Nomaj | Waar de magie nazindert
It's A Kind Of Magic - Afdrukversie

+- Nomaj | Waar de magie nazindert (https://nomaj.nl)
+-- Forum: Toren der Creatievelingen (https://nomaj.nl/forumdisplay.php?fid=4)
+--- Forum: De RPG (https://nomaj.nl/forumdisplay.php?fid=6)
+---- Forum: De Magische Wereld (https://nomaj.nl/forumdisplay.php?fid=7)
+---- Topic: It's A Kind Of Magic (/showthread.php?tid=163)

Pagina's: 1 2 3


RE: It's A Kind Of Magic - Timsel - 11/12/2020

De voorstelling verliep goed. Seth zat helemaal in zijn element. Hij kreeg het publiek mee: er werd gelachen op de momenten dat hij weer eens een kleurrijke parade deed, er werd ge’ooooohd wanneer het moment er was om te ooooh’en en er werd hartelijk geklapt toen de voorstelling was afgelopen; het gezelschap werd begroet met een staande ovatie.
En wat de show nog beter maakte? Het feit dat hij dacht, dacht, Pepijn te zien tussen het publiek. Af en toe, wanneer een lamp hem op dramatische manier van achteren belichtte, belandde het licht tegen een grote zuil aan de zijkant van het zaaltje. En daar zag hij een jongeman met zwart haar – was het…? Of verbeeldde hij het zich? Het bracht in ieder geval motivatie om extra goed zijn best te doen.
Maar hij had het zich niet verbeeld, zo kwam hij er na de show achter. Na de voorstelling ging de hele cast met het publiek nog wat drinken, wat handtekeningen uitdelen, merchandise verkopen, et cetera – en toen hij daar zo stond, nog steeds in kostuum, en lekker met een wijntje in zijn hand stond – werd hij ineens aangesproken. Seth schrok van de stem. Hij keek om en liet zijn wijn bijna uit zijn handen vallen.
‘Pepijn!’ Haastig zette hij de wijn neer en gaf Pepijn een stevige omhelzing – nog steeds in kostuum. De omhelzing duurde enige seconden – en toen liet hij los. Met een glimlach van oor tot oor keek hij Pepijn aan. ‘Ik dacht, ik heb me jouw bestaan verbeeld. Ik ben overal en nergens naartoe gereisd. Via dat… via dat…’ Hij fluisterde: ‘… haardrooster. Maar ik kon je nergens vinden.’
Hij grijnsde. Hij besefte zich dat hij Pepijns hand nog vasthield. Zijn aanraking was fijn; zacht, teder. Ook nu had hij weer dat gevoel als dat hij toen gehad had toen hij Pepijn had ontmoet. Iets van herkenning, waardering. Hij kon gewoon aan alles zien dat Pepijn het goed met hem voorhad. Een persoon met een hart. Hij had Seth geaccepteerd zoals hij was; hij had hem daar plompverloren achter kunnen laten in die kroeg, of weg gestuurd. In plaats daarvan had hij hem een wereld laten zien waar Seth nooit van had durven dromen. Een wereld waar hij nu van hield.
Hij keek Pepijn even recht in zijn ogen en liet toen zijn hand uit de zijne glippen. Hij nam zijn wijnglas weer in zijn hand. ‘Heb je mijn show gezien?’ vroeg hij met een sipje van zijn glas. ‘Wat vond je ervan? Ben je niet geïntimideerd door deze Baron Von Wintern?’ Hij knipoogde.
‘Waarom laat je me vanavond niet zien hoe je dus wél bij je huis komt?’ vroeg hij zachtjes. ‘Ik zit na die show vol adrenaline en… nou ja, ik ben gewend aan lange nachtjes. Ik zou het verschrikkelijk vinden als ik je pas weer over drie maanden zie.’


