Nomaj | Waar de magie nazindert
En even wist ik het niet meer - Afdrukversie

+- Nomaj | Waar de magie nazindert (https://nomaj.nl)
+-- Forum: Toren der Creatievelingen (https://nomaj.nl/forumdisplay.php?fid=4)
+--- Forum: De RPG (https://nomaj.nl/forumdisplay.php?fid=6)
+---- Forum: De Bekerkamer (https://nomaj.nl/forumdisplay.php?fid=10)
+---- Topic: En even wist ik het niet meer (/showthread.php?tid=52)

Pagina's: 1 2 3 4


En even wist ik het niet meer - Rowace - 08/08/2020

En even wist ik het niet meer
- De lucht kleurde
vergeetmenietjesgroen
en even wist ik niet meer
dat het blauw had moeten zijn -

Wat: Een nieuwe mutatie van de drakenpest woedt in Groot-Brittannië en verspreidt zich in rap tempo over de rest van de wereld. Symptomen lopen uiteen van een groengevlekte huid en braakneigingen tot stoom uit de oren. En als de ziekte te lang ongecontroleerd blijft, kan zelfs ernstig geheugenverlies optreden. Wat doe je als je wakker wordt in het St. Holisto en een onbekende jongen beweert dat hij je huisgenoot is?
Wie: Hazel 'Blue' Hathaway, ex-Raaf en fotografe die net terug is uit Brazilië, waardoor ze niet op de hoogte is van het virus (AlessaJess)
         Damien Hathaway, ex-Raaf en conservatorium-talent; de huisgenoot (Rowace)
         Trevor Hathaway, ex-Zwad, tweelingbroer van Damien en behulpzame sarcast (Rowace)


Gefrustreerd staarde Trevor naar de vellen perkament die hij voor zich had liggen. Hij was al vrijwel de hele ochtend en middag bezig met het voorbereiden van het gastcollege dat hij zou verzorgen voor het St. Holisto. Niet omdat dat zo veel werk was, maar eerder omdat hij anderszins niets om handen had; hij had welgeteld één klant te woord gestaan vandaag, en dat contact was bijna teleurstellend snel verlopen.
Hij wist nog precies hoe geërgerd hij was geweest over dat soort klanten in de tijd dat de zaak nog aan Whittaker toebehoorde. Hoe vaak had hij zich toen niet afgevraagd waarom mensen niet gewoon eerst zelf vijf minuten in een boek keken voor ze naar een Spreukzoeker renden om simpele, voor de hand liggende raad? Maar dezer dagen moest hij het juist van precies die klanten hebben. Er was een magere handvol oude klanten die zich er, hoewel met overduidelijke tegenzin en wantrouwen, bij neer hadden gelegd dat hun lievelings-Spreukzoeker zijn bedrijf had overgedaan naar zijn veel te jonge, vrijwel onervaren zakenpartner, die volgens hun opgetrokken neuzen klaarblijkelijk niet meer was dan een slap aftreksel van de oude heksenmeester. Dat dat slappe aftreksel zijn werk prima deed, leek geen geldig argument. Iedereen vond dat hij buiten zijn schoenen liep. Dat elitekind, dat nog niet snapte dat de doorsnee tovenaar niet op zijn betweterige smoel zat te wachten.
Trevor had dan ook lang getwijfeld voor hij het naambord aan de vormgevel had laten aanpassen op aanraden van zijn vader. ‘Est. 1973’ klonk immers toch een stuk indrukwekkender dan ‘Est. vijf minuten geleden door de voormalige assistent’ – en, zo kreeg hij vaak genoeg te horen van zijn vaste klanten – had die briljante Whittaker niet pas op zijn veertigste zijn eigen winkel geopend, na oneindig veel ervaring op te hebben gedaan om zo meteen het beste maatwerk te kunnen leveren? Maar hij moest naam maken voor zichzelf, ook als dat hard werken was. En hard werken had hij nooit geschuwd.
Voor nu moest hij het echter voornamelijk hebben van de twee geplande gastcolleges voor het St. Holisto, al had hij zelfs die verkregen door zijn connecties met Whittaker. Hij moest er niet aan denken wat er gebeurde als hij die twee achter de rug had. Zou het genoeg zijn om tijdens die lessen in het rond te zwaaien met zijn visitekaartje en wat te netwerken met de Helers? Of zou hij binnenkort opnieuw aanspraak moeten maken op het familiegeld?
Hij moest niet denken aan zijn neerbuigende familieleden, die hem al voor zijn geboorte als verschoppeling hadden bestempeld en wie het een vreemd soort genoegen zou doen om hem te zien falen. Hij gunde hen dat genoegen absoluut niet, en dan vooral zijn vreselijke neefje Valentine niet, die met een smalende grijns had gezegd dat hij vast wel begreep dat dit een lening betrof, waarover hij rente verschuldigd was. Bij alleen al de gedachte aan die klootzak spanden alle spieren zijn lijf zich vol woede samen. Hoe durfde dat scharminkel hem zo toe te spreken? Er was niets geweest wat hij ertegen kon doen, want dat geld had hij toch echt nodig gehad. Zelfs zijn vader kon niet zomaar een extra pand in het centrum van Londen financieren.
Hij kreeg kippenvel – maar dat had niets met zijn familie te maken. Het was de bel van de winkel, waarover hij een Ten Berge-bezwering had uitgesproken die de haartjes op zijn linkeronderarm liet rijzen zodra er iemand over de drempel stapte. Zo zou hij niet van een klant kunnen schrikken wanneer hij bezig was met een gevaarlijke vervloeking.
Trevor stond op en wist niet goed of hij teleurgesteld moest zijn of niet. Het was immers geen felbegeerde klant die in de deuropening stond, maar hij mocht Blue Hathaway, de flatmate en beste vriendin van zijn tweelingbroer best wel.
‘Nu al weer terug uit Brazilië?’ vroeg hij. ‘Ik dacht dat je daar nog een paar dagen langer zou blijven.’ Hij fronste en vroeg zich af waarom Blue in hemelsnaam naar de winkel zou komen. ‘Kan ik iets voor je doen?’ Hij hield van directheid, nog zoiets wat Whittakers vroegere klanten niet altijd leken te waarderen. Even overwoog hij om toe te voegen: ‘Het is niet alsof ik iets te doen heb nu,’ maar besloot dat Blue hem dan waarschijnlijk bitter zou vinden, en slikte de opmerking weer in.


