Nomaj | Waar de magie nazindert
Decode - Afdrukversie

+- Nomaj | Waar de magie nazindert (https://nomaj.nl)
+-- Forum: Toren der Creatievelingen (https://nomaj.nl/forumdisplay.php?fid=4)
+--- Forum: De Bibliotheek (https://nomaj.nl/forumdisplay.php?fid=12)
+---- Forum: Lange Schrijfsels (https://nomaj.nl/forumdisplay.php?fid=18)
+---- Topic: Decode (/showthread.php?tid=105)

Pagina's: 1 2


Decode - CartoonJessie - 27/08/2020

Decode: een Sneep/Tops songfic die je niet noodzakelijk als een AU hoeft te beschouwen...

Voor het eerst gepost op Dreuzels op 15 september 2011, afgewerkt op 23 september 2011. 
[Afbeelding: attachment.php?aid=10]

How can I decide what's right
When you're clouding up my mind?

I can't win your losing fight

All the time


How can I ever own whats mine

When you're always taking sides?

But you won't take away my pride

No, not this time

Not this time


How did we get here?

When I used to know you so well

But how did we get here?

Well, I think I know


The truth is hiding in your eyes

And it's hanging on your tongue

Just boiling in my blood

But you think that I can't see

What kind of man that you are,

If you're a man at all

Well, I will figure this one out

On my own

(I'm screaming, "I love you so")

On my own

(My thoughts you can't decode)


How did we get here?

When I used to know you so well, yeah

But how did we get here?

Well, I think I know


Do you see what we've done?

We've gone and made such fools

Of ourselves

Do you see what we've done?

We've gone and made such fools

Of ourselves


How did we get here?

When I used to know you so well, yeah, yeah

How did we get here?

Well, I used to know you so well

I think I know

I think I know


There is something I see in you

It might kill me

I want it to be true

Lyrics + Song by Paramore.



RE: Decode - CartoonJessie - 27/08/2020

How can I decide what’s right?
When you’re clouding up my mind

I can’t win your losing fight
All the time

 
“Tops, let nou toch eens op! Je doet het helemaal fout!”
“Huh?”
Verward keek Tops naar haar toverdrank. Groen. De drank hoorde helemaal niet groen te zijn.
Yvonne schudde met haar hoofd. “Je kan beter wat meer op je toverdrank dan op je professor letten!” merkte ze fluisterend op.
Tops keek Yvonne met grote, waarschuwende ogen aan. Niemand mocht dat horen. Vooral hij niet.
Haar blik dwaalde weer af naar haar professor. Hij inspecteerde met een norse blik de toverdranken van enkele overijverige Ravenklauwers. Gelukkig – hij had niets gehoord.
Professor Sneep. De jongste professor op Zweinstein. De enige professor die zo een aura van mysterie met zich meedroeg. De reden waarom alle toverdranken van Tops mislukten.
Gelukkig was er nog Yvonne. Voor een zevendejaars had ze een enorme kennis van Toverdranken en ze wist haast iedere toverdrank die Tops verpestte te redden. Vastberaden liet ze enkele venkelbladeren in de toverdrank vallen en roerde ze erin. Op slechts vijf secondes had de toverdrank weer de blauwe kleur die hij hoorde te hebben.
“Bedankt,” fluisterde Tops en ze probeerde zich te concentreren op haar boek, maar ze kon het niet laten om iedere keer op te kijken als professor Sneep haar klasgenoten aansprak. Ook al snauwde hij hen gemeen toe, Tops was niet aangedaan van die toon. Ze wist dat hij iets te verbergen had en dat het om een goede reden was dat hij zo gemeen was tegen hen. Ze wist ook dat hij waarschijnlijk met wat meer positieve aandacht een heel ander mens zou kunnen zijn. Hij moest wel heel erg eenzaam zijn – de enige professor van zijn leeftijd hier op Zweinstein en door zijn taak als professor kon hij geen gezelschap zoeken bij andere studenten – ook al waren zij vast dichter bij zijn leeftijd dan de andere professoren.
Tops kon het niet laten om iedere les te dromen van hem. Ze had hem bijna doorgrond – bijna.
Maar door haar dagdroom merkte ze weer eens niet dat haar toverdrank een gevaarlijk kleurtje begon aan te nemen. 
Met een enorme knal ontplofte de toverdrankketel. Tops was maar net op tijd om haar gezicht te beschermen toen ze werd overgoten door het warme, rode goedje. Enkele studenten gilden – Yvonne waarschijnlijk nog het hardste – en Tops probeerde het rode spul van haar bruine haren te krijgen.
“Juffrouw Tops!” De stem van professor Sneep klonk dreigend en Tops haar hart sloeg een tel over. “Wat moet dit voorstellen?!”
Tops wist niet wat te zeggen en stotterde wat.
“Waarom lijk je iedere keer maar weer niet in staat om ook maar één toverdrank succesvol af te werken? Denk je dat ik niet zie hoe juffrouw Lipkens constant je toverdrank redt?!”
Yvonne sloeg snel haar ogen naar de grond. Tops staarde met een tranerige blik in zijn diepzwarte ogen. Snapte hij dan niet dat hijzelf haar altijd afleidde?
“Wel?!” Hij klonk laaiend van woede en Tops vond het oneerlijk dat hij haar zo hard aansprak – en dat terwijl zij zoveel respect voor hem had. “Ben je je tong verloren?”
Tops wist dat het geen zin had om hem tegen te spreken – dat zou een verloren gevecht zijn.
“Het was inderdaad mijn schuld,” zei Tops stil. “Ik had beter moeten opletten.”
Sneep snoof door zijn neus – mogelijks was hij teleurgesteld door het feit dat ze hem niet tegensprak. Hij was het niet gewoon dat leerlingen hun fouten toegaven. “Dat praat je nog niet vrij. Ik hoef je niet te zeggen dat je voor deze opdracht geen punten behaalt. En je zal deze rotzooi nu onmiddellijk opruimen. En vanavond heb je strafstudie. Ik verwacht je om zeven uur.”
Weeral sloeg Tops haar hart over. Strafstudie... klonk eigenlijk nog niet zo slecht. Dromend begon ze de rotzooi van haar toverdrank op te ruimen.