RE: It's A Kind Of Magic - Blossom - 11/12/2020

Twee armen om hem heen, secondenlang, terwijl de witblonde krullen in zijn gezicht kriebelden, stelden Pepijn gerust. Als hij realistisch was, zou hij gedacht hebben dat Seth zo’n beetje iedereen kon omhelzen. Per slot van rekening was hij een acteur, was hij geliefd door het publiek en zou hij vast aan iedere vinger een minnaar hebben.
Pepijn was echter een dromer bij tijd en wijle, vooral als er een sprookjesachtig figuur voor zijn neus stond waarvan hij het warm kreeg.
“Ik dacht dat het niet moeilijk was om mijn huis te bereiken,” antwoordde hij, “en ik dacht daardoor… dat je me niet meer wilde zien.”
Hij voelde zich emotioneel, wat zich uitte in een dichtgeknepen keel en hij moest vaak knipperen om tranen weg te houden, en zijn ademhaling was snel en oppervlakkig en bij Merlijns krakende knieholtes: Seth hield zijn hand vast!!!
Hij knikte toen Seth vroeg of hij de voorstelling had gezien.
“Ik vond je fantastisch,” zei hij oprecht, en lachte toen Seth vroeg of hij zich niet geïntimideerd voelde. MET EEN KNIPOOG. “Hihi, nou ik vond je outfit van onze eerste ontmoeting toch beter.”
Zo charmant, zuchtte Pepijn stilletjes. Hij kon echt uren naar Seth kijken, blozend en wel, en hij had nooit verwacht dat hij nog eens zo erg hoteldebotel van iemand kon zijn. Het voelde alsof hij weer achttien was.
Hij stemde dan ook direct toe toen Seth opperde om vanavond nog naar zijn huis te gaan, en daar tot diep in de nacht samen te zijn.

Veel later, toen Seth zijn handtekeningen had uitgedeeld en zijn ietwat kitscherige theaterkostuum had verruild voor zijn normale gothic-stijl, nam Pepijn hem mee naar buiten. Het was nog druk op straat, maar Pepijn wist alle plekken waar tovenaars zomaar konden Verdwijnselen. Dat deed hij dan ook; hij trok Seth een steeg in, greep hem stevig vast, tolde rond en binnen een seconde stonden ze voor de Lekke Ketel.
“Ze zijn hier 24 uur per dag geopend,” legde hij snel uit. “Al is de bar soms dicht - maar dat is niet erg als je alleen het Haardrooster nodig hebt.” Schotland was toch echt te ver om te kunnen Verschijnselen. Snel ging hij naar binnen, waar de haard niet ver van de ingang verwijderd was.
“Kom, dan gaan we samen. Het zal krap zijn, maar het lukt vast wel.”
Een hand vol Brandstof kleurde het vuur groen. Pepijns andere hand gebruikte hij om Seth stevig vast te houden. Als Seth zijn pols vast hield, en hij de pols van Seth, kon het niet anders dan dat ze binnen enkele ogenblikken in Pepijns huis zouden zijn.
En zo geschiedde: toen hij zijn ogen open deed, zag hij de vertrouwde spinnenterrariums, de bank met zachte kussens en dekens, de olielampen die zacht flikkerden en zijn verzameling boeken, planten en ingelijste posters van fabeldieren.
En hij zag Seth. Hij zag vooral Seth. Hij zou zijn huis zowat vergeten.
“Hier woon ik dus,” zei hij, alsof hij zijn woonkamer aan Seth voorstelde. “Ga lekker zitten, dan schenk ik iets in… Mede?” Hij pakte zijn toverstaf en liet alles tot leven komen: glazen zweefden uit de keuken, de kaarsen gingen spontaan aan, er sprong een haardblok op het vuur en er klonk ineens zachte muziek. Pepijn nam de fles uit de drankenkast en schonk een bodempje in, om te laten proeven.
“Eerlijk zeggen als je het niet lekker vindt, want dan pakken we wat anders.”