RE: En even wist ik het niet meer - AlessaJess - 08/08/2020

De Wegisweg was er vandaag vreemd aan toe, besloot Blue toen de derde persoon die dag al met zijn ogen neergeslagen in een bocht om haar heen liep. Het was ook zo vreemd rustig… Meestal moest je je op zo’n heerlijk zonnige dag door de mensenmassa’s heen wurmen. En er waren wel mensen, maar veel minder dan normaal. Alles leek nu zo… leeg. Ze ging haar mentale kalender na om te checken of ze een belangrijke dag was vergeten en besefte zich dat ze eigenlijk helemaal geen idee had in welke tijd ze leefde. Dat gebeurde wel vaker na een lange trip, maar meestal bedacht ze wel dat zoiets handig was om te checken voordat ze weer de deur uit ging. En anders hoorde ze de datum wel van Damien, die nooit teleurstelde in zijn vermogen om snel na haar thuiskomst een lijstje op te ratelen met alle dingen die hij nog moest doen voor school met corresponderende data en de hoeveelheid dagen dat dat nog weg was.
Dit keer had ze echter nauwelijks de tijd genomen om door haar brieven te gaan, voordat ze de opengeslagen krant op tafel had zien liggen, met die geweldige – en helaas zeer waarschijnlijk neppe – reclame.
In gedachten verzonken liep ze op de automatische piloot door de straten heen, terwijl de mensen om haar heen op grote afstand bleven.
De vreemde situatie hield haar aandacht vast zoals vrij weinig dat niet met Fabeldieren of muziek te maken had kon. Afgaande op wanneer ze weg was gegaan en hoe lang ze ongeveer weg was geweest kon ze in ieder geval een paar dingen afkruisen. Het was geen 31 juli, dus ze had niet ergens een groot feest gemist ter ere van De Man hemzelf… Het was ook niet de herdenking van de start van de tweede tovenaarsoorlog, want die had ze nog meegemaakt voor ze wegging…
Ze stond voor de deur die haar ondertussen bekend voorkwam, mede dankzij de belachelijke hoeveelheid keren dat Lila er heel casual naar had gewezen en deed hem open.
Voor zover ze wist waren de Zweinsteinbrieven ook al de deur uit, dus het was niet alsof iedereen vol spanning thuis zat te wachten met hun net 11-jaar geworden familie en vrienden. Maar wat dan wel?
Er leken geen andere mensen in de winkel te zijn en dat idee werd zo goed als bevestigd door het feit dat Trevor binnen enkele tellen na haar binnenstappen voor haar neus stond. Er veranderde iets in zijn uitdrukking toen hij haar zag staan en hoewel ze geen idee had welke emotie ze er doorheen zag flitsen in die seconde voor zijn gezicht weer mooi gladgestreken was, wist ze in ieder geval dat het niets vervelends zou zijn. Trevor en zij hadden elkaar al lang geleden leren accepteren en appreciëren, al mocht het even geduurd hebben voordat ze zover gekomen waren.
Niet een om over koetjes en kalfjes te praten – wat op zich geen probleem was, aangezien zij dat vaak genoeg voor beiden deed – vroeg hij haar gelijk naar haar lichtelijk teleurstellende reis naar Brazilië.
‘Tja,’ zei ze tegen een van de kastjes aanleunend, ‘Ze lieten me niet zonder gids gaan en blijkbaar kunnen sommige mensen toch niet zo goed tegen het gif van de Kwikkerflikbezel. Mijn babysitter moest na een stake-out van 5 dagen al weer terug omdat z’n hele lichaam begon op te zwellen. Nou wilde ik wel alleen blijven, maar het bleek nogal lastig om hem aan de grond te houden met al die anti-zwaartekrachtsappen, dus hij had iemand nodig om hem als een soort ballon mee te voeren.’ Ze dacht terug aan het beeld van de man en de foto’s die ze ervan had gemaakt om duidelijk te maken hoe voorzichtig je met fabeldieren om moest gaan. Ze hoopte dat ze die aan een paar tijdschriften kon verkopen, zodat mensen eens met wat meer respect zouden kijken naar fabeldieren – en dan vooral de kleinere variant.
‘Dus dat was een beetje balen, maar na deze deadline ben ik van plan om weer terug te gaan. Over een paar maanden zijn ze in broedseizoen, dus dan kan ik hopelijk wat meer foto’s krijgen.’
Ze viste het artikel uit haar kontzak en legde het op de toonbank neer, zodat hij ernaar kon kijken.
‘Hiermee,’ stelde ze op zijn vraag of hij haar ergens mee kon helpen, haar mouwen oprollend tegen de hitte van de zomer. Waarom had ze überhaupt lange mouwen aangetrokken? Ze ging zich gelijk omkleden wanneer ze weer thuis kwam.
‘Ze zeggen dat ze iets hebben gevonden om te helpen met dyslexie en teksten lezen. Maar dat soort zooi zeiden ze 4 jaar geleden ook al uitgevonden te hebben… kan jij me helpen checken of het klopt of niet? Ik zou niet weten waar ik anders moest beginnen.’
En het was waar. Ze mocht dan wel met liefde opgenomen zijn in de tovenaarswereld, goed begrijpen hoe alles werkte deed ze het nog steeds niet.
‘Oh, en Trevor?’ Ze leunde met haar handen op de toonbank, leunde naar hem toe en keek hem strak aan. ‘Zie ik er vreemd uit ofzo? Ik weet vrij zeker dat ik mijn pupillen weer gewoon rond en bruin heb getoverd voor ik terug kwam, maar iedereen lijkt me uit de weg te gaan vandaag…’


