ze slikte terwijl haar vriendin de trappen af holde, voorbij de leerlingen die opkeken hoe ze met haar toverstaf voor haar afliep op de professor die zich in de verte – zich van geen kwaad bewust – terug naar het kasteel begaf.
Het was alsof de leerlingen beseften dat er iets op til was en enkele stonden recht en volgden Loena. Ginny liep op kop, verward door alles wat Loena haar zonet had gezegd.
Severus schrok lichtjes van de bende leerlingen die op hem af kwam gelopen. Dit was nog nooit eerder gebeurd... Zijn blik verstarde helemaal toen hij zag dat Loena vooropliep, met een stevige pas die Severus nog nooit had gezien.
“Sneep!” riep ze luid en hij hield stil terwijl ze hem naderde. “Jij schurftige hond! Je zult boeten voor hetgeen je hebt gedaan!”
Sneep slikte en was maar net op tijd om een schild op te trekken toen Loena hem een nonverbale spreuk toeschoot die hij niet eens kende.
“Loena!” riep Ginny paniekerig – dadelijk zou ze nog van school gestuurd worden! Wat bezielde haar?
Loena bleef stilstaan op het pad en keek even achter haar. Iedereen keek. Ze had de aandacht van zowel Griffoendors, Zwadderaars, Ravenklauwers en Huffelpuffers. Mooi.
“Juffrouw Leeflang, wat heeft dit te betekenen?!” riep Severus haar toe – niet-begrijpend waarom ze dit deed.
“Uw arrogantie overstijgt zelfs de astronomietoren – U zult boeten voor hetgeen u heeft misdaan! Uw zonden zullen bestraft worden!”
Severus keek haar wantrouwend aan. Dit klonk niet als Loena. Opeens werd hij opgeschrokken door de stem van Ginny Wemel, die hem van op afstand toeriep: “Professor! Ik denk niet dat dat Loena is!”
De leerlingen bleven op afstand staan terwijl Loena haar professor naderde. Ze draaide met ongeziene handigheid haar toverstaf rond in haar hand, voordat ze deze weer omklemde en een duistere vloek op Severus afstuurde.
Severus sprak de sterkste schildspreuk uit die hij kende, maar werd niet gespaard. Loena vocht met de behendigheid van een Duistere Tovenaar. Slechts enkele spreuken kon Severus herkennen – maar ze waren allen immens oud en Severus had het benauwd terwijl hij keer op keer maar nipt haar spreuken wist te ontwijken. Wat was er in hemelsnaam aan de hand?
“Juffrouw Leeflang!” riep hij terwijl hij de zoveelste spreuk afweerde. “Hou hier onmiddellijk mee op of ik zie me genoodzaakt de tegenaanval in te zetten!”
“Noem me bij mijn naam,” zei ze sluw en ze hief trots haar hoofd.
Severus keek wantrouwend naar haar. “Als u me uw naam geeft, zal ik u zo noemen,” zei hij opeens. Hij had geen idee wat bezit had genomen van Loena, maar hij moest voorzichtig zijn voor haar eigen welzijn.
“De Bloederige Baron,” zei Loena opeens. “En uw belediging zal niet langer duren! Ik zal u eindigen – hier en nu!”
Severus had geen flauw idee waar dit allemaal op sloeg, maar keek met de schrik in zijn ogen toe hoe de Bloederige Baron een nieuw salvo aan aanvallen op hem afvuurde. De meeste spreuken die hij gebruikte waren in de loop der jaren verloren gegaan en Severus had moeite met zijn verdedigingstechnieken op ze af te stellen. Hij moest in de tegenaanval – en gauw.
Maar ook Loena – of eerder de Bloederige Baron – was een ervaren duelleerder en hij had in zijn leven en dood tesamen meer ervaring opgedaan dan Severus ooit zou doen. Hij kon alle vloeken afslaan, al kostte het de Bloederige Baron veel moeite om genoeg magie op te roepen in het lichaam van het jonge meisje van Ravenklauw. Hij wist niet hoeveel langer hij dit zou kunnen volhouden in haar lichaam – maar besefte dat hij het niet te lang mocht laten duren. Het zou Loena schaden.