RE: It's A Kind Of Magic - Timsel - 12/12/2020

Nee, die methode van haardvuurtransporeren zou Seth nooit fijn vinden. Zijn maag tolde nog toen hij eruit rolde, maar hij vermande zich toen hij nou eenmaal aangekomen was op de plaats van bestelling. Zijn misselijkheid maakte plaats voor de kinderlijke nieuwsgierigheid die onuitputtelijk bleek te zijn geweest in de afgelopen maanden. Hij stond in een tovenaarswoning. En hij was van Pepijn!
‘Wowzies,’ zei Seth, die nieuwsgierig om zich heen keek. ‘Of eh, zoals wij zeggen: Merlijns baard. Gebruik ik dat in de goede context?’
Glimlachend liep hij een beetje rond. Zijn hakken tikten op de houten vloer. Het huisje straalde magie uit; in iedere hoek zag hij wel wat gebeuren wat in een Dreuzelhuis nooit voor zou komen. Een magisch boek met bewegende plaatjes, een borrelend drankje van een vreemde kleur, een magisch wezen in een kooi, een set naalden die in de lucht een sjaal aan het naaien waren…
Hij liet zijn lange, zwart gelakte nagels over het hout aan de muur glijden. Hij voelde magie. Hij rook magie. Hij was onder de indruk.
‘Leuk huis,’ zei hij blij en draaide zich om naar Pepijn. ‘Doe maar een mede inderdaad. Ik ben niet vergeten dat je me die aangeraden hebt.’

Onder het genot van mede ontstond een gezellig gesprek. Ze zaten gezellig op de bank en de tijd vloog voorbij. Seth vertelde over mislukte spreuken, over spreuken die goed gingen, voerde wat kleine spreuken uit ter demonstratie, vertelde dat hij inderdaad deel uitmaakte van een theatergezelschap van allerlei alternatievelingen. Hij vertelde vrijwel alles wat in hem opkwam. Maar hij vertelde niet over zijn interseksuele geaardheid. Dat werd vaak niet gewaardeerd, zelfs niet onder… mensen met de ‘vibe’ – vibes die ook Pepijn afgaf. Al had geen van hen dat uitgesproken over zichzelf of de ander.
Het was gewoon gezellig. Geen reden om trauma’s uit het verleden op te rakelen.
Nadat ze een halve fles mede hadden leeggedronken, deed Seth een voorstel. ‘Ik weet dat het laat is… maar… zullen we een rondje lopen? Ik vind je huis echt fan-tas-tisch. Maar ik ben nu echt super nieuwsgierig naar dat meer en dat bos wat hier om de hoek schijnt te zijn.’


RE: It's A Kind Of Magic - Blossom - 12/12/2020

Met diens aanstekelijke enthousiasme begon Seth te vertellen, met Pepijn als gierige luisteraar: hij wilde ieder woord in zich opnemen en voor een tijdje door zijn hoofd laten dwalen. Het was lekker en luchtig, verwachtingsloos, gezellig en het kon nog dagen doorgaan zo. Soms deed Pepijn een spreuk voor of vertelde hij dingen over toverstokbewegingen, maar boven alles stond dat Seth het zichzelf tot nu toe geleerd had en dat hij in die drie maanden meer had geleerd dan een Zweinsteinleerling in drie jaar. Pepijn was trots op hem, en blij dat hij de allereerste had mogen zijn die Seth de toverwereld had mogen tonen.
De Mede was goed en maakte hem rozig, al scheen Seth er geen last van te hebben. Een podiumoptreden leek Pepijn ook stressvol en hij begreep het wel, van die adrenaline waar Seth het eerder over gehad had. Hij vroeg zelfs of ze niet nog even buiten konden wandelen!
Pepijn had er niets op tegen. Hij was niet echt iemand de de wijzers van de klok in de gaten hield, hij sliep wanneer hij moe was en at wanneer hij honger had.
“Natuurlijk kunnen we dat doen,” stemde hij toe en ging direct op zoek naar zijn jas en een extra sjaal voor Seth, aangezien het buiten veel kouder was dan in Londen. “We zijn reeds middenin het bos, dus daarvoor hoeven we niet ver. Het meer is dan weer te ver, maar daar kunnen we naartoe Verdwijnselen.”
Toen hij in de hal zijn jas aan deed, zag hij plotseling nog een foto hangen van hem , samen met Yorick. Hij hoopte maar dat Seth die niet gezien had. Snel draaide hij de foto om, met het voornemen om zijn woning zo spoedig mogelijk volledig te ‘ontyorickken’. De meeste zaken die hem aan zijn ex lieten denken, had hij reeds weggehaald en verkocht, verbrand of op zolder opgeslagen. Zo nu en dan bleek het huis dan toch nog het verleden prijs te geven; dat bleek nu maar weer.
“Ben je er klaar voor?” vroeg hij, en keek Seth aan. “Die sjaal staat je goed! Hou ‘m maar, als je wil.”
Liever had hij hem mee naar boven genomen en zijn bed ingesleurd, hoewel dat op een tweede ontmoeting waarschijnlijk niet echt netjes was. Het was echter wel hoe hij zich al vanaf het eerste moment had gevoeld: Seth was zo mooi dat hij misschien zelfs Glamorganabloed zou kunnen hebben. Zo aanlokkelijk, zo knuffelbaar en alles wat Seth deed of zei, was leuk.
Afgaand op het type schoeisel dat Seth aanhad (hakken), besloot Pepijn hem direct mee naar het meer te nemen, waar de grond vlak was en uit kiezelsteentjes bestond. Voor de mossige bosgrond waren toch echt stevigere stappers nodig.
Voor de tweede keer in een korte tijd pakte Pepijn Seth vast en tolde rond. Toen ze bij het meer Verschijnselden, liet hij hem nog niet direct los.
“Dit is het dus,” zei hij. “Het meer, het kasteel in de verte en daarachter bij die lichtjes - zie je die? - daar ligt Zweinsveld.”
Het was ijzig koud en helder weer. De maan scheen en zorgde ervoor dat het water van zilver leek. Pepijn zag het - en zag het tegelijkertijd ook weer niet. Hij zag alleen Seth, en wilde hem kussen.


