28/08/2020, 13:06
(Dit bericht is het laatst bewerkt op 28/08/2020, 13:15 door CartoonJessie.)
Brieven
3 augustus 1996
Beste professor Sneep,
Ik dank u voor uw brief en wil me alvast verontschuldigen voor mijn gehaaste antwoord. U was namelijk vergeten uw adres mee te delen en de enige manier waarop ik u weet te bereiken, is door deze brief aan uw bruine kerkuil mee terug te geven. Ik weet niet van hoever uw kerkuil komt en hoe lang hij nog zal willen rusten, dus hou ik de brief kort.
Ik wil u ervan verzekeren dat u me niet ontzet hebt of reden hebt gegeven om over wat dan ook indiscreet te zijn. Ik zou het liefst niet vergeten wat er gisterennacht is gebeurd en vind het ook heel jammer dat u het wel vergeten bent.
Ik vrees ook dat ik u niet langer als vanouds zou kunnen zien. Mijn beeld van u is veranderd - in de positieve zin - en dat kan ik niet ongedaan maken. Uw angst dat ik niet discreet met de situatie zou kunnen omgaan, is niet relevant. Ik zou nooit een vriend kunnen verraden. Het is mijn spijt dat u dat niet beseft.
Excuses voor mijn warrige en snelle geschrift, maar uw uil is erg onrustig en ik denk niet dat ik de tijd heb om in meer detail te treden.
Vriendelijke groetjes,
Loena
8 augustus 1996
Beste Severus,
Als ik ervan mag uitgaan dat we vrienden zijn, zou ik graag hebben dat u me Loena noemde. Ik heb mezelf erop berecht u weer bij uw voornaam te noemen en zou wensen dat u hetzelfde deed.
U stuurt uw brieven met uilen uit de Uilenvleugel van Zweinstein, is het niet? Ik herken de uil die ditmaal uw brief bracht. Ik heb hem ooit met Hagrid verzorgd in mijn tweede jaar. Hij had toen een lamme vleugel. Ik denk dat hij me zelfs nog kent, hij lijkt het helemaal niet erg vinden om hier te wachten. De bruine kerkuil van vorige keer kon amper wachten om weer terug te keren, maar dankzij Spokkie (zo noemde Hagrid hem) kan ik de tijd nemen om u van een leesbaar antwoord te voorzien. Ik dacht al haast dat uw antwoord zo lang op zich liet wachten omdat u mijn handschrift niet kon ontcijferen. Ik ben alvast blij dat het u gelukt is om mijn vorige brief te lezen.
U schreef dat u het moeilijk vond om een brief te schrijven aan me omdat u niet wist wat ik verwacht. Ik heb geen echte verwachtingen, maar wees gerust dat ik heel tevreden was met uw brief en dat ook zal zijn met toekomstige brieven, ongeacht waar u over schrijft.
Ik vond het ook een hele geruststelling om te horen dat u zich nog herinnerde waarover we hadden gesproken die nacht – ik zou het heel vervelend hebben gevonden als u alles echt vergeten was.
Ik schrijf graag brieven, maar doe het niet zo vaak – vandaar dat ik het misschien zo moeilijk heb om nu te bedenken wat ik u graag zou willen vertellen. Er is helaas niet veel wonderbaarlijks gebeurd de afgelopen dagen. Vader is heel druk aan het werk voor de nieuwe editie van de Kibbelaar rond te krijgen, dus zijn we nergens heen gegaan. Ik zit veel in de tuin, lees of teken wat. Ik vroeg me af wat u deed tijdens uw vakantie?
Ik hoop natuurlijk op een spoedig antwoord, maar ik begrijp het ook als u met belangrijkere zaken aan uw hoofd zit en daardoor niet snel kan terugsturen.
Vriendelijke groetjes,
Loena
PS: Ik voeg een blaadje toe van de Kruipmadelief. We hebben er heel veel van in de tuin staan, al zijn ze redelijk zeldzaam. Als u een tuin hebt, kunt u zelf de plant kweken. Met verkwikkingsdrank kan u een volledige plant doen groeien uit een enkel blaadje.
10 augustus 1996
Beste Severus,
Ik vind het heel fijn dat je me vroeg naar wat ik tekende. Niet veel mensen hebben daar interesse in. Ik voeg dan ook een tekening van de Kreukelhoornige Snottifant en een van het Paarslippige Zeemeermonster toe. Ik beschouw het als enkele van mijn beste tekeningen.