RE: Decode - CartoonJessie - 27/08/2020

How can I ever own what’s mine,
When you’re always taking sides
But you won’t take away my pride,
No not this time
Not this time

 
Het was raar, maar waar dat Tops één van de enige zevendejaars was die nog nooit strafstudie had gehad bij professor Sneep. Het was echter niet de eerste keer geweest dat haar toverdrankje was mislukt, maar ze had ook al andere straffen gehad – voornamelijk schrijfstraffen.
Ze stond voor de deur van de kerkers met haar boekentas in haar armen geklemd en haalde snel een spiegeltje eruit. Ze bekeek zichzelf. Haar korte, bruine haren zaten best goed. Ze had het geluk om nooit puistjes te hebben – dat was het voordeel van Transformagiër zijn. Maar toch wist haast niemand hier wat van. Professor Anderling en Professor Perkamentus wisten ervan dat ze deze gave had, maar ze hadden het haar verboden om haar eigen uiterlijk te veranderen als ze op Zweinstein les had. Ze had deze regel altijd gerespecteerd. In principe was het mogelijk voor haar om zich te transformeren in een andere professor en zo regels te omzeilen – maar dat mocht ze dus niet. Andere professors wisten niet eens van haar afwijking af en ze vond het niet erg als dat zo bleef. Vaak werden Transformagiërs toch beschouwd als freaks, dat had ze wel gemerkt in een les Transfiguratie van Anderling. Veel leerlingen hadden nare opmerkingen gemaakt over Transformagiërs in het algemeen en na de les was Tops zo van streek geweest dat Yvonne achter haar geheim was gekomen. Yvonne was – zoals het een Huffelpuf behoorde – een goede vriendin. Ze had haar geheim bewaard.
Tops stak haar spiegeltje weer weg en rechtte haar das van Huffelpuf. Ze klopte nerveus op de deur en toen ze haar geliefde professor “Binnen!” hoorde roepen, stapte ze opgewekt het lokaal in.
Het leek echter alsof een baksteen zonk in haar maag toen ze zag dat ze niet de enige was. Er zaten nog twee eerstejaars van Griffoendor op de banken en een zesdejaars van Ravenklauw. Ze keken hoe Tops binnenstapte maar draaiden zich daarna weer snel naar hun strafwerk.
“U bent maar net op tijd,” merkte professor Sneep op en hij stond op van achter zijn bureau. Hij liep naar een boekenkast achter hem en haalde er een dik boek uit. Hij liet het met een zware plof vallen op de bank waar Tops moest gaan zitten en terwijl Tops zich neerzette, sprak hij haar kort toe: “Pagina 239 tot 248 overschrijven. Tweemaal. Wie weet lukt de toverdrank die we volgende les gaan maken u dan wel.”
Hij liet Tops weer achter aan haar bank en Tops baalde erg hard dat ze niet alleen waren. Als ze alleen waren geweest, had Tops vragen kunnen stellen over Toverdranken... Mogelijks hadden ze een kort gesprek met elkaar kunnen aanknopen. Maar daar durfde ze nu niet meer op hopen. Ze had immers het lef niet om vragen te stellen die de andere leerlingen ook zouden kunnen horen.
Na een uur schrijven begon haar hand te verkrampen, maar toen de zesdejaars van Ravenklauw meldde dat hij klaar was en Sneep hem de toestemming gaf te vertrekken, kreeg Tops opeens hoop...
Als ze nou eens langzaam genoeg zou schrijven... Zo langzaam dat ze als allerlaatste zou overblijven...
Ze ontspande haar hand en ging op haar gemak verder. Toen na een halfuur ook de twee eerstejaars vroegen of ze mochten vertrekken, kon Tops het niet laten om even te glimlachen. Professor Sneep stond hen ook toe om te gaan en Tops deed alsof ze geconcentreerd verder schreef – terwijl ze in feite enkel probeerde te bedenken wat ze hem zou kunnen zeggen.
Zodra de eerstejaars de kerkers uit waren en Tops alleen was met haar geliefde professor, voelde ze haar hoofd warm worden en haar hart sneller kloppen. Ze probeerde iets perfects te vinden om tegen hem te zeggen, maar dat was niet zo gemakkelijk.
Opeens werd ze opgeschrokken toen er op de deur werd geklopt en ongevraagd stapte een drietal zevendejaars van Zwadderich binnen. Ze keken Tops slechts voor een seconde aan en stapten daarna op professor Sneep af.  
“Professor, sorry voor het storen, maar we hadden u graag gesproken. Vanavond nog.”
Professor Sneep keek even naar Tops, die deed alsof ze verderwerkte, en keek even bedenkelijk naar de Zwadderaar die hem had aangesproken. “Waarover gaat het?”
De drie zevendejaars aarzelden. Ze leken zich niet comfortabel te voelen bij het idee dat ze dat moesten zeggen waar een Huffelpuf bij zat.
“Ik snap het al,” mompelde professor Sneep en hij stond opeens op. “Juffrouw Tops, u mag beschikken. Ongeacht de povere kwantiteit aan tekst die u heeft neergepend mag u uw straftaak als voltooid beschouwen.”
Ze wilde protesteren. Maar ze wilde helemaal nog niet beschikken! Dit was niet eerlijk!
Sneep zag dat ze niet meteen wist wat te doen en werd ongeduldig. “Brengt u uw straf nog naar mijn bureau of was de taak zodanig saai dat u in slaap bent gevallen?”
Ze kreeg eindelijk weer gevoel in haar benen en stond snel op. Ze nam het zware boek en de rollen perkament die ze had volgeschreven en bracht deze naar zijn bureau.
“Het was niet saai,” mompelde ze stil terwijl ze zijn blik ontweek. “Nog een fijne avond, professor Sneep.”
Snel draaide ze zich om en haastte ze zich de kerkers uit. Ze hoorde hoe de Zwadderaars haar uitlachten achter haar rug en ze was zo boos dat ze zich moest beheersen of haar haren zouden rood kleuren.
Het was oneerlijk hoe hij de Zwadderaars altijd voortrok! Oneerlijk dat zij geen kans maakte om op een goed blaadje bij hem te staan omdat haar das geel was in plaats van groen! Oneerlijk dat zij nooit de kans kreeg om met hem te praten!
Hij trok altijd hun kant, gaf hen altijd de meeste aandacht... Kon zij ook maar eens zijn aandacht krijgen! In plaats van vernederd te worden door andere Zwadderaars.
Er moest een manier zijn waarop ze zijn aandacht zou kunnen trekken... Een manier waarop hij haar wel aandacht zou kunnen geven...
Tops besefte zich opeens iets – het kon wel – maar... dan mocht ze niet langer een Huffelpuf zijn.


RE: Decode - CartoonJessie - 27/08/2020

How did we get here
When I used to know you so well
But how did we get here
I think I know