RE: It's A Kind Of Magic - Timsel - 12/12/2020

‘Dat uhm, Verschijnselen, is het niet? – moet ik echt nog even leren,’ zei Seth, toen hij al tollend in een bosachtige omgeving terecht kwam. ‘Heel handig.’ Maar hoewel hij het wel super handig vond, werd hij er wel een beetje misselijk van. Sowieso had hij het niet heel erg op tovenaarstransportatie van wat hij tot nu toe had meegemaakt: via een haardrooster, tollen door de lucht… bah! Nee, wat dat betreft hadden Dreuzels het voor de verandering wel beter gefixt.
Hij liep wat stuntelig met Pepijn mee. Niet achter hem, niet voor hem, mét hem. Het was frisjes, want het was voorjaar, en dus had Seth wel zin om dicht tegen Pepijn aan te kruipen. Hij stak zijn arm in die van Pepijn en liep gezellig tegen hem aan.
Het uitzicht waar Pepijn hem naartoe had gebracht was fantastisch. Een prachtig, gigantisch meer en een nog veel prachtiger kasteel dat hoog boven hen uittorende. Zoveel torentjes en lichtjes keken op hen neer. Zo mooi dat Seth uit ontzag enkel een ‘wauw’ kon fluisteren.
‘Heb je daar op school gezeten?’ vroeg hij vol ontzag en keek Pepijn verwonderend aan. Het maanlicht zorgde ervoor dat Seth wel zijn gezicht kon zien in het donker. ‘Dat is toch echt fantastisch. Prachtig.’ Hij dacht even na. ‘Ik heb gelezen over die vier verschillende afdelingen, hm? Ik denk dat ik in Zwadderich zou komen. Elegant, ambitieus, slim, nieuwsgierig. Die eigenschappen passen wel bij me. Jij bent… hmmm… een Ravenklauw? Mysterieus, slim, wijs, knap?’
Glimlachend keek hij Pepijn aan en ontblootte zijn tanden een beetje. ‘Dankjewel dat je me dit allemaal aan me laat zien,’ zei hij uit de grond van zijn hart. Hij keek weer naar het kasteel, maar toen hij weer terugkeek naar Pepijn, besefte hij pas echt hoe dicht hij bij hem stond. Hij voelde iets in zijn borstkas, iets kloppends. Een hart. Een hart waarvan hij zich wel bewust was, maar op een pijnlijke manier. Er was verlangen, er was lust.
Zijn hand pakte die van Pepijn en zijn vingers vouwden zich over de hand heen. Pepijns ademhaling voelde dichtbij. Seth voelde zijn aanwezigheid. Het tintelde. Alsof er vonken van hem afsprongen. Zijn andere hand plaatste hij op Pepijns wang. En voordat hij er erg in had, plaatste Seth zijn lippen tegen die vak Pepijn. Hij kuste hem. En het was met passie.