Over je vraag wat ik later zou willen worden moet ik eerlijk zeggen dat ik geen echte ambities koester. Ik zie wel waar ik eindig. Ik vermoed dat een Zwadderaar dat vreemd vind, maar ik ben dan ook een Ravenklauwer. Mijn interesses gaan wel uit naar Fabeldieren – maar ook Verweer tegen de Zwarte Kunsten vind ik steeds leuker worden. Niet dankzij professor Omber, dat wil ik er even bijzeggen.
Maar ik denk niet dat ik later tevreden zou zijn met een baantje bij het Ministerie als dat zou betekenen dat ik van negen tot vijf in dat muffe gebouw zou moeten zitten. Ik hou van het idee van meer avontuur dan dat. Misschien is dat gewoon een manier om alle saaie momenten tijdens mijn vakantie en schooljaar te compenseren. Ik hoop dat het meer dan een droom zal zijn.
Nog maar 21 dagen tot school weer begint – ik kijk er zo naar uit! Zelfs naar de lessen Toverdranken, voor eens dan toch. (En dat bedoel ik met een knipoog)
Vriendelijke groetjes,
Loena Leeflang
15 augustus 1996
Beste Severus,
Proficiat! Ik ben echt heel blij dat je de lessen Verweer zal overnemen! Dan leren we eindelijk nog eens iets bij! En natuurlijk ben ik ook blij voor jou, iedereen op Zweinstein weet al jaren dat je Verweer boven Toverdranken verkiest. Maar toch – ik weet niet of je erin gelooft, maar ik vrees voor de vloek. Geen enkele leraar Verweer houdt het langer dan een jaar vol! Professor Smalhart verloor zijn geheugen, professor Lupos was een weerwolf (ok, misschien dat hij dat ook al was voor hij begon met lesgeven, maar zijn hele reputatie is sindsdien wel om zeep), professor Dolleman was helemaal niet professor Dolleman en professor Omber – wel – zij was een vloek op zich – maar wat haar is gebeurd in het Verboden Bos is haar ook niet goed bevallen. Ik vrees voor wat de vloek jou zou kunnen aandoen! Let alsjeblieft op. Ik vertrouw het gewoon niet en ergens zou ik dan ook wensen dat je toverdrankprofessor bleef.
En ik hoop dat je inderdaad een strengere en meer eisende leermeester zal zijn dan Harry – niet dat ik afbraak wil doen aan hetgeen hij mij en de anderen geleerd heeft! Absoluut niet! Maar het is nu eenmaal een feit dat Verweer levensbelangrijk is in deze tijden – en Harry heeft ons ook weer niet alles kunnen leren wat nodig is – door de aanstelling van Omber zit iedereen met een grote achterstand, maar ik ben er zeker van dat je die zal kunnen wegwerken!
Ik ben trouwens begonnen aan twee boekenleggers voor u. Dat is handiger dan volledige tekeningen. Eentje voor boeken van Verweer en eentje voor boeken van Toverdranken. Ga je je nog bezig houden met Toverdranken nu dat je Verweer gaat geven?
Ik ga verder werken aan ze. Ik wacht alvast met veel plezier op de volgende brief!
Vele groetjes,
Loena
3 augustus 1996
Beste professor Sneep,
Ik dank u voor uw brief en wil me alvast verontschuldigen voor mijn gehaaste antwoord. U was namelijk vergeten uw adres mee te delen en de enige manier waarop ik u weet te bereiken, is door deze brief aan uw bruine kerkuil mee terug te geven. Ik weet niet van hoever uw kerkuil komt en hoe lang hij nog zal willen rusten, dus hou ik de brief kort.
Ik wil u ervan verzekeren dat u me niet ontzet hebt of reden hebt gegeven om over wat dan ook indiscreet te zijn. Ik zou het liefst niet vergeten wat er gisterennacht is gebeurd en vind het ook heel jammer dat u het wel vergeten bent.
Ik vrees ook dat ik u niet langer als vanouds zou kunnen zien. Mijn beeld van u is veranderd - in de positieve zin - en dat kan ik niet ongedaan maken. Uw angst dat ik niet discreet met de situatie zou kunnen omgaan, is niet relevant. Ik zou nooit een vriend kunnen verraden. Het is mijn spijt dat u dat niet beseft.
Excuses voor mijn warrige en snelle geschrift, maar uw uil is erg onrustig en ik denk niet dat ik de tijd heb om in meer detail te treden.