Hij herkende een verlamstraal die Severus op hem afvuurde en liet zijn verdediging bewust zakken. De straal raakte Loena en haar lichaam viel verlamd op de grond. Het was tijd voor de Bloederige Baron om zich te laten zien en hij verliet Loena’s lichaam weer en bleef boven haar lichaam zweven.
“Wees vervloekt, Severus Sneep!” brulde hij over de grasvelden van Zweinstein. “Wees vervloekt!”
“Wat heb ik bij Merlijn’s baard misdaan?!” brulde Severus woedend terug terwijl hij naar het lichaam van Loena rende – ze was verlamd – en alsof dat nog niet erg genoeg was, bloedde ze uit haar neus.
“U heeft Vilder de opdracht gegeven mijn schilderij te verhangen! U – u denkt zich waardig! Mijn schilderij heeft eeuwen in de Kerkers gehangen en U liet het verplaatsen naar de Keukens – waar ik nu dagelijks door onwaardige huiselven wordt aangestaard!”
Severus staarde het spook vol ongeloof aan. Ja – inderdaad – hij had dat schilderij laten verhangen – maar als hij had geweten dat de Bloederige Baron zelf dat niet leuk vond, had hij het wel gelaten!
“Is dat waar het om draait?!” riep hij ongelovig terwijl hij zich bukte en Loena’s pols voelde. Ze leefde nog. “Om je domme schilderij? Je had haar wel kunnen vermoorden!”
De leerlingen bleven op afstand staan en luisterden ingespannen mee. Dus dat had verklaard waarom Loena Sneep had kunnen vloeren de dag ervoren! De Bloederige Baron had wraak gezocht!
“Ofwel verhangt u mijn schilderij weer, ofwel zal ik haar de volgende keer dat ik haar beheers van de astronomietoren laten storten!”
“Jij je zin!” riep Severus nijdig en hij nam Loena’s toverstaf uit haar hand en stak die in zijn mouw – voordat de Baron het idee kreeg om haar lichaam weer te Begeesten. “Ik laat je schilderij wel weer verhangen. Had dat gewoon gezegd, man.”
De Bloederige Baron knikte en maakte een sierlijke buiging, daarna zweefde hij zonder een woord te zeggen terug naar het kasteel.
Severus raapte Loena van de grond op en tilde haar ijskoude lichaam op in zijn armen. Met snelle passen begaf hij zich verder naar het kasteel en de leerlingen schoven opzij toen hij erdoor kwam. Ginny rende naar hen toe en keek bezorgd naar Loena.
“Ik kan haar bloedneus stoppen!” zei ze snel.
“Dat kan iedere kleuter,” beet Severus haar toe. “Ze is net Begeest geworden – het laatste wat je wil, is magie op haar uitspreken – tenzij je haar dood wil. Ze heeft Begeestingsdrank nodig.”
Ginny zweeg en voelde zich lichtjes dom. Als professor Sneep er niet was geweest en zij Loena had willen helpen, had ze haar ongewild kunnen doden. Niet meteen wat ze wilde horen.
Iedereen volgde hen het kasteel binnen en Severus wist niet meteen wat te doen – hij wilde niet met honderd leerlingen in zijn kielzog naar de ziekenzaal wandelen – niet dat ze zo zwaar was, maar al die trappen maken onder de ogen van roddelzieke leerlingen...
Hij liep naar een van de schilderijen waar enkel de leerkrachten van gebruik mochten maken en zei “Krijstoneel” – gevolgd door “En laat niemand anders door.”
