28/08/2020, 15:01
(Dit bericht is het laatst bewerkt op 28/08/2020, 15:04 door CartoonJessie.)
Midden
Hij bevond zich altijd in het midden. Met Loena aan één kant en Severus aan de andere.
Nu staarde hij een groot dilemma in de ogen – of beter gezegd: het dilemma was voor zijn ogen flauwgevallen. Severus Sneep lag bewusteloos op de grond terwijl net om de hoek de vampier Sanguini zijn tanden wilde laten zinken in de bevallige nek van de liefste Ravenklauwse van ze allemaal – Loena Leeflang. Drie minuten – meer zou er niet nodig zijn voordat Elias Mier de gang zou bereiken. Maar zelfs die drie minuten waren hen niet gegund. De Baron moest ingrijpen – of alles zou eindigen voor Severus en Loena.
Professor Sneep zou het goedkeuren. In dit geval zou hij het aanvaarden, zelfs wensen. Was dat waarom de professor zijn hand naar hem had uitgestoken voordat hij het bewustzijn verloor?
De Baron aarzelde geen seconde langer en dook in het lichaam van Severus. Voor een moment was er enkel duisternis, totdat hij opeens de controle over het lichaam van de Zweinsteinprofessor vond en zijn ogen opende.
De Baron kwam recht en keek naar de toverstaf in zijn handen – de handen van Severus. Hij was vervuld van strijdlust en hij voelde dezelfde adrenaline als die wat de voormalige toverdrankprofessor had gevoeld, net voordat hij het bewustzijn verloor.
Zonder aarzelen rende hij om de hoek van de gang en hij zag tot zijn grote opluchting dat het nog niet te laat was: Sanguini was aan het spelen met Loena’s haar en ze zag er gespannen uit. Toen ze hem opeens aan het einde van de gang zag staan, werden haar ogen groot en hapte ze naar adem.
Sanguini draaide zich met een ruk om en keek ongelovend naar het herrezen lichaam van de professor. De Baron grijnsde breed en uitdagend.
“Jij bent niet de professor,” merkte Sanguini beschuldigend op.
“En toch zal ik u zodadelijk een lesje leren.”
De Baron vuurde een salvo aan non-verbale spreuken richting de vampier en genoot van de kracht die zich in het lichaam van Severus bevond. Het kostte de Baron amper moeite om lamstralen, striemvloeken of verstijvingsspreuken uit te voeren.
Het duurde niet lang of Sanguini lag op de grond en de Baron zag zijn kans om de vampier op te rollen in het lange tapijt dat in de gang lag. Hij gebruikte een complex arsenaal aan spreuken en Loena sprong snel van het tapijt af en ging tussen twee harnassen staan aan de zijkant van de gang. Ze keek met grote ogen toe hoe Sanguini – vloekend en zo woedend dat er schuim op zijn lippen stond – tegenstribbelde.
Eens de vampier helemaal was ingerold, lachte de Baron en stak hij de toverstaf van Severus weer weg. Hij stapte naar Loena toe en zag hoe verward haar blik was. Hij kon het niet laten om warm te glimlachen, maar dit verwarde Loena enkel meer.
“Wie bent u en wat hebt u met professor Sneep gedaan?” was het enige dat ze over haar lippen kreeg voordat een hoge stem te horen was.
“Sanguini! Sanguini!” Elias Mier naderde snel, met een puffende Slakhoorn achter zich aan.
Sanguini hoorde de stem en verstarde. Hij hield onmiddellijk op met tegenstribbelen en een verveelde blik keerde terug in zijn ogen.
“Wat is hier in hemelsnaam gebeurd?” vroeg Elias Mier stomverbaasd toen hij zijn vampierenvriend ingerold in het tapijt zag liggen.
“Uw vampierenvriend had bijna deze studente aangevallen,” zei de Baron statig.
Loena keek met open mond op naar haar professor en was enorm verward. Het was Severus niet. Het was niet haar vriend, maar iemand die op dit moment deed alsof hij dat was... Was het... de Baron? Moest wel. Loena sloot haar mond en knikte instemmend mee.
De Baron draaide zich verder naar de kleine auteur en sprak hooghartig verder. Loena vond dat het nog wel een beetje als Severus klonk.
“Ik stel voor dat u volgend jaar het Kerstfeestje overslaat of in ieder geval dit ongedierte thuis laat.”
Professor Slakhoorn draaide zich naar Loena, een bezorgde uitdrukking op zijn gezicht.
“Juffrouw Leeflang, wat is er dan in hemelsnaam gebeurd?”