Vriendelijke groetjes,
Loena
7 augustus 1996
Geachte juffrouw Leeflang,
Weeral stuur ik een uil om mijn excuses aan te bieden. Waar ik echter in mijn eerste brief mijn excuses aanbood voor mijn tekortkomingen als professor, stuur ik ditmaal mijn excuses voor mijn tekortkomingen als vriend.
Wat ik u wil verduidelijken alvorens ik ophoud met uw tijd te verdoen, is dat het mijn oprechte vrees was dat mijn herinneringen van die nacht aangetast waren door het overmatige gebruik van alcohol. Ik vertrouwde niet op mijn herinneringen van onze gesprekken of de woorden die ik dacht dat u gesproken had – uit vrees dat het slechts de weergave van een vervormde realiteit was. De logica in mij overtuigde me ervan dat u wel enige vorm van aanstoot of afkeer had ervaren en het gemakkelijker zou zijn voor ons beiden om de volledige nacht te vergeten.
Ik bied ook mijn excuses voor de late reactie in het algemeen. Ik weet niet of u alsnog een reactie verwachtte, maar verontschuldig me dan voor u te doen wachten. Het was – is – niet gemakkelijk voor mij om deze brief te schrijven aangezien ik niet weet wat u precies verwacht.
Ik zou u alsnog een aangename vakantie willen toewensen en me – nogmaals – willen excuseren voor al het ongemak dat ik u al dan niet heb bezorgd.
Hoogachtend,
Severus Sneep
8 augustus 1996
Beste Severus,
Als ik ervan mag uitgaan dat we vrienden zijn, zou ik graag hebben dat u me Loena noemde. Ik heb mezelf erop berecht u weer bij uw voornaam te noemen en zou wensen dat u hetzelfde deed.
U stuurt uw brieven met uilen uit de Uilenvleugel van Zweinstein, is het niet? Ik herken de uil die ditmaal uw brief bracht. Ik heb hem ooit met Hagrid verzorgd in mijn tweede jaar. Hij had toen een lamme vleugel. Ik denk dat hij me zelfs nog kent, hij lijkt het helemaal niet erg vinden om hier te wachten. De bruine kerkuil van vorige keer kon amper wachten om weer terug te keren, maar dankzij Spokkie (zo noemde Hagrid hem) kan ik de tijd nemen om u van een leesbaar antwoord te voorzien. Ik dacht al haast dat uw antwoord zo lang op zich liet wachten omdat u mijn handschrift niet kon ontcijferen. Ik ben alvast blij dat het u gelukt is om mijn vorige brief te lezen.
U schreef dat u het moeilijk vond om een brief te schrijven aan me omdat u niet wist wat ik verwacht. Ik heb geen echte verwachtingen, maar wees gerust dat ik heel tevreden was met uw brief en dat ook zal zijn met toekomstige brieven, ongeacht waar u over schrijft.
Ik vond het ook een hele geruststelling om te horen dat u zich nog herinnerde waarover we hadden gesproken die nacht – ik zou het heel vervelend hebben gevonden als u alles echt vergeten was.
Ik schrijf graag brieven, maar doe het niet zo vaak – vandaar dat ik het misschien zo moeilijk heb om nu te bedenken wat ik u graag zou willen vertellen. Er is helaas niet veel wonderbaarlijks gebeurd de afgelopen dagen. Vader is heel druk aan het werk voor de nieuwe editie van de Kibbelaar rond te krijgen, dus zijn we nergens heen gegaan. Ik zit veel in de tuin, lees of teken wat. Ik vroeg me af wat u deed tijdens uw vakantie?
Ik hoop natuurlijk op een spoedig antwoord, maar ik begrijp het ook als u met belangrijkere zaken aan uw hoofd zit en daardoor niet snel kan terugsturen.
Vriendelijke groetjes,
Loena
PS: Ik voeg een blaadje toe van de Kruipmadelief. We hebben er heel veel van in de tuin staan, al zijn ze redelijk zeldzaam. Als u een tuin hebt, kunt u zelf de plant kweken. Met verkwikkingsdrank kan u een volledige plant doen groeien uit een enkel blaadje.
9 augustus 1996
Beste Loena,
Ik dank je voor je brief en het blaadje van de Kruipmadelief. Dat was heel vriendelijk van je, maar ik vrees dat ik geen tuin heb om mijn eigen Kruipmadeliefjes in te groeien.
Ik was vandaag op Zweinstein en heb het blaadje – en een fles verkwikkingsdrank – aan professor Stronk gegeven. Ze vroeg zich natuurlijk af hoe ik eraan kwam, maar ik heb niets losgelaten. Ze was uitermate tevreden.