 
“Wat denk je?”
Yvonne keek met grote ogen naar haar beste vriendin – al zag Tops er niet bepaald als zichzelf uit. Yvonne schudde met haar hoofd. “Je ziet eruit als een bimbo!”
Lang golvende blonde haren, een BH-cup die zodanig groot was dat Tops haar rug er haast pijn van deed en zo’n lange benen dat iedere man zijn hoofd zou moeten draaien. “Wie weet is dit zijn type wel,” hield Tops vol goede moed vol terwijl ze in haar handspiegeltje keek. “De intelligente brunette leek zijn hoofd niet te draaien, evenmin als de depressieve zwartharige heks... Dit moet het haast wel zijn!”
Yvonne rolde met haar ogen. “Wat als hij gewoon homo is?”
Tops straalde Yvonne met haar blik neer. “Dat is niet grappig, Yvonne. En als het zo is, dan vergeef ik hem voor het feit dat hij me nog steeds niet heeft aangekeken. En dan kan ik ook snappen waar al zijn frustratie vandaan komt. Maar zover zijn we nog niet! Dit zal zijn hoofd wel draaien!”
Tops wandelde uit het steegje van Zacharinus Zoetwarenhuis en keek om zich heen. Het was al redelijk laat en de meeste leerlingen waren al terug naar Zweinstein. De enige zesdejaars en zevendejaars die nu nog over waren in Zweinsveld, zaten bij de Drie Bezemstelen te genieten van wat Boterbiertjes. Het was een geluk voor Tops dat haar professor zich ver van dat lawaai hield en er meer van hield om de straten van Zweinsveld te patrouilleren. Ze was ook enorm blij dat hij niet wist dat ze een Transformagiër was – dan had hij haar en Yvonne vast beter in het oog gehouden.
Ze liep nonchalant voorbij een verlaten kledingzaak en trapte voor expres op het stukje ijs dat Yvonne er speciaal voor deze gelegenheid had bevroren. Ze werkte de val niet tegen en liet zich op haar achterste vallen – voor de derde keer die namiddag. Terwijl ze om zich heen keek, merkte ze dat haar professor nog steeds zijn blik niet naar haar had gewend en toen ze een kobold zag naderen om haar recht te helpen, stond ze snel op en maakte ze rechtsomkeerts.
Terug in het steegje bij Yvonne wreef ze over haar pijnlijke billen en transformeerde ze zich terug in haar gewoonlijke, jonge zelf.  “Ok, wat blijft er nog over?”
Yvonne zuchtte diep. “Dat je hier nog steeds mee wil verdergaan. Binnen een halfuurtje moeten we zorgen dat we terug op Zweinstein zijn.”
Tops keek Yvonne streng aan. “Dat is tijd genoeg. Welke blijft er nog over?”
Yvonne keek door haar notities. “De hippie. Rode haren, bloem in je haar, hippiekleren, yadda yadda... Al ga je mij niet wijsmaken dat professor Sneep daarop valt.”
Tops transformeerde onmiddellijk haar kleren – ze was de beste van haar jaar in transfiguratie – niet moeilijk, als je transformagiër was. Haar kleren hadden de kleuren van de herfst – een donkerrode mantel, een okergele sjaal en een donkergroene rok op hoge, bruine laarzen. Na haar kleren, vervormde ze haar gezicht tot ze enkele sproeten rond haar neus had en enorme lange, rode haren die golfden rond haar middel.
Yvonne keek haar bekeurend aan. “De bloem,” merkte ze streng op.
“Oh, juist!” Tops had slechts een seconde nodig om een grote madelief in haar haren te transfigureren.
“Hup, ga hem pakken,” moedigde Yvonne Tops aan terwijl ze haar subtiel het steegje uitduwde. Het was duidelijk dat de tijdsdruk invloed op haar uitoefende.
Tops stapte snel het steegje uit en liep naar de ijsplek die Yvonne zo goed had bevroren. Maar terwijl ze in de straat keek, zag ze hem niet. Waar was hij toch maar? Haar hart leek te zinken in haar maag en ze wilde zich omkeren om dat nieuws in paniek aan Yvonne te vertellen, toen hij opeens een meter voor haar opdoemde en ze van angst over haar eigen voeten struikelde en achterover viel.
Ditmaal had de smak haar nog het meest bezeerd, maar al die pijn verdween als sneeuw voor de zon toen hij zich opeens bukte en zijn hand aanbood.
“Heeft u zich bezeerd?”
Tops staarde hem met open mond aan. Zo een beleefde toon had ze nog nooit uit zijn mond gehoord. Ze moest zich beheersen om niet als een idioot te grijnzen en schudde snel haar hoofd terwijl ze zich probeerde te herpakken.
In een zo Amerikaans accent mogelijk, antwoordde ze.
“Ik denk dat het wel gaat...”
Hij hielp haar recht en Tops voelde de vlinders in haar buik overslaan toen hij haar hand niet onmiddellijk weer losliet. Nee – hun aanraking was minstens twee secondes langer dan nodig.
Hij keek even haastig om zich heen, voordat hij zich weer naar haar wendde. “U klinkt niet alsof u van hier bent?”
Tops wist weeral niet wat ze hoorde – hij knoopte zowaar een gesprek met haar aan! Hoe was het mogelijk?!
“Nee, inderdaad, het is mijn eerste keer in Zweinsveld. Ik ben echter bang dat ik niet zo een geweldige eerste indruk maak...”
Professor Sneep schudde beleefd met zijn hoofd en zelfs de blik in zijn ogen was zachter dan Tops ooit had gezien. “Het was mijn schuld. Ik heb u verschrokken. Mijn excuses.”
“Alstublieft, ik wil niet dat u zich schuldig voelt,” bracht Tops er snel tegenin – ze was blij dat ze zo gemakkelijk kon improviseren – vooral als ze een andere gedaante aannam. Zeker op dit moment kwam het haar goed uit. “Kan ik het op een manier goedmaken?” Ze wist dat ze nu haar kans moest grijpen. “Een drankje, misschien?”
Haar professor schudde zijn hoofd, maar Tops kon zien hoe zijn mondhoek in een halve glimlach krulde. “Dat is zeer vriendelijk, maar ik vrees dat ik daar geen tijd voor heb. Mijn leerlingen hebben begeleiding nodig.”
Tops deed alsof dit voor haar een grote verrassing was. “U bent professor? Toch niet aan Zweinstein zeker?”
Sneep knikte. “Ik beken – schuldig.”
Tops glimlachte. “Jammer...”
Ditmaal leek haar professor verward dat ze dat zei.
Snel herpakte Tops zich. “... want ik had graag een drankje met u gedeeld.”
Tops zag hoe haar professor heel diep adem nam, bijna alsof hij zou ontploffen van spanning als hij dat niet deed.
Tops besloot geen blad voor de mond te nemen. Als ze wilde dat haar plan werkte, moest ze in de aanval gaan. Er was geen tijd voor gestamel of gestotter. Ze moest immers op tijd terug in Zweinstein zijn. “Hoe laat zit uw dienst erop?”
De zuinige glimlach op zijn gezicht verried dat hij het wel zag zitten.
“Om half negen.”
“Oke. Dan zie ik u om negen uur aan de Drie Bezemstelen. Professor...”
“Sneep.” Hij knikte. “Severus Sneep.”
“Noem me maar Dora,” zei ze vlotjes en ze glimlachte.
Hij trok een sluwe wenkbrauw op. “En u hebt geen achternaam?”
“Uiteraard wel. Maar een tikje mysterie vind ik wel zo aangenaam – u niet, Severus?”
Hij grijnsde en knikte bij wijze van afscheid te nemen. Sluw knikte ze terug en hij liep weer richting Zweinstein.
Ze stond er zelf van versteld hoe gemakkelijk en vlot dit gesprek was gegaan. Maar ze wist wel hoe het kwam. Ze kende hem. Ze wist hoe hij in elkaar zat. Hij had nog een vleugje mysterie aan zich... Maar na vanavond zou daar niet meer veel vanover blijven. Ze zou hem ontcijferen. Ze wist het zeker.