Sierlijk zwaaide het schilderij van de muur en Sneep stapte met Loena de duistere gang in die erachter lag. Ginny en de andere leerlingen keken nieuwsgierig toe hoe hij met haar achter het schilderij verdween en alle leerlingen die net hun professor met Lijpo Leeflang in zijn armen hadden gezien, draaiden naar Ginny en de andere leerlingen die buiten hadden gezeten voor meer informatie.
Severus liep de trappen af van de geheime gang die naar de kerkers leidde en schrok zich een hoedje toen de Bloederige Baron opeens voor hem opdoemde.
“Hoe is ze? Gaat het met haar?”
Severus verschrok zich lichtjes, maar hield niet stil. Hij moest haar naar de Kerkers krijgen. “Je had haar kunnen doden!”
“Zover had ik het nooit laten komen,” zei de Baron snel en hij keek naar haar. “Oei, hemeltje, dat is een hevige bloedneus!”
“Wat kan het jou schelen – jij bent enkel geïnteresseerd in je domme schilderij!” beet Sneep hem woedend toe.
De Baron lachte luid. “En dat geloof je zelf?”
Severus was even van zijn stuk geslagen. Waar had hij het over?
Een nieuw portret zwaaide open en Severus stapte zijn kamer binnen. Hij haastte zich naar de lange, zwartlederen fauteuil en legde haar erin neer. Vervolgens stapte hij op een enorme kast af die van boven tot onder vol stond met toverdranken.
De Bloederige Baron bleef in de tussentijd bezorgd boven Loena zweven. “Ze heeft veel magie in zich – maar nog niet genoeg om dat van een volwassen tovenaar te evenaren. Ze heeft echter veel aanleg, dat kon ik voelen.”
Severus vond al gauw zijn flesje Begeestingsdrank en snelde zich naar Loena. Hij hief haar hoofd en bracht het flesje aan haar lippen.
De Bloederige Baron keek geïnteresseerd toe. Hij zag de bezorgde houding van het hoofd van Zwadderich voor het lieve kind van Ravenklauw. Sneep had echter één voordeel wat de Bloederige Baron nooit had gehad – hij had de liefde van zijn Ravenklauwse.
Eens het flesje op was, hield hij haar hand vast. Hij voelde langzaamaan de warmte in haar hand terugkeren – maar mocht nog niet onmiddellijk de verlammingsspreuk opheffen of haar bloedneus stoppen. Op dit punt was het nog steeds gevaarlijk om magie te gebruiken.
“Heb je het nog steeds niet door, Severus?” vroeg de Bloederige Baron opeens en hij keek de professor speels aan. “Wat we hadden afgesproken?”
Severus keek verward naar het spook dat voor hem zweefde. Hij was gefrustreerd – maar kon absoluut niet bedenken waar dit om draaide.
“Ze wilde je eer en reputatie redden,” zei de Bloederige Baron simpel. “Ze was zo enorm van haar stuk van hetgeen ze had gedaan – ze wilde je vriendschap niet kwijt.”
Severus keek verward en met angst in zijn ogen naar de Baron, maar deze glimlachte vertrouwelijk.
“Ze heeft me alles verteld en samen zijn we op het idee gekomen om iedereen te doen geloven dat ik haar al die tijd heb beheerst. Als ze wakker wordt en terugkeert naar haar afdeling, zal ze iedereen vertellen hoe zij me toestemming had gegeven om haar te Begeesten – omdat ik een leugen had verteld over de reden waarom. Het zal lang niet zo vernederend zijn voor je om toe te geven dat je gevloerd bent geworden door het machtigste spook van Zweinstein – in tegenstelling tot toegeven dat Lijpo Leeflang het van je had gewonnen!”