RE: It's A Kind Of Magic - Blossom - 12/12/2020

Enerzijds wilde Pepijn antwoord geven, zoals het hoorde, want ja, hij had hier op school gezeten en nee, het was niet fantastisch geweest, maar een hel. Hij gaf een bevestigend glimlachje toen Seth zijn gedachten over Zwadderich en Ravenklauw hardop uitsprak, maar kreeg bijna de kans niet om te zeggen dat het echt zo was. Hij was betoverd. Volledig van zijn stuk was hij, toen Seth zijn hand uitstak naar zijn gezicht en hem zachtjes kuste. Vrijwel direct verlangde Pepijn naar meer en hij legde zijn beide handen op Seths rug, waarna hij hem dichterbij liet komen, hem tegen zich aan drukte en hij hem vol terugzoende. Van hem mocht deze kus eeuwig duren.
Seth was zacht en net zo enthousiast als wanneer hij sprak. Pepijns vingers verstrengelden zich in Seths nog steeds ietwat krullerige haren en als het minder koud geweest zou zijn, had hij zeker dingen uit getrokken.
“Ik zocht je met een reden,” zei hij zachtjes. “Deze reden. Ik kon je gewoonweg niet uit mijn hoofd krijgen.” Hij voelde zich zo intens gelukkig nu, Seth was gewoon zo ontzettend leuk, zo gaaf en mooi, grappig en toegankelijk. Pepijn wist dat Seths uiterlijk vele mensen op een afstand zouden houden, maar zelf voelde hij zich vooral aangetrokken tot dat duistere van zo’n gothic look. Pepijn was kleiner dan hem, maar Seth was zo slank en licht dat Pepijn zich geen minimensje voelde vergeleken bij hem. Eerder was het alsof ze elkaar recht in de ogen konden kijken.
Hij gaf Seth nog een kus en daarna nog eentje.
“Je bent gewoon… zo mooi!” Seth zou het vast opgemerkt hebben, hoe erg Pepijn naar hem kon staren. Niet omdat hij zich dingen afvroeg, maar omdat liefde op het eerste gezicht nog steeds kon bestaan als het niet de eerste liefde was.
Hij had het warm en koud tegelijk: warm vanwege Seth en koud vanwege de gure nacht.
“Zullen we… we hebben helemaal nog niet ver gewandeld, maar… zullen we teruggaan naar mijn huis?”


RE: It's A Kind Of Magic - Timsel - 13/12/2020

Pepijn deed hem goed voelen. Hij was lief, grappig, zorgzaam, mysterieus, intelligent… ja, dit was de soort persoon waar Seth op viel. Want dat was het. Het maakte Seth niets uit of het nou een man was, of een vrouw, of zoals Seth zelf, een beetje van beiden. Als diegene maar een mooie persoonlijkheid had.
En dat had Pepijn.
Bovendien kon hij ontzettend lekker zoenen. Onderweg terug naar Pepijns huis konden de twee bijna niet van elkaar afblijven; Seth was in lange tijd nog niet zó gelukkig geweest. Zelfs niet toen hij ontdekt had dat hij een tovenaar was. Tenslotte was de liefde krachtiger dan wat dan ook – zelfs welke vorm van magie dan ook.
Want Seth geloofde daarin. Liefde op het eerste gezicht. Hij had het altijd gezien in theaterstukken, had zelf ook een paar keer een rol gespeeld waarbij liefde op het eerste gezicht ter sprake kwam. En nu voelde hij het zelf.
Eenmaal in de woning was het een verwarrende weg waarbij liefde, lust en een slecht oriëntatievermogen door alcohol de weg wat vermoeilijkten. Toen ze het tweepersoonsbed van Pepijn gevonden hadden, duwde Seth hem op het bed en gooide zijn eigen leren jas uit en op de grond. Daarna ging het topje dat hij droeg uit, gevolgd door tweepaar hoge haklaarzen. Al zoenend ontdeed Seth Pepijn van de nodige kleding – en toen bedacht Seth zich iets.
Straks ziet hij het. Dat er biologisch gezien niets klopte van de onderkant van zijn lichaam. Hij aarzelde; hoewel hij zijn interseksualiteit ook uitdrukte in kleding was het lichamelijk gezien altijd een dingetje geweest, al vanaf het moment dat hij toen gepest werd toen de jongens allemaal gingen douchen. En ook bij de meidendouche hadden ze zijn aanwezigheid niet kunnen waarderen. Pepijn leek hem iemand die openstond voor dingen, openstond voor hem… maar wat als Seth zich vergiste? Ze kenden elkaar eigenlijk pas net, en hij had zelf wel vaker gehad dat het op dit moment van de relatie met zowel mannen als vrouwen hartstikke fout ging. Dan kwamen de verwensingen. De bedreigingen. De pijn bij Seth zelf.
Nee, hij durfde het niet. Wat als Pepijn zou roepen dat het goor was, dat Seth misvormd was? Dat hij linea directa het huis moest verlaten en hem nooit meer wilde zien? Seth wist niet of hij dat aankon. Hij wist het wel, trouwens: het antwoord was niet.
Hij scheurde zich los van Pepijns lippen en stond op. Hij pakte de toverstok die hij in zijn jas op de grond had zitten. ‘Je zult hier niets van voelen – Confundus!’
De Waanzichtsspreuk raakte Pepijn. Door deze spreuk zou Pepijn een uurtje of twee verward raken. Seth zou hem de volgende morgen vertellen dat ze de liefde bedreven hadden en dat het geweldig was. En hoewel hij dat ook echt zou willen, kon dat gewoon echt niet nu.
Hij kroop in het bed, naast een verward uitziende Pepijn. Hij streek zijn haren. ‘Geen zorgen, lieverd,’ fluisterde hij zachtjes. ‘Ga maar gewoon slapen.’ Met zijn toverstok deed hij de lichten uit en kroop naar Pepijn toe, waarbij hij hem in zijn nek kuste. Een eenzame traan viel op het dekbed.