RE: En even wist ik het niet meer - Rowace - 08/08/2020

Trevor beet op zijn tong om te voorkomen dat hij al te geërgerd zou vragen of ze alsjeblieft niet tegen de apothekerskast wilde leunen. Blue had sporadisch last van een onhandigheid die verbazingwekkend was gezien haar Cheerflyinggeschiedenis en de doodstille poses die hij haar had zien aannemen om de perfecte foto te kunnen maken. Gelukkig stond er niet veel in haar buurt wat niet te repareren viel met een paar fikse Reparo’s, mocht ze werkelijk iets van de antieke kast stoten.
Terwijl hij dat alles overwoog, ratelde Blue op haar gebruikelijke opgewekte toon een spannend verhaal af over haar avonturen in Brazilië, die blijkbaar niet helemaal waren uitgepakt zoals ze wilde. Dat ze ervan baalde bleek eigenlijk voornamelijk uit haar woorden; hij had haar zelden echt down meegemaakt. Waarschijnlijk had ze bedacht dat, juist doordát haar gids ziek was geworden en voor vertraging had gezorgd, ze een of ander beest was tegengekomen dat zo uniek was dat ze het op haar geplande trip niet was tegengekomen. Of wellicht leverden die foto’s van de gids wel prachtige beelden op. Zoiets.
Hoewel hij niet echt naar het hele verhaal luisterde – zijn gedachten waren nog half bij zijn presentatie voor het St. Holisto – bewonderde hij haar om haar uitgebreide kennis van Fabeldieren. Als hij haar niet had meegemaakt als verwarde elfjarige, had hij nooit geschat dat ze een Dreuzeltelg was. Ze wist inmiddels een stuk meer over Fabeldieren dan hij. Wellicht kon hij haar eens vragen of ze hem wat basisvaardigheden kon bijbrengen over veelvoorkomende plagen in Britse huishoudens. Fabeldierenplagen waren zaak voor Onwezenbestrijders, maar dat betekende niet dat Spreukzoekers geen levende wezens tegenkwamen op hun verkenningstochten in de krochten van oude landhuizen die een opknapbeurt te wachten stonden, of de vlieringen van recentelijk aangeschafte appartementen. Aardmannetjes kon hij aan, maar erg had hij nooit opgelet bij zijn lessen Verzorging.
‘Balen,’ beaamde Trevor. ‘Betekent dat ook dat je fotoavondje met D niet doorgaat? De vorige keer was best oké.’
Voordat ze naar Brazilië was vertrokken, hadden Blue en Damien een stel vrienden uitgenodigd en presenteerden ze hun beste foto’s van de afgelopen tijd. Niets bleek grappiger te zijn dan lichtelijk dronken te kijken naar een semiwillekeurige compilatie vage Fabeldieren en verbaasde Londense Dreuzels. Trevor had zich zelden zo ontspannen gevoeld en had voorgesteld dat ze het nog eens zouden doen als Blue weer terug was. Stiekem hoopte hij dat het een nieuwe maandelijkse traditie zou worden.
Blue hield hem een advertentie voor. Ze kampte al jaren met dyslexie, maar schijnbaar had ze er nog steeds geen goede magische oplossing voor gevonden. Ze keek een tikje sceptisch. ‘Ik kijk er wel even naar voor je,’ zei Trevor en hij stopte het knipsel in zijn agenda, waar een lijntje inkt zichzelf transformeerde tot een nieuw bulletpoint in zijn todolijst. ‘Ik stuur je er overmorgen een uil over, goed?’
Precies toen ze vroeg of er iets aan haar te zien was, viel zijn blik inderdaad op iets ongewoons, en als automatisch schoof hij zijn stoel wat naar achteren. Ze had haar mouwen wat opgestroopt en nu ze op de toonbank leunde, was een vlekkerige uitslag zichtbaar die zich vanaf haar elleboog uitspreidde over haar onderarm. Het had de kleur van groene thee, die ziekelijk bleek afstak tegen haar gebruinde huid.
‘Wat is dat op je arm?’ vroeg hij met een argwanend hoofdknikje. ‘Het lijkt die nieuwe Drakenpest wel. Ik dacht dat het nog niet uitgebroken was in Brazilië… Heb je je toch wel laten testen?’
De nieuwe Drakenpest hield pas ongeveer een week huis in het Verenigd Koninkrijk, maar het St. Holisto draaide nu al overuren om alle nieuwe gevallen te kunnen behandelen. De symptomen liepen enorm uiteen, van alleen uitslag en wat koorts tot ernstig hersenletsel en zelfs geheugenverlies. Half Londen riep om quarantaine van de magische populatie. Geen wonder dat Blue gekke blikken had gekregen onderweg.


