27/08/2020, 17:36
Do you see what we’ve done
We’re gonna make such fools of ourselves
Ze rende richting de leerlingenkamer van Huffelpuf, maar twee gangen voor ze de afdeling bereikte, kon ze het niet meer uithouden. Ze schoof een wandtapijt opzij en vluchtte de verscholen gang in. Snikkend hield ze zich vast aan de muur en ze balde haar vuist.
De opluchting die ze had gevoeld door even haar stem te kunnen verheffen tegen hem, was maar van korte duur. Voor een moment had ze zichzelf ervan overtuigd dat hij het had verdiend. Ze had zelfs hardere woorden mogen spreken tegen hem: hij was immers zo een vreselijk naar persoon dat hij nergens anders recht op had.
Maar toch voelde ze zich nu vreselijk. Als haar professor Toverdranken een fort was, had ze vorige week de hoofdbrug opgeblazen. Vandaag had ze ook nog eens alle kleine bruggen opgeblazen, de muren verstevigd met speren, het water in de gracht veranderd in zwavelzuur, de katapulten geladen met brandende objectielen en de verdedigende boogschutters giftige pijlen gegeven.
De kleine kans die ze had gehad dat het ooit nog zou kunnen goedkomen, was nu voorgoed verpest.
Ze leunde met haar rug tegen de muur en liet zich zo tot op de grond zakken. Ze nam haar hoofd in haar handen en weende hartstochtelijk verder.
Het was nu gedaan. Ze had zichzelf zo belachelijk gemaakt vorige week en vandaag had ze het nog een schepje erger gemaakt. Er was geen terugweg. Ze zou Severus voor eeuwig moeten vergeten – zelfs als ze er zelf nog steeds niet klaar voor was.
We’re gonna make such fools of ourselves
Ze rende richting de leerlingenkamer van Huffelpuf, maar twee gangen voor ze de afdeling bereikte, kon ze het niet meer uithouden. Ze schoof een wandtapijt opzij en vluchtte de verscholen gang in. Snikkend hield ze zich vast aan de muur en ze balde haar vuist.
De opluchting die ze had gevoeld door even haar stem te kunnen verheffen tegen hem, was maar van korte duur. Voor een moment had ze zichzelf ervan overtuigd dat hij het had verdiend. Ze had zelfs hardere woorden mogen spreken tegen hem: hij was immers zo een vreselijk naar persoon dat hij nergens anders recht op had.
Maar toch voelde ze zich nu vreselijk. Als haar professor Toverdranken een fort was, had ze vorige week de hoofdbrug opgeblazen. Vandaag had ze ook nog eens alle kleine bruggen opgeblazen, de muren verstevigd met speren, het water in de gracht veranderd in zwavelzuur, de katapulten geladen met brandende objectielen en de verdedigende boogschutters giftige pijlen gegeven.
De kleine kans die ze had gehad dat het ooit nog zou kunnen goedkomen, was nu voorgoed verpest.
Ze leunde met haar rug tegen de muur en liet zich zo tot op de grond zakken. Ze nam haar hoofd in haar handen en weende hartstochtelijk verder.
Het was nu gedaan. Ze had zichzelf zo belachelijk gemaakt vorige week en vandaag had ze het nog een schepje erger gemaakt. Er was geen terugweg. Ze zou Severus voor eeuwig moeten vergeten – zelfs als ze er zelf nog steeds niet klaar voor was.