Severus voelde zich echter niet beter van dat nieuws – het was prachtig als dat hun plan was en het redde inderdaad zijn reputatie – maar Severus had niet het idee dat hij dit verdiende. Hij had haar al volledig opgegeven, maar dit bewees haar trouw en vriendschap aan hem meer dan wat dan ook. Haar eigen reputatie zou weer een deuk lopen als iedereen zou horen hoe stom ze was geweest om zich te laten Begeesten en het bijgewonnen respect van haar medestudenten zou weer verdwijnen als sneeuw voor de zon. Wilde hij haar dat offer laten maken? Het was nu te laat om het te ontdoen.
“Maar zeg zelf,” ging de Bloederige Baron verder. “We waren wel nogal een team, vond je ook niet? Wat vond je trouwens van mijn act? Wat vond je van mijn woordenschat? Theatraal he? Ik vond het heerlijk!”
Severus schoot de Baron een dodelijke blik (niet dat een dodelijke blik veel effect had op een al even dode geest) en de Baron begreep wat hij wilde zeggen.
“Ik ga al... Doe haar de groeten van me.”
De kettingen van de Baron ratelden terwijl hij de kamer uitzweefde en Severus draaide zich naar Loena. Het was tijd om haar verlamming op te heffen.
Hij was naar Zweinsveld gegaan. Loena zat op de trappen voor Zweinstein, wachtend op zijn terugkeer. Nog steeds juichten leerlingen als ze haar zagen, en ditmaal grijnsde ze sluw en stak ze haar hand in dank op als ze haar bemoedigend aanspraken. Haar blik was echter streng gericht op het pad dat vanuit het Verboden Bos naar de ingang van het kasteel leidde.
Leerlingen zaten op het grasveld. Lezend, spelend, pratend... Ze genoten van de zon die boven hen scheen en Loena keek op toen iemand zich opeens naast haar zette.
“Hemeltje, Loena!” Ginny grijnsde breed. “De hele afdeling van Griffoendor is jaloers op je moed. Ik heb gehoord wat is gebeurd. Fantastisch!”
“Ja,” zei Loena in een alwetende toon. “Iemand moest die schurftige hond een lesje leren. Hij verdiende het!”
Ginny trok haar wenkbrauw op. Schurftige hond?
“Ja, hij is een echte eikel,” was Ginny het maar met haar eens. “Hoe heb je het gedaan?”
“Veel oefenen en zijn zwakke punten tegen hem uitspelen,” zei Loena wijs. “Maar ik ben nog niet klaar met hem. Ik zal hem nooit vergeven!”
Ginny trok weeral haar wenkbrauw op. Het was al verbazingwekkend genoeg geweest dat het Loena van alle mensen was geweest die Sneep een lesje had geleerd – maar dat ze er nu zo vreemd over sprak, was wel heel ongewoon.
“Daar komt hij al aan!” zei Loena enthousiast en ze sprong op en nam haar toverstaf. “Blijf uit de buurt, Ginny Wemel, ik zou niet wensen dat je gewond raakte!”
“Ginny Wemel?” herhaalde Ginny haar eigen naam – zo had Loena haar nog nooit genoemd. Ginny had het gevoel dat ze helemaal niet eens met Loena sprak en ze slikte terwijl haar vriendin de trappen af holde, voorbij de leerlingen die opkeken hoe ze met haar toverstaf voor haar afliep op de professor die zich in de verte – zich van geen kwaad bewust – terug naar het kasteel begaf.
Het was alsof de leerlingen beseften dat er iets op til was en enkele stonden recht en volgden Loena. Ginny liep op kop, verward door alles wat Loena haar zonet had gezegd.
Severus schrok lichtjes van de bende leerlingen die op hem af kwam gelopen. Dit was nog nooit eerder gebeurd... Zijn blik verstarde helemaal toen hij zag dat Loena vooropliep, met een stevige pas die Severus nog nooit had gezien.
“Sneep!” riep ze luid en hij hield stil terwijl ze hem naderde. “Jij schurftige hond! Je zult boeten voor hetgeen je hebt gedaan!”
Sneep slikte en was maar net op tijd om een schild op te trekken toen Loena hem een nonverbale spreuk toeschoot die hij niet eens kende.