RE: En even wist ik het niet meer - AlessaJess - 08/08/2020

“Sorry, de nieuwe wat nou?” Het feit dat Trevor van alle personen, snel genoeg afstand tussen hen twee creëerde dat zelfs een meester verdwijnselaar er jaloers op zou zijn, zei heel wat. Trevor kon veel dingen zijn, maar snel bang was er niet een van. Niet voor zover Blue wist in ieder geval.
Ze deed onbewust een stapje naar achteren.
“Nee, ik wist niet eens dat er iets was om je op te laten testen. Ik ben gelijk vanuit huis hierheen gekomen.” Bijna sloeg de ongerustheid toe, de groene vlekken op haar arm leken opeens verraderlijk weinig op het gif van de Cellebert en steeds meer op iets onbekends en onheilspellends. Bijna.
“Super lief van je dat je oplet. En goed dat je het me even vertelde dat er een of ander nieuwe pest is. Moet beter opletten.” Ze wierp hem snel een half-geruststellende glimlach, terwijl ze zelf helemaal opnieuw weer niet goed werd aan de gedachte van die vlekken. “Maar ik heb deze al sinds ergens in het midden van de rimboe. We hebben toen ergens een Cellebert massagraf gevonden. Allemaal neergeschoten en… mishandeld. Hun gif heeft ongeveer hetzelfde effect als… nou ja, dit.” Ze gleed met haar vingers over haar arm heen.
Toen er geen blik van herkenning kwam bij de naam, probeerde ze het nog een keer. “Ooit gehoord van de Clabbert? Worden ook wel gezien als een levend, lichtgevend dreuzelalarm? Verboden door het ministerie omdat ze te veel aandacht trokken van dreuzels? Ik dacht dat jouw familie er één had. Nou, in ieder geval, dat is dus de meer ‘gedomesticeerde’ neef van de Cellebert.”
Er kroop een rilling over haar rug.
“Er wordt nu vrij heftig op ze gejaagd omdat de edelstenen in hun hoofd ook nog werken als waarschuwing tegen gevaar als ze zelf dood zijn. En sinds dat wettelijke verbod…” En schoot een schille lach uit haar keel. “Laten we zeggen dat ik niet denk dat de regering er erg goed over na heeft gedacht.”
Haar blik kroop weer terug naar Trevors gezicht en ze voelde haar wangen op doen gloeien.
“Sorry. Ik wilde je niet… Oh, damn it. Ik laat er wel even naar kijken.” Ze pakte haar arm beet en wreef er een paar keer met haar duim overheen.

Waarom ging ze nou zo tekeer tegen Trevor? Hij kon er toch ook niks aan doen. Stom.
“Het zal dus wel niks zijn, maar zelfs als het niks is, hebben ze misschien nog een zalfje tegen het Cellebert-gif. Kan ook handig zijn.”
Ze zette een paar stappen achteruit en wreef over haar nek heen. Zie wierp nog een snelle glimlach naar Trevor, om even duidelijk te maken dat ze het dus echt niet onaardig tegen hem had bedoeld...
“Dus ehm, dank je. Voor het kijken. Naar de… Dyslexie."
Aan de andere kant... Het was Trevor. Die zou het zich waarschijnlijk gelukkig toch niet al te persoonlijk opnemen.
"Ik zie je later wel weer.”
Blue gooide snel de deur achter zich open en beende de richting van het St. Holisto op.