Je moet je geen zorgen maken over je geschrift – ook in je eerste brief was het perfect leesbaar. Na vijftien jaar huiswerk verbeteren is het merkwaardig hoeveel onleesbare handschriften men kan ontcijferen.
Je vroeg je af wat ik deed in de vakantie. Zoals al aangehaald, was ik vandaag op Zweinstein. Een stafvergadering. De 16e augustus volgt er weer een. Maar in de tussentijd spendeer ik veel tijd met boeken waarvoor ik tijdens het schooljaar geen tijd had om ze te lezen.
Ik vroeg me af wat je zoal tekende? Heb je al enig idee wat je later wil worden?
Als je om een of andere reden je ongemakkelijk zou voelen om mijn vragen te beantwoorden, zou ik het je niet kwalijk nemen. Ik wens je nogmaals een fijne vakantie.
Vriendelijke groeten,
Severus Sneep
10 augustus 1996
Beste Severus,
Ik vind het heel fijn dat je me vroeg naar wat ik tekende. Niet veel mensen hebben daar interesse in. Ik voeg dan ook een tekening van de Kreukelhoornige Snottifant en een van het Paarslippige Zeemeermonster toe. Ik beschouw het als enkele van mijn beste tekeningen.
Over je vraag wat ik later zou willen worden moet ik eerlijk zeggen dat ik geen echte ambities koester. Ik zie wel waar ik eindig. Ik vermoed dat een Zwadderaar dat vreemd vind, maar ik ben dan ook een Ravenklauwer. Mijn interesses gaan wel uit naar Fabeldieren – maar ook Verweer tegen de Zwarte Kunsten vind ik steeds leuker worden. Niet dankzij professor Omber, dat wil ik er even bijzeggen.
Maar ik denk niet dat ik later tevreden zou zijn met een baantje bij het Ministerie als dat zou betekenen dat ik van negen tot vijf in dat muffe gebouw zou moeten zitten. Ik hou van het idee van meer avontuur dan dat. Misschien is dat gewoon een manier om alle saaie momenten tijdens mijn vakantie en schooljaar te compenseren. Ik hoop dat het meer dan een droom zal zijn.
Nog maar 21 dagen tot school weer begint – ik kijk er zo naar uit! Zelfs naar de lessen Toverdranken, voor eens dan toch. (En dat bedoel ik met een knipoog)
Vriendelijke groetjes,
Loena Leeflang
14 augustus 1996
Beste Loena,
Ik hoop dat ik je niet te lang aan het wachten heb gelaten. Ik vrees dat ik de afgelopen dagen geen tijd heb gevonden om je van een antwoord te voorzien. Ik had andere zaken aan mijn hoofd. Waaronder een rattenprobleem bij mij thuis – je wilt het niet weten.
Ik heb je tekeningen goed ontvangen. Ik geef toe – ze zijn best interessant. Je kleurgebruik is een tikje te optimistisch en snoepgoed-gekleurd naar mijn eigen smaak, maar ik veronderstel dat ik dat voor meer dan enkel je tekeningen zou kunnen zeggen. Momenteel gebruik ik ze als boekenleggers. Het formaat is wat onhandig – maar gelukkig ben ik bezig in enkele enorm grote boeken.
Ik moet je echter ergens over teleurstellen – of misschien net niet. Ik zal dit jaar niet terugkeren als professor Toverdranken. Maar ik heb het lichte vermoeden dat ik binnenkort zelf zal kunnen zien hoe graag je Verweer tegen de Zwarte Kunsten doet. Ik weet van het Strijders van Perkamentus clubje. Perkamentus durft er nu en dan mee dwepen op de stafvergadering. Ik ben alvast benieuwd hoeveel je hebt geleerd van Potter, maar wees verzekerd dat ik een strengere en meer eisende leermeester zal zijn dan hem.