RE: It's A Kind Of Magic - Blossom - 13/12/2020

Het begon lief en werd steeds opwindender met het uittrekken van kleding en het kussen en gekust worden, en het zoeken naar stukjes blote huid. Opeens echter was daar een toverstok en de eerste lettergreep van een spreuk. Een spreuk die werkte, wat op zich wel fijn was, want in dat geval bracht hij weinig schade toe. Voor hetzelfde geld zou Seth per ongeluk zijn hele geheugen gewist hebben, of zijn haren felgroen gemaakt hebben, of het bed in de brand hebben gestoken. Maar nee. Het was een Waanzichtspreuk, en Seth dacht vast dat Pepijn niet wist wat dat was.
Volledig gedesoriënteerd liet Pepijn zich op bed vallen en voelde zich een beetje draaierig omdat hij als het ware door twee vissenogen keek.
Seth zei dat hij moest gaan slapen en ondanks dat hij hem lieverd noemde, was Pepijn er niet gerust op. Met zijn ogen dicht kroelde hij zich tegen Seth aan, en bleef hij de hele nacht zo goed als wakker, totdat hij dacht dat hij wist wat het was.

Toen de eerste zonnestralen door de kleine ruitjes van de slaapkamer schenen, diffuus gemaakt door de kale takken van de hoge bomen, kroop Pepijn tussen de lakens vandaan. Het was vast al een uur of tien. Even bleef zijn blik hangen op Seth, die slapend minstens even mooi was als in wakkere toestand. Pepijn kreeg er een triest glimlachje van op zijn gezicht. Wat was er gebeurd? Waarom? Was hij Seth eigenlijk meer kwijt dan rijk?
Over zijn eigen gevoelens hoefde hij niet te twijfelen en om die reden zou hij Seth niet van zich af duwen. Een ontbijt en een kopje thee op bed dan maar? Ja, dat leek hem een goed idee.

Beneden liet hij een dienblad zweven en vulde hij het met allerlei lekkere ontbijt-dingetjes zoals fruit, zoete crackers, plakjes mueslibrood met zelfgemaakte bosvruchtenjam en thee met gember-kaneelsmaak. Tussendoor gaf hij de kraaien buiten wat brood dat hij over had van gisteren, dat door hen altijd met veel enthousiast gekraai werd ontvangen. Eigenlijk had hij wel zin om zich bij hen te voegen, zoals hij eigenlijk bijna altijd deed. Dan kon hij zijn zorgen van zich af vliegen. Hij deed het echter niet; hij had iemand om voor te zorgen boven.
“Sethje? Ben je wakker? Wil je een ontbijtje?” vroeg hij toen hij de slaapkamerdeur voorzichtig opende. Hij was zenuwachtig: het was tijd voor een goed gesprek, maar hij had geen idee hoe hij het onderwerp aan zou moeten snijden.