Awkward.
Nou ja. Ze was er in ieder geval nu wel zeker van geworden dat dit artikel voorrang ging krijgen op haar to-do list.


RE: En even wist ik het niet meer - Rowace - 08/08/2020

Blue.

Beetje later dan gepland, sorry.
Ik heb naar die advertentie van Mezel gekeken en het lijkt erop dat het een legitiem project is. Twee vooraanstaande magisch linguïsten hebben eraan meegewerkt en hun paper is in orde. Mezel adverteert consequent een slagingspercentage van 85%, wat niet zo hoog is als sommige andere initiatieven, maar wel een stuk realistischer. Je kunt het proberen. Laat me weten of het resultaat geeft.
Bijgevoegd een coupon die ik kreeg toen ik de Mezel-brochure bestelde.

- Trevor.

PS. Wat zei het St. Holisto van die uitslag op je arm? Was het inderdaad Callebert (?) of zitten D en jij nu in quarantaine? 
PPS. Zeg tegen D dat hij weer eens langs moet komen, ongeacht [pijl naar ‘quarantaine’]. Legilimentiedingen.

Met elke zin die hij las, raakte Damien meer verward. Trevor was niet iemand die zomaar uilen stuurde, en voor zover Damien zich kon herinneren, had hij nog nooit een brief aan Blue geschreven. Daarom had hij ook aangenomen dat de brief voor hem was toen hij Master had binnengelaten door het raam van zijn studio. Daarbij kwam dat Blue nog niet terug van was haar trip in Brazilië, dus waarom leek het alsof Trevor haar kortgeleden nog gesproken had? Was ze eerder teruggekomen? Maar waar was ze nu dan?
Een zeurderige Master haalde hem uit zijn gedachtestroom. Damien liep met haar naar de grote uilenkooi in de keuken en maakte afwezig sussende geluidjes terwijl Master ongeduldig op haar stok ging zitten te wachten op haar traktatie. Hij probeerde nog eens naar de laatste zinnen te kijken en tegelijkertijd een nieuw zakje uilenvellen aan te breken. Het zakje scheurde te ver open en strooide de bodem van de kooi vol met snippers traktaties. Damien klakte geërgerd met zijn tong, maar waagde zijn hand niet in de buurt van de gezinsuil, die gretig naar de snacks was gedoken. Uilen bleven roofdieren en Master was bijzonder territoriaal als het om haar prooien ging.
‘Kerst komt vroeg dit jaar,’ mompelde Damien terwijl hij de restanten van het lege zakje bij het afval gooide.
Erg zat hij er niet over in, want met zijn gedachten was hij nog steeds bij het gekke briefje van zijn broer. Vooral die laatste paar regels zaten hem dwars. Waarom zou Trevor denken dat Blue en hij in quarantaine zaten?
Damien gooide het kooideurtje van Masters kooi dicht en Verdwijnselde naar de Acassia Alley, waar Trevor zijn Spreukzoekerswinkel had. De winkel was donker. Damien liet zichzelf binnen, maar ook in het bovenliggende appartement was niemand. Schijnbaar was Trevor een huisbezoek bij een klant, of was hij op pad met Lila.
Er bleef maar één optie over om het nerveuze voorgevoel in zijn buik tot stilte te manen. Blue was naar het St. Holisto geweest, had Trevor gezegd. En het pestvirus dat momenteel half magisch Londen in de greep hield, drong zich soms binnen elke uren op zijn slachtoffers. Wat als Blue het hospitaal niet meer had verlaten na de controle waar Trevor het over had?

Het was jaren geleden dat hij in het Holisto was geweest en het riep meteen weer herinneringen op aan de privékliniek vol eindeloze steriele witte gangen waar specialistische Helers hadden gepoogd om zijn gezicht weer in elkaar te naaien. Onwillekeurig streek hij met zijn vingers over de littekens op zijn voorhoofd, die als bliksemschichten vanuit zijn haarlijn naar beneden kronkelden tot over zijn oogleden. Zou de Hospiheks denken dat hij voor zichzelf kwam? En hoe eerlijk moest hij zijn? De bezoekerscriteria waren aangescherpt vanwege de hardnekkige aard van het nieuwe virus, dat – fingers crossed – Blue hopelijk niet had.
Die hoop vervloog echter snel. Ze lag niet langer op de IC, dus dat was een goed teken, toch? Hoopvol keek hij naar de Heler die hij was aangeschoten om te vragen waar hij moest zijn. De medelevende blik in de ogen van de duidelijk afgepeigerde man was niet erg geruststellend. Aangekomen bij de juiste afdeling besloot hij in het midden te laten of hij en Blue familie waren, en was dankbaar dat ze in elk geval dezelfde achternaam hadden toen hij het gastenregister tekende. De Hospiheks aan de balie glimlachte hem bemoedigend toe, verzekerde hem ervan dat zijn nichtje niet langer besmettelijk was en wees hem naar haar kamer.
De deur van de kamer stond open, maar hij klopte voor de beleefdheid even op de deurpost voor hij zijn hoofd om de hoek stak. Drie van de vier bedden waren leeg. In het vierde lag Blue. Zo te zien sliep ze. IJswater liep langs zijn rug terwijl hij naar haar toe liep. Hij haatte ziekenhuizen.
‘Hey, Blue,’ zei hij, zijn stem als automatisch niet meer dan een eerbiedige fluistertoon die het hospitaal altijd in hem afdwong. ‘Sorry dat ik niet eerder ben gekomen… Ik dacht dat je nog… nou ja, dat je nog in Brazilië zat. Had je mij niet als contactpersoon in je dossier staan?’
Wat klonk dat ongelooflijk zíélig. Wat voor huisgenoot – beste vriend – was hij nou helemaal als het hem drie dagen kostte om erachter te komen dat zijn beste vriendin ernstig verzwakt en groenig uitgeslagen in het St. Holisto lag weg te kwijnen? Hij had zich deze ochtend meer met Master bezig gehouden dan met haar, en dan wilde hij haar en haar patiëntendossier de schuld geven van zijn nalatigheid.