De Baron onderbrak Loena echter voordat ze een woord kon zeggen. “Hildebrand, ik neem de volle verantwoordelijkheid op mij. Als professor Verweer is het mijn taak om de leerlingen op de hoogte te stellen van alles wat Vampieren aan schade kunnen aanrichten. Het is overduidelijk dat haar kennis ontoereikend was.” Hij draaide zich vlotjes naar Loena. “Ik sta versteld van je onkunde wat Verweer tegen de Zwarte Kunsten betreft. Je hebt zeer dringend extra scholing nodig. Ik geef je wat boeken mee die je tijdens de kerstvakantie moet nalezen. Ik zal je na de vakantie overhoren om te zien of je kennis nog steeds zo waardeloos is. Volg mij!”
De Baron stapte met grote passen weg en Loena volgde hem met een geamuseerde glimlach op haar gezicht. Hij was dan niet Severus, maar hij imiteerde hem best goed, voor een ouderwets spook.
Professor Slakhoorn, Elias Mier en Sanguini keken hen verbouwereerd aan terwijl ze richting het lokaal van Verweer liepen. Maar zodra ze een paar gangen verder waren, opende de Baron een portret.
“Ik denk dat deze in de buurt van de kamers van Severus uitkomt,” zei hij stil tegen Loena. “Jij moet hem Begeestingsdrank geven eens ik zijn lichaam verlaat. Kom!”
De Baron nam Loena’s hand terwijl ze door de dunne en donkere geheime gangen liepen. Loena dacht niet dat ze ooit al eens in deze gangen was geweest en neuriede zachtjes terwijl ze zich door de duistere gangen begaven.
Ze was best wel in haar nopjes. Ze hield zijn hand vast. Severus’ hand. En tegelijkertijd... niet. Het was de Baron en niet Severus die haar leidde door de gangen. Anders zou dit voor haar een wondermooie droom zijn die werkelijkheid werd.
“Ik denk dat we er zijn,” mompelde de Baron terwijl hij bleef stilstaan bij de achterkant van een portret. Hij schoof het portret met enige moeite opzij en ze kwamen beiden uit in de werkkamer van Severus. Loena herkende de ruimte, er was geen haar veranderd sinds die keer dat zij degene was geweest die Begeest was geworden. Ze stapte dromend de kamer binnen terwijl de Baron onmiddellijk op zoek ging naar Begeestingsdrank in de toverdrankenkast.
“Waar is het?” mompelde de Baron terwijl hij Severus’s vingers over de labels van tientallen flesjes liet gaan. “Gevonden!”
Triomfantelijk stapte hij op Loena af en duwde hij het flesje in haar handen.
“Ik denk dat ik beter kan gaan zitten,” besloot hij uiteindelijk en hij zette zich op de bank neer.
Loena volgde hem en bleef voor hem stilstaan. Ze keek toe hoe de ogen van Severus sloten en het volgende moment de Baron uit zijn lichaam zweefde.
Severus lichaam viel bewusteloos opzij en Loena keek met grote ogen naar de oncomfortabele positie waarin haar professor op de bank zat.
“Zet hem dan recht!” moedigde de Baron haar aan. “Dan kan je hem het gemakkelijkste het drankje geven.”
Loena knikte vastberaden en nam Severus bij zijn schouders en duwde hem tegen de rug van de bank. Zijn kin rustte op zijn borstkas en hij zag eruit alsof hij sliep. Loena vond het een zeer merkwaardig zicht en bleef even staren, alsof er ieder moment iets fascinerends kon gebeuren.
Een ongeduldig kuchje van de baron herinnerde Loena aan het drankje en met een plop-geluidje trok ze de kurk uit het flesje. Onhandig bracht ze het flesje naar de lippen van Severus en goot ze het goedje naar binnen.
Een tikkeltje minder rustig en dromerig dan anders wachtte ze op een teken van leven.
Een slechtgehumeurde kreun verraadde dat Severus langzaamaan wakker werd. De Baron vloog nieuwsgierig tot vlak voor hem en keek hoe de professor Verweer moeizaam zijn ogen opende.
Loena glimlachte opgelucht terwijl Severus zijn ogen probeerde te focussen. Zijn blik stond op de grond gericht, maar bewoog zich langzaamaan naar boven. Zijn blik was niet gefocussed genoeg om zich erg bewust te zijn van de Bloederige Baron die in zijn gewoonlijke doorzichtige zelf tussen hen in zweefde, maar toen hij Loena’s ogen vond, vormde ook rond zijn lippen een opgeluchte glimlach.
De Baron draaide zich even om, maar ook Loena’s blik bewoog niet meer. Ze keken beiden door hem heen en hadden enkel oog voor elkaar.
Hij liet het niet aan zijn hart komen. Inmiddels was hij dat gewoon als hij tijd met Severus en Loena doorbracht. Bij hun twee bevond hij zich nu eenmaal altijd in het midden.
