28/08/2020, 13:03
(Dit bericht is het laatst bewerkt op 28/08/2020, 13:03 door CartoonJessie.)
Vreemden
De avond was aan het vallen en Loena keek naar de mooie zonsondergang vanaf haar plekje onder de vertrouwde eik in haar tuin. Ze moest toegeven dat ze die namiddag niet veel had gedaan. Niets eigenlijk. Andere dagen bracht ze tekenend, lezend of schrijvend door, maar vandaag had ze haast de hele namiddag buiten gezeten, denkend... Dromend.
Ze zag niet onmiddellijk de bruine kerkuil die vanuit het westen haar richting op vloog. Sterker nog, ze was zo bevangen in een dagdroom dat ze pas opschrok toen de uil een rol perkament in haar schoot liet vallen en zich vervolgens op de laagste tak van de eik nestelde.
Loena keek op naar de uil en daarna naar de rol perkament in haar handen. Vreemd. Ze was het niet gewoon om rollen perkament te krijgen. Haar vrienden stuurden meestal gewone brieven.
Ze draaide de rol perkament om in haar handen en haar vingers streelden het blauwe lint, tot ze opeens een wit zegel bemerkte. Haar hart leek voor een tel te stoppen toen ze zag wat er op het zegel stond: twee sierlijke S’en.
Ze hield het perkament even dicht tegen haar aangedrukt terwijl ze om zich heen keek. Ze verwachtte ieder moment dat Voldemort zelf uit een van de struiken zou springen en zou zeggen: “Hier met die brief, die mag je niet lezen!”
Maar al snel herinnerde ze zich eraan dat de Duistere Heer vast geen interesse had in haar liefdesbrieven. Liefdesbrief. Was het dat wel? Loena had nog niet eens gelezen wat erin stond, maar ze was verliefd op hem – en het was een rol perkament die dezelfde functie had als een brief. Telde dat dan niet een beetje als een liefdesbrief?
Ze zette zich rechter in het gras onder de oude eik en trok haar knieën op terwijl haar handen trillend het lint losmaakten en het zegel brak. Ze rolde het perkament open en in een oogopslag herkende ze zijn hoekige handschrift – ze had het geschrift de afgelopen vier jaren wekelijks gezien op haar toverdrankopstellen – en glimlachte toen ze zich realiseerde dat ze diezelfde duistere professor nu pas was aan het leren kennen.
Brandend van nieuwsgierigheid begon ze uiteindelijk met lezen.
Verbouwereerd staarde Loena naar de brief. Voor even wenste ze dat Voldemort inderdaad uit de struiken was gesprongen om haar brief te stelen – dit was niet wat ze had willen lezen.
Loena probeerde zichzelf ervan te overtuigen dat ze iets miste. Misschien had hij een geheime boodschap erin verwerkt! Ze hield de brief tegen het licht van de ondergaande zon, maar zag geen geheime tekst verschijnen. Voor even keek ze of alle voorkomende hoofdletters samen een zin vormden, maar als dat zo was, moest dat wel in een heel vreemde taal zijn – het sloeg gewoon op niets.
Waarom had hij haar geschreven? Hij noemde haar weer juffrouw Leeflang – terwijl hij toch nog moest weten dat hij haar Loena mocht noemen! En waarom dacht hij dat ze zo zwaar aan hun hele ontmoeting had getild? Niets was minder waar – ze had het enorm leuk gevonden – anders zou ze vandaag niet de hele dag dagdromend hebben doorgebracht. Wat ze absoluut niet wilde, was hem “als vanouds in de ogen kijken”. Ze wilde niet terug gewoon een student voor hem zijn – een van de honderden waar hij niets om gaf. Hoe kon dit nou? Dit kon hij gewoon niet menen!
Even draaide ze in paniek het perkament om – er was geen adres. Dat zou een probleem zijn als ze hem wilde terugschrijven – tenzij ze gebruik maakte van dezelfde uil die de rol perkament had gebracht.
Ze keek op naar de boom, waar de uil nog steeds in rustte.
“Kom!” zei Loena tegen de uil en ze hield haar arm uit. “Ik geef je een brief mee om terug te nemen.”
De uil vloog naar beneden en klemde zich aan haar arm vast. Loena haastte zich met de rol perkament en de bruine kerkuil naar binnen.
Dit was een brief die ze niet onbeantwoord kon laten. In tegenstelling tot wat hij haar wilde doen geloven, waren ze geen vreemden meer.
De avond was aan het vallen en Loena keek naar de mooie zonsondergang vanaf haar plekje onder de vertrouwde eik in haar tuin. Ze moest toegeven dat ze die namiddag niet veel had gedaan. Niets eigenlijk. Andere dagen bracht ze tekenend, lezend of schrijvend door, maar vandaag had ze haast de hele namiddag buiten gezeten, denkend... Dromend.