RE: En even wist ik het niet meer - AlessaJess - 08/08/2020

Ze herkende de stem van de Heelkundige voor de woorden tot haar doordrongen: “Komt u verder, meneer Hathaway.”
Hazel verstijfde in haar bed, rug naar de deuropening. Meneer Hathaway?
De man begon te praten, maar op een hele zachte, bijna eerbiedige toon. Ze bleef stil liggen.
Hij had het niet tegen haar. Hij had het tegen Blue, wie dat dan ook mocht zijn… maar zij was de enige in de kamer. En hij had haar achternaam. Ze hád geen mannelijke familie met haar achternaam.
De voetstappen kwamen dichterbij en opeens leek blijven liggen niet meer zo’n goed idee. Binnen de kortste keren zou een complete vreemdeling recht boven haar staan terwijl zij zonder toverstok en verzwakt op bed lag. Nee, nee, nee, helemaal geen goed idee zelfs. Ze trok haar arm onder zich en duwde zich aan het matras omhoog. De wereld draaide, de laatste woorden van Hathaway werden dof, niet te verstaan, haar hoofd rende cirkeltjes om haar heen en ze moest met haar ogen knipperen om alles weer een beetje scherp te stellen. Ze trok haar benen naar zich toe en liet zich tegelijkertijd op haar kont vallen. Dit gaf haar een goed uitzicht over de hele kamer en de jonge man die ondertussen inderdaad dicht bij haar bed stond. Te dichtbij.
“Stop.” Haar stem was schor en hij trilde zo veel meer dan ze had gewild.
Sterk. Wees sterk.
Mijn moeder heeft alleen maar zussen. Geen van hun kinderen heet Hathaway.” 
Hij zag er wild uit. Een litteken als bliksem nam zijn halve gezicht in beslag.
“En geen van hen zou überhaupt hier komen, want geen van hen weet dat ik een heks ben.”
Zijn krullende haar zat half opgestoken in een knot en hing voor de andere helft los over zijn schouders.
“Dus ik vraag je dit één keer.”
Er zat een klein ringetje door zijn neus heen en een zilveren draak die over en door zijn oor gedrapeerd lag.
“En waag het niet om tegen me te liegen.”
Zijn donkere ogen staarden haar aan.
“Wie ben jij?”


RE: En even wist ik het niet meer - Rowace - 08/08/2020

Blue kwam traag overeind en Damien zette een paar snelle stappen in haar richting toen hij zag hoeveel moeite die simpele beweging haar kostte. Ze leek echter totaal niet blij om hem te zien en beval hem dat hij niet dichterbij moest komen. Haar stem was rasperig, alsof ze hem al dagen niet gebruikt had. Hij had haar slechts zelden zo gepikeerd meegemaakt.
Haar gezicht was asgrauw weggetrokken. Ze had de strijd tegen het drakenvirus, dat inmiddels eufemistisch ‘het vluchtige gevecht’ werd genoemd, gewonnen, maar duidelijk niet zonder een strijd die al haar krachten had gevergd. Er zaten barstjes in haar bleke lippen en hij vermoedde dat ze niet in Brazilië zo veel was afgevallen. Ze staarde hem aan met ogen die groter leken dan ooit boven haar ingevallen wangen.
Damien stak verontschuldigend zijn handen in de lucht en schuifelde welwillend een stapje achteruit. Het stemde haar niet tevreden. Hij snapte niet waar ze het over had toen ze over haar moeders familie begon, maar zijn zwakke glimlachje verbleekte bij het zien van haar intense blik. Argwaan. Ze was op haar hoede – voor hem? 
Verward wilde hij een blik wisselen met de Hospiheks die hem naar de kamer had geleid, maar die was verdwenen. Schijnbaar had ze hen wat privacy willen gunnen. Ze was duidelijk vergeten om hem even in te lichten over de staat waarin Blue zich verkeerde. De golf van opluchting die hij had willen voelen toen Blue wakker was geworden, bleef uit. In plaats daarvan versteende hij, terwijl zich een flits van een herinnering aan hem opdrong, van een van de vele bordjes die hij was gepasseerd op de weg naar haar kamer. Ze lag op de afdeling voor geheugenletsel. Hij had aangenomen dat het kwam door het gebrek aan bedden op de besmettelijkeziektesverdieping, maar ze vroeg hem wie hij was.
Zijn mond was plotseling kurkdroog. ‘Damien,’ hakkelde hij en hij voelde dat hij vuurrood werd. ‘Ik ben Damien… Je huisgenoot.’ Hij vond het te ongemakkelijk om haar erop te moeten wijzen dat ze beste vrienden waren. ‘Weet je nog, Blue? We wonen op een bovenverdieping in Covent Garden.’