“Loena!” riep Ginny paniekerig – dadelijk zou ze nog van school gestuurd worden! Wat bezielde haar?
Loena bleef stilstaan op het pad en keek even achter haar. Iedereen keek. Ze had de aandacht van zowel Griffoendors, Zwadderaars, Ravenklauwers en Huffelpuffers. Mooi.
“Juffrouw Leeflang, wat heeft dit te betekenen?!” riep Severus haar toe – niet-begrijpend waarom ze dit deed.
“Uw arrogantie overstijgt zelfs de astronomietoren – U zult boeten voor hetgeen u heeft misdaan! Uw zonden zullen bestraft worden!”
Severus keek haar wantrouwend aan. Dit klonk niet als Loena. Opeens werd hij opgeschrokken door de stem van Ginny Wemel, die hem van op afstand toeriep: “Professor! Ik denk niet dat dat Loena is!”
De leerlingen bleven op afstand staan terwijl Loena haar professor naderde. Ze draaide met ongeziene handigheid haar toverstaf rond in haar hand, voordat ze deze weer omklemde en een duistere vloek op Severus afstuurde.
Severus sprak de sterkste schildspreuk uit die hij kende, maar werd niet gespaard. Loena vocht met de behendigheid van een Duistere Tovenaar. Slechts enkele spreuken kon Severus herkennen – maar ze waren allen immens oud en Severus had het benauwd terwijl hij keer op keer maar nipt haar spreuken wist te ontwijken. Wat was er in hemelsnaam aan de hand?
“Juffrouw Leeflang!” riep hij terwijl hij de zoveelste spreuk afweerde. “Hou hier onmiddellijk mee op of ik zie me genoodzaakt de tegenaanval in te zetten!”
“Noem me bij mijn naam,” zei ze sluw en ze hief trots haar hoofd.
Severus keek wantrouwend naar haar. “Als u me uw naam geeft, zal ik u zo noemen,” zei hij opeens. Hij had geen idee wat bezit had genomen van Loena, maar hij moest voorzichtig zijn voor haar eigen welzijn.
“De Bloederige Baron,” zei Loena opeens. “En uw belediging zal niet langer duren! Ik zal u eindigen – hier en nu!”
Severus had geen flauw idee waar dit allemaal op sloeg, maar keek met de schrik in zijn ogen toe hoe de Bloederige Baron een nieuw salvo aan aanvallen op hem afvuurde. De meeste spreuken die hij gebruikte waren in de loop der jaren verloren gegaan en Severus had moeite met zijn verdedigingstechnieken op ze af te stellen. Hij moest in de tegenaanval – en gauw.
Maar ook Loena – of eerder de Bloederige Baron – was een ervaren duelleerder en hij had in zijn leven en dood tesamen meer ervaring opgedaan dan Severus ooit zou doen. Hij kon alle vloeken afslaan, al kostte het de Bloederige Baron veel moeite om genoeg magie op te roepen in het lichaam van het jonge meisje van Ravenklauw. Hij wist niet hoeveel langer hij dit zou kunnen volhouden in haar lichaam – maar besefte dat hij het niet te lang mocht laten duren. Het zou Loena schaden.
Hij herkende een verlamstraal die Severus op hem afvuurde en liet zijn verdediging bewust zakken. De straal raakte Loena en haar lichaam viel verlamd op de grond. Het was tijd voor de Bloederige Baron om zich te laten zien en hij verliet Loena’s lichaam weer en bleef boven haar lichaam zweven.
“Wees vervloekt, Severus Sneep!” brulde hij over de grasvelden van Zweinstein. “Wees vervloekt!”
“Wat heb ik bij Merlijn’s baard misdaan?!” brulde Severus woedend terug terwijl hij naar het lichaam van Loena rende – ze was verlamd – en alsof dat nog niet erg genoeg was, bloedde ze uit haar neus.