RE: Decode - CartoonJessie - 27/08/2020

The truth is hiding in your eyes
And it’s hanging on your tongue
Just boiling in my blood

 
Tops geraakte maar net op tijd aan de ingang van de Drie Bezemstelen. Het was alles behalve gemakkelijk geweest om Zweinstein uit te sluipen, maar met de hulp van haar beste vriendin was het alsnog gelukt. Yvonne had Vilder afgeleid zodat ze ongemerkt buiten kon geraken.
Ze was via het bos gekomen en was dankbaar dat het geen volle maan was. Het was een relatief rustige avond en zelfs aangenaam warm voor de tijd van het jaar.
Tops streek haar kleren glad en keek even of de punten van haar haar nog de juiste kleur hadden. Zelfverzekerd ademde ze in terwijl ze wachtte. Hij zou vast ieder moment hier zijn.
Toen ze zijn gedaante zag terwijl hij over de straat van Zweinsveld naar haar toe wandelde, sprong haar hart in de lucht. Eindelijk. Ze had lang gewacht op deze kans.
Hij zag er niet onmiddellijk anders uit dan op Zweinstein. Zijn kleren waren identiek. Er was geen spanning zichtbaar, geen nervositeit of opwinding te bespeuren. Betekende dit ook dat hij niet zozeer in zat met hun afspraak, of hield hij zijn ware gevoelens diep verborgen? Tops vroeg het zich af.
Toen hij haar naderde, knikte hij weer op diezelfde mysterieuze manier als hij eerder die avond had gedaan. Tops kon niet ontkennen dat het de vlinders in haar maag naar boven deed komen. Zo had hij nooit naar haar als student gekeken.
"Ik hoop dat ik u niet te lang heb doen wachten," excuseerde hij zich. "Ik was van plan om ruim op tijd hier te zijn, maar mijn rust werd verstoord door een collega en een leerlinge van Huffelpuf."
Dat waren Vilder en Yvonne geweest, wist Tops.
"Geeft niet, Severus," zei ze zo gemoedelijk als ze maar kon. "Ik was zelf ook bijna te laat. Niet mijn intentie, weet je, maar soms vliegt de tijd zo snel voorbij."
Ze vond van zichzelf dat ze heel volwassen sprak en klonk en hoopte dat Severus dit ook zou vinden. Hij knikte instemmend. "Zullen we dan maar naar binnen gaan?" stelde hij voor.
"Ja, graag."
Een moment verwachtte ze dat hij zijn arm zou uithouden, zodat ze hem zou kunnen vastnemen terwijl ze naar binnen liepen, maar dit deed hij niet. Hij liep naar de deur en hield deze beleefd voor haar open, maar hij hield zijn afstand.
"Ik heb een tafeltje gereserveerd," informeerde hij haar en hij stak even zijn hand op naar Rosmerta, die nieuwsgierig naar Tops - of beter gezegd: Dora - keek.
Hij ging haar voor naar een klein tafeltje dat in de hoek stond. Hij schoof haar stoel naar achter en Tops ging zitten terwijl hij haar stoel weer lichtjes naar voren schoof. Toen hij zichzelf eenmaal neerzette, wist Tops niet zo goed wat ze hem als eerste zou zeggen.
Ze kreeg iets meer tijd om erover na te denken, want Severus begon al als eerste tegen haar te spreken.
"Rosmerta zal zodadelijk wel de bestelling komen opnemen. Zou je anders samen met mij een fles elfenwijn willen drinken?"
Tops haar ogen werden groot. Dat kon enkel rampzalig eindigen. Ze had haar Transformagiër-vaardigheden nog niet voldoende onder de knie. Bij de minste alcohol die ze nuttigde, liet ze steken vallen.
Ze werd lichtjes rood. "Oh, als je mij zou willen excuseren, zou ik liever passen. Ik moet straks nog Verdwijnselen."
"Je bent niet van uit de buurt, of wel?"
"Nee," ging ze snel akkoord. "Ik ben van Amerika."
"Echt?" vroeg hij een tikje verward. "Ik dacht dat ik iets Australisch of Iers in je accent hoorde."
"Oh!" Ze bloosde. Ze moest meer oefenen op haar accenten. "Tja, ik heb heel veel gereisd. Ik heb ook een aantal jaren in Australië verbleven. Op het moment neem ik vooral een Brits accent over, hoor je het niet?"
Hij glimlachte kort, als teken van zijn goede wil. "Inderdaad. Ik hoor de hele wereld in je manier van spreken."
Ze had zich weer eens goed gered, vond ze, en ze keek zelfvoldaan naar hem op.
"Kan ik jullie iets halen?" Madame Rosmerta doemde achter Tops op en ze verschrok zich lichtjes. Slecht geweten. Je zou voor minder - als je je voordeed als een meerderjarige heks van over de oceaan.
"Een glas Elfenwijn, graag."
"Pompoensap."
Madame Rosmerta leek licht verbaasd door het feit dat een volwassen vrouw op dit uur van de avond zulke drank bestelde in haar herberg, maar knikte desondanks beleefd en verdween weer uit het zicht.
Het gesprek kwam aanvankelijk maar langzaam op gang. Ze vroeg hem naar zijn werk en hij vertelde over zijn functie als Toverdrankprofessor en hoofd van Zwadderich. Ze verwachtte dat hij de andere afdelingen zou beginnen uitmaken, maar dit deed hij niet. Kennelijk hield hij zich niet bezig met zulke triviale zaken - toch niet als hij met een andere volwassene dacht te spreken.
Voor een moment spraken ze over Zwerkbal, maar Tops leidde snel het gesprek een andere richting uit toen hij haar begon te vragen naar Amerikaanse teams. Ze zei snel dat ze altijd supporterde voor de New York Niagara's, omdat dat het enige Amerikaanse team was dat ze bij naam kende, en begon vervolgens over hoe leuk en gezellig Zweinstein was en hoe enig ze Zonko’s vond.
Haar professor gaf echter niet erg veel over zichzelf prijs en Tops probeerde voorzichtig te achterhalen waar hij was opgegroeid.
"Ben jij ook van Zweinsveld afkomstig?"
"Nee," zei hij simpel en zijn blik stond redelijk serieus. "Ik heb hier nooit gewoond."
"Maar je bent een Volbloedtovenaar, toch?"
Hij keek haar even in een strenge blik aan - een blik die ze herkende van haar professor. Hij leek haar niet te willen zeggen hoe het met zijn bloedlijn zat. Of wachtte hij op haar?
"Ik ben Halfbloed," zei ze snel - en het was niet gelogen.
Zijn blik leek zichtbaar te ontspannen. Al leek hij nog steeds niet helemaal op zijn gemak te zijn dat hij dit tegen haar vertelde. "Ik ook. Al zijn er niet veel mensen die dat weten."
"Juist ja," zei ze begripvol. "Jullie hebben hier - bij wijze van spreken - aan het front gezeten in de oorlog tegen de Heer van het Duister. Het lijkt me logisch dat jullie nog altijd niet vrijuit spreken over jullie bloedlijn."
Hij knikte. "Er wordt inderdaad niet veel over gesproken. De studenten wel - ieder jaar meer en meer. Ze lijken niet te beseffen in welke problemen ze zichzelf brengen door het geheim van hun bloedlijn vrij te geven aan de verkeerde tovenaars."
Tops vond dit een interessante uitspraak van hem. Het klonk bijna alsof hij wilde dat de leerlingen zichzelf beschermden tegen de haatdragende Dooddoeners.
"Spreken jullie nog veel over de oorlog?"
Hij schudde zijn hoofd. "Het is niet iets waaraan de mensen hier graag worden herinnerd."
"Mijn excuses," zei ze snel en nederig en ze wendde haar blik af naar de grond. "Dan zwijg ik erover."
