Valentine schuift dichter naar haar toe. Ze voelt haar mondhoek trekken en overbrugt de al minieme afstand tussen hen door haar hoofd op zijn schouder te leggen. Zijn schouder rijst en daalt met elke ademhaling in een tempo als de golfslag. Het geluid van de zee overbrugt de afstand met gemak en hoewel de doordringende geur van as haar ogen doet tranen, weet ze er na een tijdje de geur van Valentine’s eau de cologne in terug te vinden. Hij was het een paar jaar geleden gaan dragen, en hoewel ze het toen vreemd had gevonden om haar beste vriend met de geur van een volwassen man te zien lopen, brengt het haar nu een gevoel van thuis.
Aurora heeft hem nooit kunnen vertellen dat het dezelfde geur is die haar broer ook altijd had gedragen.
Ze laat haar vingers over de zilveren armband glijden die steeds verder haar huid in lijkt te trekken. Ze heeft hem een jaar geleden gekregen, op haar vijftiende verjaardag. Veel te laat, volgens haar moeder. Precies volgens traditie in de woorden van haar vader.
Ze bijt zachtjes op de binnenkant van haar lip en vraagt zich af of ze Valentine moet vertellen over het feit dat haar moeder de armband steeds vaker gebruikt; dat ze hem sinds het nieuws ook al een paar keer heeft gebruikt als oproepmechanisme in de keren dat Aurora alleen op het strand had gezeten. Maar na alle bekentenissen van de dag is dit blijkbaar waar haar trots de grens trekt. Ze heeft het überhaupt nog nooit met Valentine over dat cadeau gehad, hoe zal hij dan reageren als het eerste dat ze erover zegt een verfomfaaide klaagzang is? En, misschien belangrijker, wat zal hij denken als hij weet dat ze blijkbaar nog zo vaak tot de orde geroepen moet worden? Ze heeft geen idee hoe hij hierover denkt en voor het eerst bekruipt haar een angstig gevoel dat ze te laat is om het te vragen. Dat de tijd voor kinderlijke nieuwsgierigheid nog verder achter hen ligt dan hun voetstappen in het natte zand, weggevaagd door de brute onverschilligheid van de zee. Als compensatie trekt ze zijn arm stevig tegen zich aan, haar hoofd nog steeds op zijn schouder. Ze kan nog net geen ril onderdrukken. Niet voor het eerst vraagt ze zich af hoeveel vrijheden haar nieuwe man haar zal geven. Volgens de zoete stem bij het ontbijt heeft ze maar geluk dat Valentine nu voor het laatst nog eventjes langskomt.
“Blijf je, Val?”
Aurora voelt een traan over haar wang glijden en laat hem zijn weg over haar gezicht afmaken, in de hoop dat Valentine haar gezicht niet goed kan zien.
“Ik wil nog geen afscheid nemen.”
Aurora heeft hem nooit kunnen vertellen dat het dezelfde geur is die haar broer ook altijd had gedragen.
Ze laat haar vingers over de zilveren armband glijden die steeds verder haar huid in lijkt te trekken. Ze heeft hem een jaar geleden gekregen, op haar vijftiende verjaardag. Veel te laat, volgens haar moeder. Precies volgens traditie in de woorden van haar vader.
Ze bijt zachtjes op de binnenkant van haar lip en vraagt zich af of ze Valentine moet vertellen over het feit dat haar moeder de armband steeds vaker gebruikt; dat ze hem sinds het nieuws ook al een paar keer heeft gebruikt als oproepmechanisme in de keren dat Aurora alleen op het strand had gezeten. Maar na alle bekentenissen van de dag is dit blijkbaar waar haar trots de grens trekt. Ze heeft het überhaupt nog nooit met Valentine over dat cadeau gehad, hoe zal hij dan reageren als het eerste dat ze erover zegt een verfomfaaide klaagzang is? En, misschien belangrijker, wat zal hij denken als hij weet dat ze blijkbaar nog zo vaak tot de orde geroepen moet worden? Ze heeft geen idee hoe hij hierover denkt en voor het eerst bekruipt haar een angstig gevoel dat ze te laat is om het te vragen. Dat de tijd voor kinderlijke nieuwsgierigheid nog verder achter hen ligt dan hun voetstappen in het natte zand, weggevaagd door de brute onverschilligheid van de zee. Als compensatie trekt ze zijn arm stevig tegen zich aan, haar hoofd nog steeds op zijn schouder. Ze kan nog net geen ril onderdrukken. Niet voor het eerst vraagt ze zich af hoeveel vrijheden haar nieuwe man haar zal geven. Volgens de zoete stem bij het ontbijt heeft ze maar geluk dat Valentine nu voor het laatst nog eventjes langskomt.
“Blijf je, Val?”
Aurora voelt een traan over haar wang glijden en laat hem zijn weg over haar gezicht afmaken, in de hoop dat Valentine haar gezicht niet goed kan zien.
“Ik wil nog geen afscheid nemen.”