RE: It's A Kind Of Magic - Timsel - 13/12/2020

Seth sliep als een blok. Het was lang geleden dat hij tegen iemand aan had gelegen; een soort warme deken die hij maar al te graag aannam. Hij had een heerlijke, droomloze slaap en werd pas wakker toen Pepijn zachtjes op de deur klopte.
Hij rekte zich nog een keertje uit. ‘Goedemorgen, knapperd,’ zei hij met een glimlachje toen Pepijn, die half aangekleed was, het ontbijt op bed neerzette en zelf ook weer onder de lakens kroop. Hij gaf hem een kus en streelde zijn wang een beetje. ‘Wat lekker,’ zei hij terwijl hij zijn blik over het dienblad liet glijden. Pepijn had allemaal lekkere dingetjes erop gezet. Lekker beleg, lekkere koekjes, lekker drinken… ‘Wat ben je ook een schat,’ zei Seth blij en besmeerde een crackertje met bosbessenjam.
Hij keek naar Pepijn en voelde dat er iets mis was. Seth werd onzeker. Had de spreuk wel goed gewerkt? Was hij niet krachtig genoeg? Normaliter zou iemand met een Waanzichtsspreuk even helemaal out moeten zijn en… nou ja, je kon het vergelijken met high zijn, zo had Seth het begrepen. Maar Pepijn zag eruit alsof hem iets dwars zat. Toen Seth zijn crackertje ophad, merkte hij dat Pepijn het eten nog niet had aangeraakt.
Hij legde een hand op Pepijns hand. ‘Alles goed?’ vroeg hij bezorgd terwijl hij met zijn toverstok zijn glas met sap vulde. ‘Je bent wel hier, maar het lijkt alsof je met je hoofd heel ergens anders zit. Heb je een drukke dag te gaan?’


RE: It's A Kind Of Magic - Blossom - 13/12/2020

Gelukkig, zijn ontbijtje werd gewaardeerd. Pepijn kreeg zelf echter haast niks door zijn keel, zenuwachtig voor de vragen die hij wilde stellen en nog zenuwachtiger voor het antwoord. Ergens was hij er wel blij om dat Seth het opmerkte; dat leek het ijs een beetje te breken.
“Druk?” hij glimlachte en nam een slokje thee. “Ik heb het nooit druk.” In de stilte die volgde, zette hij zijn thee neer en zocht de woorden die hij al uren door zijn hoofd had laten spoken.
“Ik wil… weten waarom je me gisteren behekste met een Waanzichtbetovering,” zei hij moeizaam, omdat hij, nu hij de woorden uitsprak, ze wel erg confronterend vond. “Was je bang dat ik je pijn zou doen? Je weet wel, op plekken waar de zon nooit schijnt. Of ben je nog maagd en schaam je je daarvoor en was je bang dat ik daarachter zou komen? Of vond je het sowieso een stom idee om seks met me te hebben, of… deed ik iets verkeerd?”
Was Seth nu aan het toneelspelen dat hij hem altijd nog leuk, lief en aardig vond? Hij was per slot van rekening een acteur, dus het kon zomaar zo zijn dat hij op iets afgeknapt was en dat hij op het punt stond om (weer) uit Pepijns leven te verdwijnen.
Als dat zo was, wilde Pepijn weten waarom. Dat was toch niet te veel gevraagd?
“Je hebt toch niet… in Londen nog iemand waarmee je een vaste relatie hebt? Of val je op vrouwen?” Dat kon hij zich beiden niet goed voorstellen, maar hij sloot geen mogelijkheden uit. Hoe dan ook voelde hij zich op een vreemde manier afgewezen toen hij die Waanzichtbetovering incasseerde. Misschien zat er een gat in zijn zelfvertrouwen, maar hij kon het niet goed hebben en voelde zich slecht.
“Als je het allemaal te snel vond gaan, had je me dat toch ook gewoon kunnen zeggen, in plaats van je toverstok te gebruiken? Op mij?”