Voor een fractie van een seconde raakte hij haar hand aan terwijl die op de tafel lag en ze keek onmiddellijk terug in zijn ogen.
"Je had het recht om het te vragen," zei hij in een vriendelijke toon. "Ik neem je niets kwalijk." Hij keek even naar zijn glas Elfenwijn voordat hij de volgende vraag op haar afvuurde. “Hoe oud ben je eigenlijk?”
Ze had al eerder nagedacht over die vraag en antwoordde vlotjes: “Vijfentwintig. En jij?”
“Achtentwintig.”
Elf jaar leeftijdsverschil. Ze moest toegeven dat ze hem jonger had ingeschat. Anderzijds was het logisch – toen ze in haar eerste jaar had gezeten, was hij nog maar eenentwintig geweest – ontzettend jong. In haar gedachten was hij niet ouder geworden.
Ze spraken verder over het eten in Zweinsveld, over de strenge winter die ze dat jaar hadden gehad en Tops kreeg steeds meer en meer het idee dat Severus was aan het vissen naar haar eigen geheimen - maar zoveel geheimen had Dora niet prijs te geven. Integendeel - Dora viste liever zelf naar de geheimen van de Toverdrankprofessor. Beiden wisten ze met evenveel finesse de moeilijkste vragen van de ander te omzeilen, maar geeneen van beiden leek hier erg teleurgesteld over te zijn. In tegendeel - de intrige werd er enkel groter van en met momenten kon Tops zijn blik met slechts één woord omschrijven: flirtend.
Hij maakte gul gebruik van sarcasme als hij zo Tops aan het blozen kon brengen. Het leek haast alsof hij er stiekem wel van genoot dat hij haar in een hoekje kon drijven, maar Tops kon het niet laten om af en toe evenzeer steken naar hem te maken.
“Gebruik je die scherpe tong bij al je afspraakjes?” vroeg ze plagend nadat hij haar een steek had gegeven over haar derde glas pompoensap.
Zijn mysterieuze glimlach sprak tot haar verbeelding en ze kon niet ontkennen dat haar hoofd gonsde van plezier en voldoening.
Hij antwoordde echter niet op de vraag – maar ze dacht wel dat ze wist hoe dit kwam: zoveel afspraakjes had hij vast niet.
“Als ik je dan toch niet kan overtuigen om iets anders te drinken dan pompoensap, zie ik het nut er niet van in om in de Drie Bezemstelen te blijven,” leidde hij de aandacht van haar vraag af. “Wil je anders een korte wandeling maken?”
Ze vond het al helemaal niet meer erg dat hij haar vraag had genegeerd en keek hem geïntrigeerd aan. “Graag!”
Kennelijk was het niet nodig dat hij afrekende met Rosmerta. Hij stak even zijn hand op naar haar toen ze de herberg verlieten en Rosmerta deed hetzelfde.
Zou haar drankje misschien op een rekening komen voor alle Zweinstein-professoren, vroeg ze zich af. Of was Rosmerta hem nog iets verschuldigd?
Detail. Dat was niet wat haar echt interesseerde.
Zodra ze buiten kwamen in de verlaten hoofdstraat van Zweinsveld, zag Tops haar kans schoon om haar hand in zijn arm te hangen en ze glimlachte toen hij haar voor een kort moment verward aanstaarde. Hij schudde kort – en amper merkbaar – zijn hoofd, alsof hij zelf niet goed kon volgen wat er gebeurde, maar hij liet zich niet helemaal kennen en hield zijn uitdrukking weer strak terwijl ze aan hun wandeling begonnen.
Ze zeiden niet veel en wat ze zeiden was niet erg betekenisvol. Zijn toon getuigde echter van interesse in haar en in ruil bracht zij diezelfde interesse op – al was dat niet moeilijk voor haar. Ze was tot over haar oren op hem verliefd. Hun wandeling leidde hen tot de buitenmuren van Zweinsveld en nadat ze ook rond deze waren gewandeld, bleven ze even stilstaan aan de hoofdingang van het kleine stadje. De stilte begon nu een beetje te knagen en Tops durfde het aan om hem weer een beetje verder in de juiste richting te duwen.
“Ik vrees dat ik zodadelijk moet gaan,” zei ze met duidelijk hoorbare spijt in haar stem. “Maar ik moet zeggen dat ik ontzettend heb genoten van dit eerste afspraakje.” Hij zweeg even en zijn blik leek voor een moment gespannen. Snel ging Tops verder. “Ik hoop dat jij het ook naar je zin hebt gehad?”
Hij knikte, maar op zijn gezicht stond maar een minimum aan affectie te lezen. Hij leek niet aan zijn uitdrukking te willen laten blijken wat hij voor haar voelde of over haar dacht. “Je was zeer aangenaam gezelschap, Dora. Een aangename variatie op het gezelschap van de infantiele studenten en de bovennatuurlijk serieuze professoren van Zweinstein.”
Ze keek hem tevreden aan. “Zou je het zien zitten om nog een keer af te spreken binnenkort?”
Hij grijnsde kort en Tops wist nu dat de slag binnen was. Het was gelukt!
“Hoe lang blijf je nog in Groot-Brittannie?”
Ze glimlachte sluw. “Zolang ik iets heb dat me hier houdt.”
Haar sluwe glimlach leek hem wel aan te spreken, maar toch werd zijn blik iets onzekerder en hij aarzelde voor hij verderging. “Zou je het dan erg vinden als ik je probeerde te overtuigen om hier te blijven met een kus?”
Ze was ervan overtuigd dat haar hele gezicht rood werd als een tomaat – maar dat leek haar enkel normaal na zo een voorstel.
“Ik dacht dat je het nooit zou vragen,” fluisterde ze en ze ging dichter bij hem staan, al trilde ze helemaal van de spanning. Dit ging gewoon perfect!
Ze had voor een moment gevreesd dat hij misschien te ruw zou zijn, maar daar was helemaal geen sprake van. Hij leek even onzeker en voorzichtig te zijn als haar en naderde haar langzaam. Met zijn hand op haar wang boog hij zich naar haar toe en drukte hij zijn lippen op de hare. Beiden leken ze een moment stil te staan – bang om te bewegen – onwennig in deze hele situatie. Maar een kriebel in haar buik zorgde ervoor dat ze haar moed weer vond en ze ging iets dichter tegen hem aan staan terwijl haar lippen zachtjes over de zijne bewogen.
Hij leek het op zijn minst even heerlijk te vinden als zij, merkte ze toen ook hij haar dichter bij zich trok en met iets meer overgave begon te kussen.
Tops’ bloed kookte door de passie die ze beiden beleefden in die kus.
Hij was degene die de aanraking verbrak en zijn blik was voor een moment onzeker – al had hij geen enkele reden om onzeker te zijn, vond Tops. Hij was perfect.
Ze glimlachte. Al wilde ze hem nog langer kussen dan dit, ze had een air van mysterie hoog te houden.
“Tot volgende week, Severus. Zelfde plaats, zelfde tijd.”
Ze liet hem een tikje verbouwereerd achter, wist ze. Maar terwijl zij zich terug door de poort naar Zweinsveld begaf, wist ze dat hij de terugweg naar Zweinstein was begonnen. Nu was het enkel nog een kwestie van ook terug naar Zweinstein te sluipen zonder dat iemand haar opmerkte. Enkel dan had ze de garantie dat ze volgende week weer haar liefste Severus zou kunnen ontmoeten in Zweinsveld. Ze voelde haar hoofd warm worden bij de gedachte alleen al.