“U heeft Vilder de opdracht gegeven mijn schilderij te verhangen! U – u denkt zich waardig! Mijn schilderij heeft eeuwen in de Kerkers gehangen en U liet het verplaatsen naar de Keukens – waar ik nu dagelijks door onwaardige huiselven wordt aangestaard!”
Severus staarde het spook vol ongeloof aan. Ja – inderdaad – hij had dat schilderij laten verhangen – maar als hij had geweten dat de Bloederige Baron zelf dat niet leuk vond, had hij het wel gelaten!
“Is dat waar het om draait?!” riep hij ongelovig terwijl hij zich bukte en Loena’s pols voelde. Ze leefde nog. “Om je domme schilderij? Je had haar wel kunnen vermoorden!”
De leerlingen bleven op afstand staan en luisterden ingespannen mee. Dus dat had verklaard waarom Loena Sneep had kunnen vloeren de dag ervoren! De Bloederige Baron had wraak gezocht!
“Ofwel verhangt u mijn schilderij weer, ofwel zal ik haar de volgende keer dat ik haar beheers van de astronomietoren laten storten!”
“Jij je zin!” riep Severus nijdig en hij nam Loena’s toverstaf uit haar hand en stak die in zijn mouw – voordat de Baron het idee kreeg om haar lichaam weer te Begeesten. “Ik laat je schilderij wel weer verhangen. Had dat gewoon gezegd, man.”
De Bloederige Baron knikte en maakte een sierlijke buiging, daarna zweefde hij zonder een woord te zeggen terug naar het kasteel.
Severus raapte Loena van de grond op en tilde haar ijskoude lichaam op in zijn armen. Met snelle passen begaf hij zich verder naar het kasteel en de leerlingen schoven opzij toen hij erdoor kwam. Ginny rende naar hen toe en keek bezorgd naar Loena.
“Ik kan haar bloedneus stoppen!” zei ze snel.
“Dat kan iedere kleuter,” beet Severus haar toe. “Ze is net Begeest geworden – het laatste wat je wil, is magie op haar uitspreken – tenzij je haar dood wil. Ze heeft Begeestingsdrank nodig.”
Ginny zweeg en voelde zich lichtjes dom. Als professor Sneep er niet was geweest en zij Loena had willen helpen, had ze haar ongewild kunnen doden. Niet meteen wat ze wilde horen.
Iedereen volgde hen het kasteel binnen en Severus wist niet meteen wat te doen – hij wilde niet met honderd leerlingen in zijn kielzog naar de ziekenzaal wandelen – niet dat ze zo zwaar was, maar al die trappen maken onder de ogen van roddelzieke leerlingen...
Hij liep naar een van de schilderijen waar enkel de leerkrachten van gebruik mochten maken en zei “Krijstoneel” – gevolgd door “En laat niemand anders door.”
Sierlijk zwaaide het schilderij van de muur en Sneep stapte met Loena de duistere gang in die erachter lag. Ginny en de andere leerlingen keken nieuwsgierig toe hoe hij met haar achter het schilderij verdween en alle leerlingen die net hun professor met Lijpo Leeflang in zijn armen hadden gezien, draaiden naar Ginny en de andere leerlingen die buiten hadden gezeten voor meer informatie.
Severus liep de trappen af van de geheime gang die naar de kerkers leidde en schrok zich een hoedje toen de Bloederige Baron opeens voor hem opdoemde.
“Hoe is ze? Gaat het met haar?”
Severus verschrok zich lichtjes, maar hield niet stil. Hij moest haar naar de Kerkers krijgen. “Je had haar kunnen doden!”
“Zover had ik het nooit laten komen,” zei de Baron snel en hij keek naar haar. “Oei, hemeltje, dat is een hevige bloedneus!”
“Wat kan het jou schelen – jij bent enkel geïnteresseerd in je domme schilderij!” beet Sneep hem woedend toe.