Ze zag niet onmiddellijk de bruine kerkuil die vanuit het westen haar richting op vloog. Sterker nog, ze was zo bevangen in een dagdroom dat ze pas opschrok toen de uil een rol perkament in haar schoot liet vallen en zich vervolgens op de laagste tak van de eik nestelde.
Loena keek op naar de uil en daarna naar de rol perkament in haar handen. Vreemd. Ze was het niet gewoon om rollen perkament te krijgen. Haar vrienden stuurden meestal gewone brieven.
Ze draaide de rol perkament om in haar handen en haar vingers streelden het blauwe lint, tot ze opeens een wit zegel bemerkte. Haar hart leek voor een tel te stoppen toen ze zag wat er op het zegel stond: twee sierlijke S’en.
Ze hield het perkament even dicht tegen haar aangedrukt terwijl ze om zich heen keek. Ze verwachtte ieder moment dat Voldemort zelf uit een van de struiken zou springen en zou zeggen: “Hier met die brief, die mag je niet lezen!”
Maar al snel herinnerde ze zich eraan dat de Duistere Heer vast geen interesse had in haar liefdesbrieven. Liefdesbrief. Was het dat wel? Loena had nog niet eens gelezen wat erin stond, maar ze was verliefd op hem – en het was een rol perkament die dezelfde functie had als een brief. Telde dat dan niet een beetje als een liefdesbrief?
Ze zette zich rechter in het gras onder de oude eik en trok haar knieën op terwijl haar handen trillend het lint losmaakten en het zegel brak. Ze rolde het perkament open en in een oogopslag herkende ze zijn hoekige handschrift – ze had het geschrift de afgelopen vier jaren wekelijks gezien op haar toverdrankopstellen – en glimlachte toen ze zich realiseerde dat ze diezelfde duistere professor nu pas was aan het leren kennen.
Brandend van nieuwsgierigheid begon ze uiteindelijk met lezen.
3 augustus 1996
Geachte juffrouw Leeflang,
Naar aanleiding van onze ontmoeting in de Zwijnskop schrijf ik u deze brief. Graag had ik via deze manier mijn excuses aangeboden voor mijn onverantwoorde gedrag van afgelopen nacht. Ik vrees dat ik u reden tot aanstoot heb gegeven.
Ik hoop dat u inziet in welke benarde positie ik mezelf met mijn gedrag heb geplaatst en zou het aldus op prijs stellen als u deze situatie met discretie zou behandelen. Het was niet mijn wens u te ontzetten en ik zou verkiezen om het hele gebeuren te vergeten, opdat we in september als vanouds elkaar in de ogen zouden kunnen kijken.
Hoogachtend,
Severus Sneep
Verbouwereerd staarde Loena naar de brief. Voor even wenste ze dat Voldemort inderdaad uit de struiken was gesprongen om haar brief te stelen – dit was niet wat ze had willen lezen.
Loena probeerde zichzelf ervan te overtuigen dat ze iets miste. Misschien had hij een geheime boodschap erin verwerkt! Ze hield de brief tegen het licht van de ondergaande zon, maar zag geen geheime tekst verschijnen. Voor even keek ze of alle voorkomende hoofdletters samen een zin vormden, maar als dat zo was, moest dat wel in een heel vreemde taal zijn – het sloeg gewoon op niets.
Waarom had hij haar geschreven? Hij noemde haar weer juffrouw Leeflang – terwijl hij toch nog moest weten dat hij haar Loena mocht noemen! En waarom dacht hij dat ze zo zwaar aan hun hele ontmoeting had getild? Niets was minder waar – ze had het enorm leuk gevonden – anders zou ze vandaag niet de hele dag dagdromend hebben doorgebracht. Wat ze absoluut niet wilde, was hem “als vanouds in de ogen kijken”. Ze wilde niet terug gewoon een student voor hem zijn – een van de honderden waar hij niets om gaf. Hoe kon dit nou? Dit kon hij gewoon niet menen!
Even draaide ze in paniek het perkament om – er was geen adres. Dat zou een probleem zijn als ze hem wilde terugschrijven – tenzij ze gebruik maakte van dezelfde uil die de rol perkament had gebracht.
Ze keek op naar de boom, waar de uil nog steeds in rustte.
“Kom!” zei Loena tegen de uil en ze hield haar arm uit. “Ik geef je een brief mee om terug te nemen.”
De uil vloog naar beneden en klemde zich aan haar arm vast. Loena haastte zich met de rol perkament en de bruine kerkuil naar binnen.
Dit was een brief die ze niet onbeantwoord kon laten. In tegenstelling tot wat hij haar wilde doen geloven, waren ze geen vreemden meer.