Vriendelijke groeten,
Severus Sneep
15 augustus 1996
Beste Severus,
Proficiat! Ik ben echt heel blij dat je de lessen Verweer zal overnemen! Dan leren we eindelijk nog eens iets bij! En natuurlijk ben ik ook blij voor jou, iedereen op Zweinstein weet al jaren dat je Verweer boven Toverdranken verkiest. Maar toch – ik weet niet of je erin gelooft, maar ik vrees voor de vloek. Geen enkele leraar Verweer houdt het langer dan een jaar vol! Professor Smalhart verloor zijn geheugen, professor Lupos was een weerwolf (ok, misschien dat hij dat ook al was voor hij begon met lesgeven, maar zijn hele reputatie is sindsdien wel om zeep), professor Dolleman was helemaal niet professor Dolleman en professor Omber – wel – zij was een vloek op zich – maar wat haar is gebeurd in het Verboden Bos is haar ook niet goed bevallen. Ik vrees voor wat de vloek jou zou kunnen aandoen! Let alsjeblieft op. Ik vertrouw het gewoon niet en ergens zou ik dan ook wensen dat je toverdrankprofessor bleef.
En ik hoop dat je inderdaad een strengere en meer eisende leermeester zal zijn dan Harry – niet dat ik afbraak wil doen aan hetgeen hij mij en de anderen geleerd heeft! Absoluut niet! Maar het is nu eenmaal een feit dat Verweer levensbelangrijk is in deze tijden – en Harry heeft ons ook weer niet alles kunnen leren wat nodig is – door de aanstelling van Omber zit iedereen met een grote achterstand, maar ik ben er zeker van dat je die zal kunnen wegwerken!
Ik ben trouwens begonnen aan twee boekenleggers voor u. Dat is handiger dan volledige tekeningen. Eentje voor boeken van Verweer en eentje voor boeken van Toverdranken. Ga je je nog bezig houden met Toverdranken nu dat je Verweer gaat geven?
Ik ga verder werken aan ze. Ik wacht alvast met veel plezier op de volgende brief!
Vele groetjes,
Loena
16 augustus 1996
Lieve Loena,
Je moet voor mij echt geen boekenleggers maken, maar ik vind het echt heel lief van je dat je dat wil doen.
Je vroeg me of ik me nog bezighield met toverdranken – om eerlijk te zijn denk ik van niet. Ik heb zelf ook het idee dat Verweer in deze tijden belangrijker is dan Toverdranken.
Wat je angst voor de vloek betreft – je bent niet de eerste of enige die dat heeft opgemerkt. Professor Perkamentus zelf heeft me jarenlang van de baan proberen af te houden – ook omwille van zijn eigen geloof in de vloek. Hij heeft me al eens gezegd dat ik vervloekt genoeg was, zonder Verweer te geven. Professor Anderling keek me ook raar aan dat ik de job had gekregen en heeft me ook even apart genomen om erover te spreken. Haar bezorgdheid raakte me wel – zeker als je nagaat dat ze na de laatste zwerkbalwedstrijd tussen Griffoendor en Zwadderich amper nog een woord tegen me heeft gezegd – maar mogelijk was ik daar zelf ook schuldig aan.
Wat je opmerking over je leerachterstand betreft... Ik stuur je een boek mee over Duistere Magie. Het boek is nog nieuw en ook terug te vinden in de Verboden Afdeling van de bibliotheek op Zweinstein – maar ik dacht dat je het misschien wel zou willen lezen. Het behandelt de meest voorkomende vloeken die gebruikt worden door Duistere Tovenaars in Europa in de afgelopen zeven jaar. Het boek staat in de Verboden Afdeling omdat het ook in detail behandelt hoe deze vloeken uitgesproken dienen te worden. De reden waarom ik het jou geef, is omdat het ook de belangrijkste methodes om je te verweren behandelt. Je zou het zelfs thuis kunnen oefenen. Ik hoop dat je er iets aan hebt.
Net als jou kijk ik uit naar de volgende brief,
Severus
26 augustus 1996
Loena,
Ik maak me zorgen. Ik had in de tussentijd een brief terug verwacht. Maar het is nu tien dagen na mijn laatste uil en ik heb nog niets van je gehoord. Is mijn vorige uil niet aangekomen?
Severus
27 augustus 1996
Het is me een raadsel waar u het lef vandaan haalt om mijn dochter te blijven schrijven! Ik wil niet meer woorden hieraan vuil maken dan nodig is, al zou ik voldoende vuile beledigingen naar uw hoofd willen slingeren! Ik zou het verkiezen als u mijn dochter gewoon met rust laat! Ik heb een uil aan Albus Perkamentus gestuurd om te laten weten hoezeer u zich verlaagt tijdens uw zomervakanties en kan niet wachten tot ik hoor wat de represailles zullen zijn. Ik heb misschien geen vrienden in machtige en duistere kringen zoals u, maar ik zal het niet toestaan dat u misbruikt maakt van mijn dochter haar onschuld.
Xenophilius Leeflang