20/08/2020, 16:38
Greenhouse Tea
Dara had haar eerste week als professor erop zitten. Het ging haar nog best goed af, vond ze zelf, en ze merkte dat leerlingen de plottwist dat Geschiedenis wel leuk kon zijn enorm verraste. Ze was zeker niet de beste professor van de school, maar dat moest je blijven oefenen. Zij, als Dreuzeltelg, had ook niet geweten hoe alles zat met de Tweede Tovenaarsoorlog, hoewel dit best algemene kennis was. Leerlingen kwamen om iets nieuws te leren en dat moest je oefenen. Dus haar lessen zouden – hopelijk – wel beter worden.Nu had ze haar surveillance-rondje door de school. Het was etenstijd en veel leerlingen zagen dit aan als de mogelijkheid om stiekem door de school te zwerven terwijl alle docenten en klassenoudsten in de Grote Zaal zaten. Tegenwoordig werden er professoren ingeroosterd die dan eens per maand moesten helpen zorgen dat dit rondsluipen binnen de perken moesten houden.
Dara had dit als leerlinge nooit geweten; zelf was ze altijd vrij braaf geweest. De enige professor die haar echt niet gemogen had was Van Detta geweest, maar dat zou wel iets met haar afkomst te maken kunnen hebben. Dat, of met het feit dat Dara soms wat brutaal was wanneer ze uit emotie handelde in plaats vanuit rationeel denkvermogen. En misschien die illegale uitstapjes met vriendinnen naar de kroeg, maar dat konden ze pubers s’avonds niet verbieden toch?
Tot nu toe was ze nog geen leerling tegengekomen. Nog geen ruzies met nachtelijke duels, nog geen stiekem rondspeuren naar de geheimen die het kasteel te bieden had… tot nu toe was alles normaal. De enige die ze tegenkwam was een jammerende Grijze Dame die ze vrolijk begroette maar straal door genegeerd werd.
Totdat ze bij de kassen kwam. Ze dacht even gerommel te horen en iemand die aan het praten was. Meteen was Dara paraat. Een leerling? Was dit het eerste moment dat ze iemand zou betrappen op gesluip? Nog wel in een schoollokaal? Misschien werden er wel planten of delen van planten gestolen om toverdranken te brouwen. Of voor andere doeleinden.
“Hallo?” vroeg ze terwijl ze de kassen betrad. “Is daar iemand?”