RE: Decode - CartoonJessie - 27/08/2020

But you think that I can’t see
What kind of man that you are,
If you’re a man at all


Nu ze weer getransfigureerd was in haar gewone gedaante en haar gewone Zweinsteingewaden terug tevoorschijn had getoverd, opende Tops voorzichtig de poort die tot de Grote Hal leidde. Haar hart ging als een bezetene tekeer toen ze zag dat ze alleen was.
Zo stil als ze kon tippelde ze door de hallen en gangen naar de leerlingenkamer van Huffelpuf. Ze bevond zich al in de kerkers toen ze een deur opende en verderstapte, maar ze vergat om de deur achter zich zachtjes dicht te trekken. Ze sprong op van de luide slag die de deur naliet toen die in het slot viel en ze greep uit schrik haar hart vast.
“Een slecht geweten?”
Tops voelde haar hoofd zwaar worden toen ze een bekende gedaante zag opdoemen uit de schaduw. Ze zou moeten zwijgen, maar de verrassing en schrik overtrof haar zelfbeheersing.
“Severus!”
Hij hield abrupt stil bij het horen van zijn naam en keek haar verward aan.
Oh nee... Ze besefte zich welke vreselijke fout ze had gemaakt door zijn voornaam te noemen en het feit dat ze zo rood als een tomaat werd, verbeterde de situatie er niets op.
Hoe noemde je mij?” Uit zijn toon was het duidelijk dat hij niet wachtte op antwoord. Hij had het maar al te goed verstaan. Haar gestamel en het feit dat ze haar blik hevig van hem afwendde, spraken boekdelen.
Hij greep haar opeens onverwachts bij haar arm en sleurde haar mee door de kerkers naar zijn eigen kantoortje. Tops durfde het aan om even naar hem op te kijken, maar er was niets dan haat te lezen van zijn gezicht terwijl ze zich in een snel tempo door de gangen begaven.
Hij gooide de deur naar zijn kantoor open en smakte die weer dicht zodra hij haar de kamer in had geduwd. Tops trilde van kop tot teen en liep naar de stoel die voor zijn bureau stond. Ze wilde hier niet zijn, niet nu. De onzekerheid gierde door haar hoofd en ze wist dat ze moeite moest doen om haar haarkleur bruin te behouden. De spanning wilde het namelijk groen doen uitslaan.
“Wat doe je op dit uur nog in de gangen?” Het was duidelijk dat hij zich moest beheersen om niet tegen haar te schreeuwen, maar al zijn woede was nog steeds te horen in zijn nijdige stem. Tops deinsde er spontaan van naar achter, maar zweeg.
“Juffrouw Tops!” beet hij haar streng toe en voor een moment keek hij van haar weg, alsof hij aan iets anders dacht. “Dora. Nymphadora natuurlijk!” Hij klonk gefrustreerd en ijsbeerde achter zijn bureau. “Vertel op, hoe ben je aan die Wisseldrank geraakt?!”
“Ik weet niet waar u het over heeft,” loog ze zo goed als ze kon.
De geloofwaardige manier waarop ze dit tegen hem zei, maakte hem enkel bozer.
“Ontken je dan dat je in Zweinsveld bent geweest?”
“Ja!” reageerde ze snel.
“LEUGENAAR!” blafte hij haar toe. “Je hebt me voor de gek gehouden!”
Ze schudde snel haar hoofd. Ze wilde helemaal niet dat hij dat geloofde.
“Nee, ik zweer het!”
“MAAK JE ZAKKEN LEEG!”
Tops vond het een raar verzoek en schudde weeral haar hoofd. “Ik heb helemaal niets in mijn zakken!”
Haar professor blies woedend door zijn neus. Hij was ervan overtuigd dat ze een leeg flesje Wisseldrank zou meedragen.
“Geef je mantel hier!”
Ze stond snel recht en deed haar mantel uit en gaf die aan Severus. Verwoed zocht hij in haar zakken, maar deze waren inderdaad leeg.
“Ik weet dat jij het was,” zei hij nijdig.
“Ik weet echt niet waar je het over hebt!”
Tops was ervan overtuigd dat als ze lang genoeg volhield dat ze van niets wist, hij haar ook zou geloven.
“HOUD OP MET LIEGEN!” gebood hij haar.
“IK LIEG NIET!” schreeuwde ze nu terug, zo woedend omwille van zijn gemene toon dat ze helemaal vergat dat hij een professor was en ze zich hoorde in te houden tegenover hem.
Hij staarde haar met grote ogen aan.
“JE WEET HEUS WEL WAAR IK HET OVER HEB!”
“NIET WAAR!”
“JE WAS IN ZWEINSVELD!”
“NIET WAAR!”
Hij sloeg zijn hand zo hard op tafel dat één van de toverdrankflesjes om viel.
“HOUDT OP MET LIEGEN, WICHT!”
De schaamte en woede die ze voelde werd haar teveel en ze beet op haar lip. Ze kon zich hier niet verdedigen. Door de onmacht verloor ze haar concentratie en Severus blik veranderde opeens van een haatdragende in een verwarde zodra hij zag hoe de punten van haar haren blauw werden.
Zijn mond viel een beetje open en opeens sloot hij die weer toen hij snapte hoe de vork in de steel zat.
“Je bent een Transformagiër!”
De toon waarin hij dit zei deed haar rillen – zelden had iemand met zo een walging en afkeer haar gave benoemd.
Maar ze was het beu. Ze ging niet meer liegen. Hij was toch niet te overtuigen van iets anders.
“En wat dan nog?” beet ze hem toe.
“Weten Anderling en Perkamentus hiervan?” vroeg hij hard.
“Natuurlijk,” antwoordde ze met ongekende koelte.
“Weten ze ook hoe je dat talent misbruikt om professoren te misleiden?”
Haar mond viel open. “Dat was helemaal niet mijn bedoeling!” probeerde ze zichzelf te verdedigen.
“NEE DAN?!” Zijn geduld was op. “En wat was dan wel je bedoeling?!”
Tranen sprongen nu in haar ogen en haar haarkleur sloeg nu helemaal om in een paarse kleur. Dit had ze allemaal niet gewenst. “Severus, ik...”
“JIJ ZAL ME ZO NIET NOEMEN!”
De tranen werden er niet minder om. Snikkend biechte ze op: “Maar ik hou van je!”
Zelfs die oprechte woorden maakten zijn hart niet minder kil. Hij bleef haar duister aanstaren. “En dat spreekt het allemaal goed, of wat wil je zeggen?! Dat maakt wat je hebt gedaan minder crimineel?! Je hebt je voorgedaan als iemand die je niet was en je hebt mij – een volwassen tovenaar – helemaal om de tuin geleid met je vermomming en mij zo in een heel benarde positie gebracht! Ik zou je van Zweinstein moeten laten sturen!”
“Nee, alsjeblieft!” smeekte ze hem. “Alsjeblieft, zeg het tegen niemand!”
“Denk je dat IK wil dat iemand hier wat van te weten komt?! Ik schaam me waarschijnlijk nog meer dan jij! Dat ik jou heb aangeraakt...” Hij rilde bij de herinnering alleen al. “Je bent een puberale en aandachtzoekende hoer en niets meer.”
Tops trok ontzettend grote ogen op bij die beschuldiging.
“Excuseer?!” reageerde ze beledigd.
Hij leek te genieten van het feit dat hij een gevoelige snaar had geraakt en zijn grijns werd er enkel breder door.
“Wat voor een man ben jij?!” De vernedering in haar stem was duidelijk hoorbaar. “Ik wilde je enkel beter leren kennen!”
“Vooral met je lippen en handen, dan,” reageerde hij schamper en hij vouwde zijn armen defensief over elkaar. “Of denk je dat ik niet heb gemerkt hoe moeilijk je het vond om met je handen van me af te blijven?”
“Ik voelde me aangetrokken tot je!” riep ze nu. “Is dat een zonde?!”
“WEL ALS JE EEN LEERLING BENT!” schreeuwde hij terug. “En het blijft een schande dat je je voordeed als een meerderjarig persoon om me zo te krijgen waar jij me wilde hebben! Ik neem mijn woorden niet terug! Als jij jouw gaven misbruikt om zo tot mannen te geraken, blijf je een hoer. Welke andere studenten – of professoren – heb je zo al in de maling genomen?”
“NIEMAND!” reageerde ze gekrenkt. “Jij was verdomme de enige, Severus!”
“JIJ MAG ME ZO NIET NOEMEN!” Zijn stem bulderde door de kerkers en hij streek snel zijn haren uit zijn gezicht voordat hij zijn beheersing helemaal verloor. Hij nam diep adem en keek haar aan.
Tops was helemaal van streek. Ze had rode plekken in haar gezicht en haar haar was nu zwart omgeslaan – net zoals het voor haar ogen zwart werd met momenten.
“Keer terug naar je leerlingenkamer,” besloot hij uiteindelijk. “Je hebt één geluk.”
Tops stond op, maar die laatste opmerking verwarde haar. “Wat dan?”
“Dat ik je niet meer wil zien. Anders had je tot dertig juni iedere avond strafstudie.”

