01/08/2021, 08:34
Orion pingelde aan zijn luit. Zijn ouders zaten in de tent verderop en zijn zus was ergens met een jongen waar ze al een tijdje mee had zitten flirten. Hijzelf zat gewoon lekker te ontspannen in het maanlicht. Aan zijn voeten zat een Kwistel genaamd Knikkers, die lekker zat te spinnen. Hij neuriede een melodietje over een knappe meid die hij op een reis in Frankrijk had ontmoet.
Ineens hoorde hij gerommel achter zich. Orion fronste en draaide zich om. Hij sprong op, zette zijn luit tegen een boom, toen hij zag dat de kooi van de Demiguise Spookje leeg was. ‘Oh allemachtig,’ mompelde hij. Demiguises waren apen die de toekomst konden voorspellen en dus dermate lastig te vangen waren. Hij wist uit eigen ervaring dat het bijna onmogelijk was om een Demiguise te vangen. Ze hadden er dagen over gedaan, maar wisten hem uiteindelijk te lokken met diervriendelijke lolly’s. Ze waren immers dol op zoetigheid.
Maar het lastige was ook nog eens dat ze onzichtbaar konden worden. Ze hadden een witte vacht waar ook Onzichtbaarheidsmantels van gemaakt werden en het was dan ook heel lastig om ze überhaupt te zien.
En dat was nu ook een probleem.
‘Spookje, doe nou niet,’ mompelde Orion. ‘Ik wilde op tijd m’n nest in!’ Hij trok zijn toverstok en keek rond. ‘Spooookje… kom nou, doe dit nou niet… oh, m’n ouders vermoorden me…’
En toen zag hij het: voetstapjes die in de aarde ontstonden en richting het bos gingen. Orion snelde er achteraan, maar Demiguises waren snel. Die renden uren zo in een bos. Maar Orion was snel; hij rende al zijn hele leven achter Fabeldieren aan.
Dit keer raakte hij de Demiguise echter kwijt. Het was immers donker en ook het licht van zijn toverstok hielp nu weinig. Maar toen zag hij het: de voetstapjes van Spookje. Hij was al een uur aan het zoeken. Nou ja, vind maar eens een onzichtbare aap.
Maar toen zag hij een boerderijtje. Hij slikte. De voetstappen van Spookje gingen naar deze boerderij toe. Als hij maar geen gekke dingen deed.
Ineens hoorde hij gerommel achter zich. Orion fronste en draaide zich om. Hij sprong op, zette zijn luit tegen een boom, toen hij zag dat de kooi van de Demiguise Spookje leeg was. ‘Oh allemachtig,’ mompelde hij. Demiguises waren apen die de toekomst konden voorspellen en dus dermate lastig te vangen waren. Hij wist uit eigen ervaring dat het bijna onmogelijk was om een Demiguise te vangen. Ze hadden er dagen over gedaan, maar wisten hem uiteindelijk te lokken met diervriendelijke lolly’s. Ze waren immers dol op zoetigheid.
Maar het lastige was ook nog eens dat ze onzichtbaar konden worden. Ze hadden een witte vacht waar ook Onzichtbaarheidsmantels van gemaakt werden en het was dan ook heel lastig om ze überhaupt te zien.
En dat was nu ook een probleem.
‘Spookje, doe nou niet,’ mompelde Orion. ‘Ik wilde op tijd m’n nest in!’ Hij trok zijn toverstok en keek rond. ‘Spooookje… kom nou, doe dit nou niet… oh, m’n ouders vermoorden me…’
En toen zag hij het: voetstapjes die in de aarde ontstonden en richting het bos gingen. Orion snelde er achteraan, maar Demiguises waren snel. Die renden uren zo in een bos. Maar Orion was snel; hij rende al zijn hele leven achter Fabeldieren aan.
Dit keer raakte hij de Demiguise echter kwijt. Het was immers donker en ook het licht van zijn toverstok hielp nu weinig. Maar toen zag hij het: de voetstapjes van Spookje. Hij was al een uur aan het zoeken. Nou ja, vind maar eens een onzichtbare aap.
Maar toen zag hij een boerderijtje. Hij slikte. De voetstappen van Spookje gingen naar deze boerderij toe. Als hij maar geen gekke dingen deed.