RE: En even wist ik het niet meer - AlessaJess - 08/08/2020

Pff… ze kon maar half een schampere lach onderdrukken bij zijn laatste zin. Hij was een goede acteur, dat wilde ze hem best toegeven, maar Damien Hathaway… Ze was niet gek.
Ziek? Ja. Gek? Absoluut niet.
Opeens voelde ze zich intens blij dat ze vanmorgen nog de Styx & Stones naast haar bed door had gebladerd. Op het moment zelf had ze het verschrikkelijk vreemd gevonden om over het leven van andere mensen te lezen, terwijl ze zich zo weinig over dat van zichzelf wist te herinneren. Nu kon ze op haar knieën vallen van dankbaarheid. Als de naam ‘Damien Hathaway’ niet in het interview had gestaan met de daarbij behorende uitleg over de rijke Hathaway-familie, had ze de naam nooit herkend.
“Je hebt de verkeerde naam te pakken Mr. Hathaway. Mijn naam is Hazel. Geen Blue. Maar goede truc. Slim. Lichtelijk afschuwelijk voor iedereen met een ziel, maar ingenieus.”
Het ergste was nog dat hij er nog echt van slag uitzag ook. Ze zou hem bijna geloven.
“Beetje bij mensen die hun geheugen kwijt zijn langskomen als een soort prins op het witte paard. Rijk, bekend persona kiezen. Beetje erbij lopen pruilen.” Ze liet haar ogen over hem heenglijden.
“Ik bedoel, je bent best knap, dus dat werkt vast ook in je voordeel. Maar rot alsjeblieft een eind op.”
Ze richtte zich zo veel mogelijk op als ze maar kon. “Ik zou nooit een appartementje in Covent Garden kunnen betalen en ik ben heus niet zo’n idioot dat ik denk dat dé Damien Hathaway samen met mij een appartementje deelt dat hij zo genereus voor me betaalt.”
Ze voelde het vuur gewoon uit haar ogen spuwen. Wat een gore oplichter.
“Ik geef je vijf seconden om weg te gaan voor ik de Heelkundige erbij roep.”


RE: En even wist ik het niet meer - Rowace - 08/08/2020

Van alle reacties die hij had kunnen voorzien, was dit er niet een. Damien voelde zijn mond openzakken van verbazing. ‘W… Wat?’
Hij had haar opmerkingen over haar familie al lastig kunnen volgen, maar hier viel echt geen touw aan vast te knopen. Ze sloeg hem verbaal om de oren en maakte hem uit voor een of andere oplichter met een verrotte ziel. Nog nooit had hij haar zulke taal horen gebruiken. Het enige dat hem ervan verzekerde dat ze nog steeds Blue was, was dat ze het niet kon laten om haar venijnige woorden te presenteren als complimentjes. Immer de optimist.
‘Je denkt dat ik… je wil chanteren?’ vroeg Damien. ‘Waarom zou ik in godensnaam… En hoezo dé Damien Hathaway? Hoe weet je wie híj is, maar niet dat ík –’
Nog voor hij zijn zin af kon maken, dreigde ze om hem weg te laten slepen door een Heler. Een Heler leek hem op zich geen slecht idee, maar als ze zou vertellen dat hij haar bedreigde en het personeel haar geloofde, werd het erg lastig om haar weer veilig thuis te krijgen. Hopelijk kwam haar geheugen gauw terug… Maar voor nu zou hij een andere manier moeten vinden om haar te kalmeren en haar ervan te overtuigen dat ze toch echt dat appartement huurden samen.
‘Wacht!’ riep hij snel en hij grabbelde in de zakken van zijn gewaad. Het leken er veel te veel; ze kon elk moment bepalen dat ze genoeg had van zijn zogenaamde toneelspel.
Gelukkig wist hij zijn mobieltje te vinden. Hij gebruikte het ding amper, maar had hem toch steeds vaker bij zich. Niet om te telefoneren; dat werkte in magisch Londen slechts met wisselend succes. Voor hem was het vooral een zeer compact fototoestel.
Met trillende vingers van de spanning zocht hij het camera-icoontje op en wierp de mobiel toen in Blues schoot. Beter bewijs voor hun vriendschap kon hij niet bedenken. Hij had talloze foto’s van haar, en meerdere waarop ze samen breed naar de camera grijnsden. Er waren zelfs een paar magische foto’s bij uit hun jaren op Zweinstein, die hij had geprobeerd om op zijn mobiel te zetten. Nog altijd vond hij het een tikje eng dat de foto’s niet bewogen, maar Blue had daar nooit problemen mee gehad. Hopelijk was dat niet veranderd.
‘Zie, je kent me. Als sinds de eerste.’ Zijn stem was een tikje gejaagd, alsof ze het echt binnen een seconde of twee op een gillen zou zetten. Zou ze denken dat het een wanhopige poging was om sympathie op te wekken? Een waardeloze acteerprestatie? Vlug voegde hij toe: ‘En Blue is gewoon je bijnaam.’