De Baron lachte luid. “En dat geloof je zelf?”
Severus was even van zijn stuk geslagen. Waar had hij het over?
Een nieuw portret zwaaide open en Severus stapte zijn kamer binnen. Hij haastte zich naar de lange, zwartlederen fauteuil en legde haar erin neer. Vervolgens stapte hij op een enorme kast af die van boven tot onder vol stond met toverdranken.
De Bloederige Baron bleef in de tussentijd bezorgd boven Loena zweven. “Ze heeft veel magie in zich – maar nog niet genoeg om dat van een volwassen tovenaar te evenaren. Ze heeft echter veel aanleg, dat kon ik voelen.”
Severus vond al gauw zijn flesje Begeestingsdrank en snelde zich naar Loena. Hij hief haar hoofd en bracht het flesje aan haar lippen.
De Bloederige Baron keek geïnteresseerd toe. Hij zag de bezorgde houding van het hoofd van Zwadderich voor het lieve kind van Ravenklauw. Sneep had echter één voordeel wat de Bloederige Baron nooit had gehad – hij had de liefde van zijn Ravenklauwse.
Eens het flesje op was, hield hij haar hand vast. Hij voelde langzaamaan de warmte in haar hand terugkeren – maar mocht nog niet onmiddellijk de verlammingsspreuk opheffen of haar bloedneus stoppen. Op dit punt was het nog steeds gevaarlijk om magie te gebruiken.
“Heb je het nog steeds niet door, Severus?” vroeg de Bloederige Baron opeens en hij keek de professor speels aan. “Wat we hadden afgesproken?”
Severus keek verward naar het spook dat voor hem zweefde. Hij was gefrustreerd – maar kon absoluut niet bedenken waar dit om draaide.
“Ze wilde je eer en reputatie redden,” zei de Bloederige Baron simpel. “Ze was zo enorm van haar stuk van hetgeen ze had gedaan – ze wilde je vriendschap niet kwijt.”
Severus keek verward en met angst in zijn ogen naar de Baron, maar deze glimlachte vertrouwelijk.
“Ze heeft me alles verteld en samen zijn we op het idee gekomen om iedereen te doen geloven dat ik haar al die tijd heb beheerst. Als ze wakker wordt en terugkeert naar haar afdeling, zal ze iedereen vertellen hoe zij me toestemming had gegeven om haar te Begeesten – omdat ik een leugen had verteld over de reden waarom. Het zal lang niet zo vernederend zijn voor je om toe te geven dat je gevloerd bent geworden door het machtigste spook van Zweinstein – in tegenstelling tot toegeven dat Lijpo Leeflang het van je had gewonnen!”
Severus voelde zich echter niet beter van dat nieuws – het was prachtig als dat hun plan was en het redde inderdaad zijn reputatie – maar Severus had niet het idee dat hij dit verdiende. Hij had haar al volledig opgegeven, maar dit bewees haar trouw en vriendschap aan hem meer dan wat dan ook. Haar eigen reputatie zou weer een deuk lopen als iedereen zou horen hoe stom ze was geweest om zich te laten Begeesten en het bijgewonnen respect van haar medestudenten zou weer verdwijnen als sneeuw voor de zon. Wilde hij haar dat offer laten maken? Het was nu te laat om het te ontdoen.
“Maar zeg zelf,” ging de Bloederige Baron verder. “We waren wel nogal een team, vond je ook niet? Wat vond je trouwens van mijn act? Wat vond je van mijn woordenschat? Theatraal he? Ik vond het heerlijk!”
Severus schoot de Baron een dodelijke blik (niet dat een dodelijke blik veel effect had op een al even dode geest) en de Baron begreep wat hij wilde zeggen.
“Ik ga al... Doe haar de groeten van me.”
De kettingen van de Baron ratelden terwijl hij de kamer uitzweefde en Severus draaide zich naar Loena. Het was tijd om haar verlamming op te heffen.