Hij bevond zich altijd in het midden. Met Loena aan één kant en Severus aan de andere.
Nu staarde hij een groot dilemma in de ogen – of beter gezegd: het dilemma was voor zijn ogen flauwgevallen. Severus Sneep lag bewusteloos op de grond terwijl net om de hoek de vampier Sanguini zijn tanden wilde laten zinken in de bevallige nek van de liefste Ravenklauwse van ze allemaal – Loena Leeflang. Drie minuten – meer zou er niet nodig zijn voordat Elias Mier de gang zou bereiken. Maar zelfs die drie minuten waren hen niet gegund. De Baron moest ingrijpen – of alles zou eindigen voor Severus en Loena.
Professor Sneep zou het goedkeuren. In dit geval zou hij het aanvaarden, zelfs wensen. Was dat waarom de professor zijn hand naar hem had uitgestoken voordat hij het bewustzijn verloor?
De Baron aarzelde geen seconde langer en dook in het lichaam van Severus. Voor een moment was er enkel duisternis, totdat hij opeens de controle over het lichaam van de Zweinsteinprofessor vond en zijn ogen opende.
De Baron kwam recht en keek naar de toverstaf in zijn handen – de handen van Severus. Hij was vervuld van strijdlust en hij voelde dezelfde adrenaline als die wat de voormalige toverdrankprofessor had gevoeld, net voordat hij het bewustzijn verloor.
Zonder aarzelen rende hij om de hoek van de gang en hij zag tot zijn grote opluchting dat het nog niet te laat was: Sanguini was aan het spelen met Loena’s haar en ze zag er gespannen uit. Toen ze hem opeens aan het einde van de gang zag staan, werden haar ogen groot en hapte ze naar adem.
Sanguini draaide zich met een ruk om en keek ongelovend naar het herrezen lichaam van de professor. De Baron grijnsde breed en uitdagend.
“Jij bent niet de professor,” merkte Sanguini beschuldigend op.
“En toch zal ik u zodadelijk een lesje leren.”
De Baron vuurde een salvo aan non-verbale spreuken richting de vampier en genoot van de kracht die zich in het lichaam van Severus bevond. Het kostte de Baron amper moeite om lamstralen, striemvloeken of verstijvingsspreuken uit te voeren.
Het duurde niet lang of Sanguini lag op de grond en de Baron zag zijn kans om de vampier op te rollen in het lange tapijt dat in de gang lag. Hij gebruikte een complex arsenaal aan spreuken en Loena sprong snel van het tapijt af en ging tussen twee harnassen staan aan de zijkant van de gang. Ze keek met grote ogen toe hoe Sanguini – vloekend en zo woedend dat er schuim op zijn lippen stond – tegenstribbelde.
Eens de vampier helemaal was ingerold, lachte de Baron en stak hij de toverstaf van Severus weer weg. Hij stapte naar Loena toe en zag hoe verward haar blik was. Hij kon het niet laten om warm te glimlachen, maar dit verwarde Loena enkel meer.
“Wie bent u en wat hebt u met professor Sneep gedaan?” was het enige dat ze over haar lippen kreeg voordat een hoge stem te horen was.
“Sanguini! Sanguini!” Elias Mier naderde snel, met een puffende Slakhoorn achter zich aan.
Sanguini hoorde de stem en verstarde. Hij hield onmiddellijk op met tegenstribbelen en een verveelde blik keerde terug in zijn ogen.
“Wat is hier in hemelsnaam gebeurd?” vroeg Elias Mier stomverbaasd toen hij zijn vampierenvriend ingerold in het tapijt zag liggen.
“Uw vampierenvriend had bijna deze studente aangevallen,” zei de Baron statig.
Loena keek met open mond op naar haar professor en was enorm verward. Het was Severus niet. Het was niet haar vriend, maar iemand die op dit moment deed alsof hij dat was... Was het... de Baron? Moest wel. Loena sloot haar mond en knikte instemmend mee.
De Baron draaide zich verder naar de kleine auteur en sprak hooghartig verder. Loena vond dat het nog wel een beetje als Severus klonk.
“Ik stel voor dat u volgend jaar het Kerstfeestje overslaat of in ieder geval dit ongedierte thuis laat.”
Professor Slakhoorn draaide zich naar Loena, een bezorgde uitdrukking op zijn gezicht.
“Juffrouw Leeflang, wat is er dan in hemelsnaam gebeurd?”