RE: En even wist ik het niet meer - AlessaJess - 08/08/2020

Er schoot een blik van complete paniek over meneer Hathaways gezicht heen. Gelukkig maar. Een beetje mensen zonder geheugens op lopen – “Wacht!” Zijn stem onderbrak haar mentale tirade.
Dus ze wachtte.
Wachtte.
En wachtte.
Hij was verwoed door zijn gewaad aan het zoeken. Papiertjes, een ketting, knoeten en zelfs wat galjoenen lagen op de grond voor hij uiteindelijk triomfantelijk een mobieltje omhooghield – verkeerd. Het was het eerste wat in haar opkwam. Ze kon haar vinger er niet op leggen, maar ze wist dat het op een of andere manier niet klopte dat hij een mobieltje uit de zak van zijn gewaad trok.
Nog verkeerder was de manier waarop hij het ding vasthield en ermee liep te prutsen. Alsof hij nog nooit een mobieltje vast had gehouden en geen idee had wat hij met het ding aan het doen was – of dat hij gestrest genoeg was om zo te trillen dat hij het niet eens goed vast kon houden. Maar waarom? En waarom zou hij haar zo op willen proberen te lichten? Waarom al die moeite om – nee! Ze riep zichzelf weer tot de orde. Daarom dus. Het idee van een rijke jongen met een paar Bambi-ogen en je gaat gelijk twijfelen. Slim. Zo slim, maar zo’n rotstreek. Ze beet haar tanden op elkaar toen de mobiel haar kant op kwam vliegen.
“Wat moet ik hiermee?”
Zijn antwoord klonk gejaagd. En wel heel plausibel. Ze staarde hem aan met een uitdrukking waarvan ze hoopte dat hij haar absolute ongeloof goed overbracht.
Toch wierp ze een blik op de telefoon. Ze vroeg zich af wat voor bewijs hij dacht te – Hazel bevroor.
Op het scherm stond een foto van haarzelf en de jongen voor zich, met de Big Ben op de achtergrond. Zij staarde hem met een kritische blik aan, terwijl hij met een opgetrokken wenkbrauw haar richting op keek. Als ze niet beter had geweten zou ze de uitdrukkingen bijna ‘gemaakt’ hebben genoemd. Ze wierp snel een blik op de hier-en-nu-versie van de jongen, maar de intensiteit in zijn ogen dwong haar snel haar eigen blik weer af te wenden.
De volgende foto’s waren van dezelfde plek – dezelfde dag, maar met andere uitdrukkingen. Sommige alleen van haar, andere alleen van hem, de meeste selfies van hen samen. Na die reeks volgde een paar losse foto’s. Foto’s van een jongere versie van haar met een groep mensen die ze niet kende. Een versie van zichzelf die ze niet eens herkende; ergens tussen het meisje dat ze zich herinnerde en de vrouw in de spiegel.
“Waarom doe je dit?” Ze beet haar tanden weer op elkaar. Haar vrije hand balde ze tot een vuist, een stukje deken daarbij meetrekkend. Ze kon hem niet aankijken. Ze wilde zelfs niet doorkijken. Maar ze bleef door scrollen.
Foto.
Na foto.
Na foto.
Gefotoshopt. Duidelijk. Hij was zelfs vergeten het litteken in een paar van de oudere te plakken. Hoe hij aan al die foto’s van haar was gekomen wist ze niet. Misschien een spreuk om mensen te laten zien wat ze willen zien? Een hallucinerend toverdrankje in haar drinken? Een bezwering die bepaalde gezichten veranderde in de gezichten van de personen die ernaar keken? Het was best duidelijk. Geen enkele tovenaar zou niet-bewegende foto’s als bewijs aanvoeren.
“Waarom —” Haar stem viel weg. Ze voelde haar adem versnellen. Haar handen begonnen te trillen en wat ze ook deed, ze wilden niet stoppen. Het mobieltje duwde ze Damiens richting op. De foto van haarzelf, Damien en haar moeder met dozen in hun handen.
“Wat wil je met mijn moeder!?”