04/03/2021, 23:43
Vasily grijnsde minachtend terwijl het meisje wegrende en bij wijze van afweermechanisme wat porselein in zijn algemene richting liet zeilen. Hij wierp een versplinteringsschildspreuk op, zodat het theeservies in minuscule druppels uit elkaar viel zodra ze het onzichtbare schild passeerden. Het enige wat ze had bereikt, was dat hij enkele meters verwijderd van haar bleef, omdat hij moest wachten tot hij zijn bezwering weer kon opheffen. Maar hij kon zien dat ze gewond was; zo te zien had zijn zuur de nodige schade aangericht. Tot zijn genoegen merkte hij dat ook de verstilling had gewerkt, want ze gaf geen kik terwijl ze vluchtte.
Zijn zelfvoldane gevoel verdween echter toen hij over het gesmolten theeservies heen stapte en tegen iets op botste dat voelde als een muur van elektriciteit. Hij zette een struikelende stap naar achteren, zijn mond vertrokken tot een strakke streep die nog geen kreun van pijn liet ontsnappen. Hij had al meerdere martelingen doorstaan; een simpel magisch schild zou hem niet van zijn wijs laten brengen, ook al voelde het alsof elke cel in zijn lichaam drie millimeter naar links was getrokken en op scherp was gezet. Zijn borst had de volle laag gekregen – zijn leren jas was de enige reden dat zijn kleding niet in zijn vlees was gebrand.
Hij schudde het gevoel van zich af en focuste op wat belangrijker was: even hadden hij en de krullenbol oogcontact gemaakt. Ze had hem gezien, het wicht. Zijn Onzichtbaarheidsmantel was nog intact, maar op het moment dat hij tegen de muur was opgelopen, had die zijn positie verraden. Vasily’s lippen krulden om tot een woedende grauw en hij hief zijn staf al om de muur naar een andere dimensie te verwensen, toen hij achter iemand hoorde naderen. Snel.
De jongen kwam zijn meisje redden. Wat een timing, dacht Vasily, maar toen bedacht hij dat hij toch alleen Hathaway nodig had gehad. Hij zou zich stilhouden aan het begin van de gang, de Spreukzoeker laten passeren en hem vervolgens klemzetten tegen de muur die het meisje zo gul had opgeworpen. Vasily kon het schroeien van jong vlees al bijna ruiken.
Zijn zelfvoldane gevoel verdween echter toen hij over het gesmolten theeservies heen stapte en tegen iets op botste dat voelde als een muur van elektriciteit. Hij zette een struikelende stap naar achteren, zijn mond vertrokken tot een strakke streep die nog geen kreun van pijn liet ontsnappen. Hij had al meerdere martelingen doorstaan; een simpel magisch schild zou hem niet van zijn wijs laten brengen, ook al voelde het alsof elke cel in zijn lichaam drie millimeter naar links was getrokken en op scherp was gezet. Zijn borst had de volle laag gekregen – zijn leren jas was de enige reden dat zijn kleding niet in zijn vlees was gebrand.
Hij schudde het gevoel van zich af en focuste op wat belangrijker was: even hadden hij en de krullenbol oogcontact gemaakt. Ze had hem gezien, het wicht. Zijn Onzichtbaarheidsmantel was nog intact, maar op het moment dat hij tegen de muur was opgelopen, had die zijn positie verraden. Vasily’s lippen krulden om tot een woedende grauw en hij hief zijn staf al om de muur naar een andere dimensie te verwensen, toen hij achter iemand hoorde naderen. Snel.
De jongen kwam zijn meisje redden. Wat een timing, dacht Vasily, maar toen bedacht hij dat hij toch alleen Hathaway nodig had gehad. Hij zou zich stilhouden aan het begin van de gang, de Spreukzoeker laten passeren en hem vervolgens klemzetten tegen de muur die het meisje zo gul had opgeworpen. Vasily kon het schroeien van jong vlees al bijna ruiken.