De Baron onderbrak Loena echter voordat ze een woord kon zeggen. “Hildebrand, ik neem de volle verantwoordelijkheid op mij. Als professor Verweer is het mijn taak om de leerlingen op de hoogte te stellen van alles wat Vampieren aan schade kunnen aanrichten. Het is overduidelijk dat haar kennis ontoereikend was.” Hij draaide zich vlotjes naar Loena. “Ik sta versteld van je onkunde wat Verweer tegen de Zwarte Kunsten betreft. Je hebt zeer dringend extra scholing nodig. Ik geef je wat boeken mee die je tijdens de kerstvakantie moet nalezen. Ik zal je na de vakantie overhoren om te zien of je kennis nog steeds zo waardeloos is. Volg mij!”
De Baron stapte met grote passen weg en Loena volgde hem met een geamuseerde glimlach op haar gezicht. Hij was dan niet Severus, maar hij imiteerde hem best goed, voor een ouderwets spook.
Professor Slakhoorn, Elias Mier en Sanguini keken hen verbouwereerd aan terwijl ze richting het lokaal van Verweer liepen. Maar zodra ze een paar gangen verder waren, opende de Baron een portret.
“Ik denk dat deze in de buurt van de kamers van Severus uitkomt,” zei hij stil tegen Loena. “Jij moet hem Begeestingsdrank geven eens ik zijn lichaam verlaat. Kom!”
De Baron nam Loena’s hand terwijl ze door de dunne en donkere geheime gangen liepen. Loena dacht niet dat ze ooit al eens in deze gangen was geweest en neuriede zachtjes terwijl ze zich door de duistere gangen begaven.
Ze was best wel in haar nopjes. Ze hield zijn hand vast. Severus’ hand. En tegelijkertijd... niet. Het was de Baron en niet Severus die haar leidde door de gangen. Anders zou dit voor haar een wondermooie droom zijn die werkelijkheid werd.
“Ik denk dat we er zijn,” mompelde de Baron terwijl hij bleef stilstaan bij de achterkant van een portret. Hij schoof het portret met enige moeite opzij en ze kwamen beiden uit in de werkkamer van Severus. Loena herkende de ruimte, er was geen haar veranderd sinds die keer dat zij degene was geweest die Begeest was geworden. Ze stapte dromend de kamer binnen terwijl de Baron onmiddellijk op zoek ging naar Begeestingsdrank in de toverdrankenkast.
“Waar is het?” mompelde de Baron terwijl hij Severus’s vingers over de labels van tientallen flesjes liet gaan. “Gevonden!”
Triomfantelijk stapte hij op Loena af en duwde hij het flesje in haar handen.
“Ik denk dat ik beter kan gaan zitten,” besloot hij uiteindelijk en hij zette zich op de bank neer.
Loena volgde hem en bleef voor hem stilstaan. Ze keek toe hoe de ogen van Severus sloten en het volgende moment de Baron uit zijn lichaam zweefde.
Severus lichaam viel bewusteloos opzij en Loena keek met grote ogen naar de oncomfortabele positie waarin haar professor op de bank zat.
“Zet hem dan recht!” moedigde de Baron haar aan. “Dan kan je hem het gemakkelijkste het drankje geven.”
Loena knikte vastberaden en nam Severus bij zijn schouders en duwde hem tegen de rug van de bank. Zijn kin rustte op zijn borstkas en hij zag eruit alsof hij sliep. Loena vond het een zeer merkwaardig zicht en bleef even staren, alsof er ieder moment iets fascinerends kon gebeuren.
Een ongeduldig kuchje van de baron herinnerde Loena aan het drankje en met een plop-geluidje trok ze de kurk uit het flesje. Onhandig bracht ze het flesje naar de lippen van Severus en goot ze het goedje naar binnen.
Een tikkeltje minder rustig en dromerig dan anders wachtte ze op een teken van leven.
Een slechtgehumeurde kreun verraadde dat Severus langzaamaan wakker werd. De Baron vloog nieuwsgierig tot vlak voor hem en keek hoe de professor Verweer moeizaam zijn ogen opende.
Loena glimlachte opgelucht terwijl Severus zijn ogen probeerde te focussen. Zijn blik stond op de grond gericht, maar bewoog zich langzaamaan naar boven. Zijn blik was niet gefocussed genoeg om zich erg bewust te zijn van de Bloederige Baron die in zijn gewoonlijke doorzichtige zelf tussen hen in zweefde, maar toen hij Loena’s ogen vond, vormde ook rond zijn lippen een opgeluchte glimlach.
De Baron draaide zich even om, maar ook Loena’s blik bewoog niet meer. Ze keken beiden door hem heen en hadden enkel oog voor elkaar.
Hij liet het niet aan zijn hart komen. Inmiddels was hij dat gewoon als hij tijd met Severus en Loena doorbracht. Bij hun twee bevond hij zich nu eenmaal altijd in het midden.