Al zouden alle leerlingen van Zweinstein blij zijn geweest om zoiets te horen, ze vond het een van de vreselijkste zaken die hij die avond tegen haar had gezegd. Snikkend draaide ze zich om en holde ze het klaslokaal uit.
Toen hij terug alleen overblief in zijn lokaal, werd de blik in zijn ogen hol. Langzaam liep hij terug naar zijn stoel en zette hij zich neer. Zijn gezicht had op dit moment meer trekken van een geest dan van een man van vlees en bloed.


RE: Decode - CartoonJessie - 27/08/2020

Well I will figure this one
Out on my own

 
Hij voelde een vreselijke tweestrijd in zich woeden. Hij was tevreden dat hij haar achterbakse daad had kunnen bestraffen met zulke harde woorden. Maar tegelijkertijd had hij zelf die avond ook een enorme klap gekregen.
Voor een moment had hij erin geloofd dat iemand oprecht geïnteresseerd in hem was. Hij had gedacht dat hij misschien voor eens een beetje geluk in de liefde had en dat zijn eenzame dagen achter hem lagen.
Maar het was een leugen geweest. Vanaf het begin was het onmogelijk geweest voor hem om hier gelukkiger van te worden – maar ze had hem een scherm voor zijn ogen gehouden. Hij had het niet gezien.
Wat nog erger was – als hij haar deze avond niet had betrapt, zou hij haar volgende week waarschijnlijk weer ontmoet hebben – en wie weet wat er dan gebeurd zou zijn? Hij durfde het niet aan om aan die gevolgen te denken. Hoe lang zou ze de leugen hebben volgehouden?
Voor een moment had hij de kriebels van verliefdheid gevoeld. Gelukkig had hij die kunnen uitschakelen op het moment dat hij achter haar identiteit kwam – of niet dan?
Severus bleef echter zitten met een wrang gevoel. De gedachte aan hun kus bleef zijn hart in twee scheuren.
De kus was een leugen, probeerde hij zichzelf voor te houden.
Nee, ze voelde echt wel wat voor je.
Ze is nog maar een puber!
De onzekerheid en verwarring maakten zijn hoofd zwaar. Hij had het juiste gedaan door haar van zich weg te duwen, daarvan wist hij zichzelf te overtuigen. Het had nooit iets kunnen worden.
Of wel?
 
Snikkend liet Tops zich vallen op het bed en Yvonne stond op en ging naast haar zitten. Ze aaide haar vriendin over haar rug en zag hoe haar haren iedere paar secondes van kleur veranderden. Yvonne had geen woord nodig om te weten dat het een ramp was geweest.
“Als je wilt praten...”
“Laat me alleen!” snikte Tops hard.
Yvonne wierp nog een sympathieke blik naar haar vriendin, maar stond toen recht en trok de gordijnen rond haar bed dicht. Het arme kind, dacht ze bij zichzelf.   


RE: Decode - CartoonJessie - 27/08/2020

(I'm screaming I love you so)
On my own
(my thoughts you can't decode)

