Nomaj | Waar de magie nazindert
<ORPG> Zweinsveld - Afdrukversie

+- Nomaj | Waar de magie nazindert (https://nomaj.nl)
+-- Forum: Toren der Creatievelingen (https://nomaj.nl/forumdisplay.php?fid=4)
+--- Forum: De RPG (https://nomaj.nl/forumdisplay.php?fid=6)
+---- Forum: De Magische Wereld (https://nomaj.nl/forumdisplay.php?fid=7)
+---- Topic: <ORPG> Zweinsveld (/showthread.php?tid=66)



<ORPG> Zweinsveld - Anderling - 08/08/2020

ORPG Zweinsveld
 
In de schaduw van Zweinstein, volledig voor Dreuzels verborgen, ligt het pittoreske dorpje Zweinsveld met winkeltjes en kroegen. Hier mogen de ouderejaars Zweinsteinleerlingen zo nu en dan naartoe als ze zich goed gedragen hebben en ook nog toestemming hebben van hun ouders.
Iedereen die geen Zweinsteinleerling is, ziet het dorp zoals het is zonder al die losgeslagen tieners, en dat is een stuk rustiger, tenzij…

 
Zoals in alle standaard ORPG’s komt er, als er een tijdje niet in is gepost, een nieuwe situatie, die hopelijk de schrijvers weer aan zal sporen. 


RE: <ORPG> Zweinsveld - Anderling - 08/08/2020

Het is hartje zomer, wat misschien wel de rustigste periode is voor Zweinsveld gezien het gebrek aan leerlingen. Desondanks is er wel wat toerisme in het dorpje mogelijk, uiteraard, door een verblijf in de Drie Bezemstelen, de Zweinsveld, of het bezoeken van een goede vriend of vriendin die hier woont. Pak je koffers en ontdek de zomerse kant van Zweinsveld! 


RE: <ORPG> Zweinsveld - Timsel - 08/08/2020

Ach, het voelde goed om weer in de omgeving van Zweinstein te zijn en Zweinsveld een bezoekje te brengen. Dara had het gemist; als tiener was ze hier zo vaak geweest om ofwel te shoppen, ofwel een kroeg te bezoeken met haar vrienden en vriendinnen van toen. En nu kwam ze terug van een sollicitatiegesprek.
Ja, professor Kist was ineens verdwenen. Ineens. Zonder waarschuwing. Hij was het kantoor binnengelopen van het schoolhoofd en had gezegd: ‘Ik ga met pensioen.’ Toen was hij zomaar verdwenen en sindsdien had professor Anderling niks meer van hem gehoord. Toen Dara die via via hoorde, schreef ze meteen een sollicitatiebrief om de functie over te nemen en ze had net het gesprek gehad. Het was goed gegaan, en hoewel Dara nog halverwege haar docentenopleiding was, dacht ze dat ze dit wel aankon. Het leek haar ontzettend leuk om de slechte reputatie die het vak had opgelopen, uit te wissen en te verbeteren.
Professor Lumans, de nieuwe professor in Geschiedenis van de Toverkunst. Ja, dat leek Dara wel wat.
Om het succesvolle sollicitatiegesprek te vieren, besloot ze weer eens naar de Drie Bezemstelen te gaan. Nu kon dat nog – zo meteen moest ze s’ avonds rondlopen om te zorgen dat leerlingen sliepen, tentamens in elkaar zetten en nakijken, lessen voorbereiden – en dat niet alleen. Ze had geen zin om aangeschoten aan de bar te zitten en vervolgens aangesproken te worden door een leerling. Dus nu kon het nog.
De Drie Bezemstelen zag er nog als vanouds uit. De geuren brachten haar een stoot van nostalgie en mooie herinneringen van belevenissen in de herberg. ‘Hoi hoi,’ zei ze tegen degene achter de bar. ‘Ik wil graag een boterbiertje.’


RE: <ORPG> Zweinsveld - Blossom - 03/10/2020

Het nieuwe schooljaar zat eraan te komen, maar daar had hij niets meer mee te maken. Pepijn was deze zomer voornamelijk in het bos geweest, ten eerste omdat hij boswachter was en hij zo’n vijftig kilometer (al had hij het nooit gemeten) verderop bezig geweest was met de aanleg en het onderhoud van een wandelpad. Dreuzels konden het magische bos niet zien. Op de meeste landkaarten was het bos voor hen maar een stipje van een hectare of drie. Niemand wist dat het vriendelijke bos overging op metersdikke bomen, waar het dag en nacht duister was doordat het dikke bladerdek ieder zonnestraaltje tegenhield en waar Trollen, Acromantula’s en Centauren de dienst uit maakten. Alleen de boswachter wist het: Pepijn, die elke maand zijn Dreuzelsalaris op een plastic pasje kreeg, al had hij nog steeds geen flauw idee hoe het werkte. Daarom was hij ten tweede in het bos geweest: hij leefde ervan. Water, paddenstoelen, kruiden, zo af en toe een wild zwijntje of een haas, of een forel uit de beek, wortelen, fruit: als hij maar goed genoeg zocht, was alles voorhanden.
Behalve een boterbiertje natuurlijk. Daarvoor moest hij gewoon naar de Drie Bezemstelen, met wat tovenaarsgeld dat hij had verdiend door het verkopen van kruiden aan de toverdrank-speciaalzaak op de Wegisweg. Het was niet veel, maar genoeg voor de komende uren.
Opgetogen stapte hij de kroeg in, in uitgaansstijl: hij droeg een niet-geruite (en dus ook niet heel traditionele) kilt met een tuniek-achtig overhemd en hij had zijn halfhoge laarzen gepoetst.
“Hai,” zei hij, waarna hij zijn zwarte haren uit zijn ogen schudde. “Een Boterbiertje alsjeblieft.” Daarna keek hij pas rond, kijkend waar hij zou gaan zitten, toen zijn oog op een jongedame viel.
“Hé, jij hebt in Ravenklauw gezeten,” merkte hij spontaan op. Voor de rest was hij in zijn Zweinsteintijd vooral een bibliotheekbewoner geweest, dus hij kende haar verder echt niet goed.