 
De les ging prima tot nog toe. Al een halfuur was voorbij en hij had juffrouw Tops niet één keer aangekeken. Hij vond dat zeer knap – zeker als hij eraan dacht hoe ze de hele week door zijn hoofd had gespookt.
De leerlingen werkten nu in paren aan een Onontsteekdrank. En voor het eerst die week bleef zijn blik even op haar hangen.
Haar haren hadden weer hun natuurlijk bruine kleur en ze staarde in het boek. Hij zag onmiddellijk hoe er tranen in haar ogen stonden en deze op de pagina’s in haar boek vielen. Ze had haar hoofd weggedraaid van haar mede-studenten en Yvonne leek al het werk op zich te nemen. Ze hakte met ongeziene snelheid de turnippitten fijn om de drank op tijd af te werken.
Een ongekend gevoel van medelijden overviel hem opeens. En het overviel hem zo hard, dat hij een pijnlijke knoop in zijn maag voelde.
Het kind voelde zich nog steeds slecht omwille van hetgeen er vorige week was gebeurd, dat kon hij zien. Severus moest toegeven dat het wel iets met hem deed.
Misschien was hij dan toch te hard geweest voor haar? Misschien waren haar gevoelens toch oprecht geweest. Misschien was ze inderdaad zo wanhopig voor zijn liefde geweest dat ze geen andere manier had gezien.
Als hij zelf, zoveel jaren eerder, zich had kunnen transfigureren om een kans te maken bij Lily, had hij het misschien ook gedaan.
Misschien zou ze de leugen hebben opgebiecht na een aantal afspraakjes. Ze moest nog maar een aantal maanden op Zweinstein blijven – ze was uiteindelijk een zevendejaars. Zo uitzonderlijk groot was hun leeftijdsverschil ook weer niet. Elf jaar viel nog wel een beetje mee, niet?
Severus wuifde die gedachte weg.
Nee, hij kon niet toegeven aan die gedachten. Dit was voor het beste. Voor een uurtje was hij één van de gelukkigste mensen op Zweinstein geweest, maar geluk was nooit voor lange tijd voor hem weggelegd.
Hij kon haar beter laten gaan in zijn gedachten en nooit meer spreken van hetgeen hij – al was het maar even – voor haar had gevoeld.
Hij keek haar weer even aan. Voor een moment wilde hij dat ze opkeek. Dat ze zijn blik zag.
Nee, hij mocht het haar niet laten merken. Snel wendde hij zijn blik van haar af en keek hij kil in zijn eigen boek van Toverdranken.
Maar toch... Het bleef aan hem knagen. Misschien was hij iets te hard geweest. Iets. Hij moest haar nog een keer spreken.   


RE: Decode - CartoonJessie - 27/08/2020

How did we get here
When I used to know you so well
But how did we get here
I think I know

 
Ze bleef verward achter in het Toverdranklokaal. Yvonne had haar een gealarmeerde blik geworpen toen Severus zei dat ze moest nablijven, maar ze had het zelf zonder emoties te voelen aanvaard. Hij had haar helemaal verlamd. Ze was nu compleet gevoelloos.
Of misschien was dat niet helemaal waar. Ze huilde bijna de hele dag. Maar de emotie die ermee gepaard ging was zo een vast deel van haar geworden deze laatste week, dat het haar amper nog opviel. Ze wist enkel dat hij te hard was geweest, te gemeen en gevuld met haat. Ze had geen zin om nogmaals zijn beledigingen te moeten aanhoren.
Ze liep tot voor zijn bureau terwijl alle andere studenten het klaslokaal verlieten en hij haalde zijn toverstaf naar boven om een kruk dichterbij te laten schuiven.
“Zet je,” zei hij kort en hij ging zelf ook aan zijn bureau zitten.
Tops deed wat hij vroeg, maar staarde vervolgens enkel naar de tafel. Ze wilde hem niet aankijken. Het zou teveel pijnlijke herinneringen naar boven brengen. Ze wilde echter niet wachten tot hij het woord zou nemen en haar weer de huid vol zou schelden.
Zodra het geluid van de voetstappen van haar mede-studenten was uitgestorven in de gangen, opende ze haar mond en gedecideerd zei ze: “Ik heb hier geen zin in.”
Hij zag hoe ze dit eerder tegen de tafel dan tegen hem leek te zeggen. Ze leek vastbesloten te zijn om hem niet aan te kijken. “Excuseer?”
“Het spijt me,” zei ze – al klonk dat helemaal niet oprecht. “Ik heb geen zin om hier weer te moeten zitten en al uw beledigingen en onjuiste opvattingen over mijn persoon te moeten aanhoren. Ik blijf erbij dat wat ik heb gedaan, is gedaan uit liefde. Ik heb geen zin om van u te moeten aanhoren dat ik een slecht persoon ben. Wat u zegt kan me niet meer raken, dus bespaar uzelf de moeite. U betekent niets meer voor mij. En alle goedheid die ik in u zag is voorgoed verdwenen.”
Voor het eerst keek ze hem aan en ze zag zijn perplexe blik.
Gedecideerd stond ze recht.
“Als u me strafwerk wilt geven omdat ik vandaag geen woord heb verstaan van uw les, dan zij het zo. Maar ik denk niet dat wij elkaar nog iets te zeggen hebben.”
Severus staarde haar aan met een nietszeggende blik. Hij had haar wel nog dingen te zeggen – eigenlijk. Maar misschien had ze gelijk. Misschien was het beter om het bij dit te laten. Misschien zouden zijn verontschuldigingen de hele situatie tussen hen enkel vermoeilijken. Het was het slimste om het hierbij te laten.
Zijn stilzwijgen irriteerde haar.
“Mag ik gaan?” vroeg ze dringend en haar stem was hard.
“Ik dacht dat...” begon hij langzaam, maar die woorden waren al genoeg om Tops te doen flippen.
“Wat u dacht kan mij geen hol interesseren!” snauwde ze hem toe. “Net zoals het u geen hol kon schelen wat ik dacht vorige week!”
Hij staarde haar aan, maar was vastberaden om niet uit te vliegen ditmaal. Maar desondanks moest hij toegeven dat ze het bloed onder zijn nagels haalde in deze toon. Hij keek haar zwijgend aan.
Ze fronste haar voorhoofd en haar ogen leken vuur te spuwen. Zonder hem nog een kans te geven om iets te zeggen, nam ze haar tas en rende ze het lokaal uit.
Hij verdiende geen aardiger afscheid dan dit.  


RE: Decode - CartoonJessie - 27/08/2020

Do you see what we’ve done
We’re gonna make such fools of ourselves

 
Ze rende richting de leerlingenkamer van Huffelpuf, maar twee gangen voor ze de afdeling bereikte, kon ze het niet meer uithouden. Ze schoof een wandtapijt opzij en vluchtte de verscholen gang in. Snikkend hield ze zich vast aan de muur en ze balde haar vuist.
De opluchting die ze had gevoeld door even haar stem te kunnen verheffen tegen hem, was maar van korte duur. Voor een moment had ze zichzelf ervan overtuigd dat hij het had verdiend. Ze had zelfs hardere woorden mogen spreken tegen hem: hij was immers zo een vreselijk naar persoon dat hij nergens anders recht op had.
Maar toch voelde ze zich nu vreselijk. Als haar professor Toverdranken een fort was, had ze vorige week de hoofdbrug opgeblazen. Vandaag had ze ook nog eens alle kleine bruggen opgeblazen, de muren verstevigd met speren, het water in de gracht veranderd in zwavelzuur, de katapulten geladen met brandende objectielen en de verdedigende boogschutters giftige pijlen gegeven.
De kleine kans die ze had gehad dat het ooit nog zou kunnen goedkomen, was nu voorgoed verpest.
Ze leunde met haar rug tegen de muur en liet zich zo tot op de grond zakken. Ze nam haar hoofd in haar handen en weende hartstochtelijk verder.
Het was nu gedaan. Ze had zichzelf zo belachelijk gemaakt vorige week en vandaag had ze het nog een schepje erger gemaakt. Er was geen terugweg. Ze zou Severus voor eeuwig moeten vergeten – zelfs als ze er zelf nog steeds niet klaar voor was.